Terug
Gepubliceerd op 22/07/2020

2020_CBS_06085 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040236. Carnotstraat 86. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 17/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06085 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040236. Carnotstraat 86. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_06085 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040236. Carnotstraat 86. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020040236

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Vereniging Mede-Eigenaars met als adres Sint-Jacobsmarkt 97 bus 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Carnotstraat 86 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 8 sectie H nrs. 1038G en 1050M6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van enkele wijzigingen ten opzichte  van vergunning 20152444, verbouwen van het complex en verminderen van het volume van de bestaande toneeltoren

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/01/2018: proces-verbaal (11002_2018_5757) voor het doorbreken van stakingsbevel.

-          22/01/2016: vergunning (20152444) voor het verbouwen van vergunde gelijkvloerse evenementenruimten tot handelsruimten (gedeeltelijk uitgevoerd);

-          25/05/2012: vergunning (20122768) voor het maken van een toegang naar de technische ruimte op niveau -1;

-          03/09/2010: vergunning (20104144) voor een zijgevelwijziging;

-          12/05/2010: vergunning (2010574) voor het verbouwen van een bestaand gebouwengeheel Majestic-Carnotcenter;

Vergunde/vergund geachte toestand

-          groot monumentaal gebouw in gesloten bebouwing;

-          voorbouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          tussenbouw van 3 bouwlagen met grote koepel;

-          achterbouw van 6 bouwlagen met plat dak;

-          kelderverdieping bestaat uit ondergrondse parking voor 50 auto’s en kelderruimte voor appartementen;

-          gelijkvloers van de voorbouw bestaat uit inkomruimte;

-          gelijkvloers van de tussen- en achterbouw bestaat uit handelsruimte en toonzaal;

-          verdieping 1 en 1,5 van de voorbouw bestaat uit evenementenzalen;

-          verdieping 1 van de tussen- en achterbouw bestaat uit bergruimte;

-          verdieping 2 t/m 7 van de voorbouw bestaat uit appartementen;

-          verdieping 2 van de tussen- en achterbouw bestaat uit evenementenzaal;

-          verdieping 3 t/m 5 van de achterbouw bestaat uit kantoor- en bergruimte.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 6614) van appartementsgebouw Majestic als bouwkundig erfgoed;

-          groot monumentaal gebouw in gesloten bebouwing;

-          voorbouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          tussenbouw van 3 bouwlagen met grote koepel;

-          achterbouw van 6 bouwlagen met plat dak;

-          kelderverdieping bestaat uit ondergrondse parking voor 50 auto’s en kelderruimte voor appartementen;

-          gelijkvloers van de voorbouw bestaat uit inkomruimte;

-          gelijkvloers van de tussen- en achterbouw bestaat uit handelsruimte;

-          verdieping 1 en 1,5 van de voorbouw bestaat uit evenementenzaal;

-          verdieping 1 van de tussen- en achterbouw bestaat uit kantoorruimte;

-          verdieping 2 t/m 7 van de voorbouw bestaat uit appartementen;

-          verdieping 2 van de tussen- en achterbouw bestaat uit evenementenzaal;

-          verdieping 3 t/m 5 van de achterbouw worden afgebroken.

Gewenste toestand

-          groot monumentaal gebouw in gesloten bebouwing;

-          voorbouw van 8 bouwlagen met plat dak;

-          tussenbouw van 3 bouwlagen met grote koepel;

-          achterbouw van 3 bouwlagen en technische verdieping met plat dak;

-          kelderverdieping bestaat uit ondergrondse parking voor 50 auto’s en kelderruimte voor appartementen;

-          gelijkvloers van de voorbouw bestaat uit inkomruimte;

-          gelijkvloers van de tussen- en achterbouw bestaat uit handelsruimte en magazijn;

-          verdieping 1 en 1,5 van de voorbouw bestaat uit evenementenzaal;

-          verdieping 1 van de tussen- en achterbouw bestaat uit kantoorruimte;

-          verdieping 2 t/m 7 van de voorbouw bestaat uit appartementen;

-          verdieping 2 van de tussen- en achterbouw bestaat uit evenementenzaal.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van verdiepingen 3 t/m 5 van de achterbouw, vierde bouwlaag ingericht als technische verdieping;

-          regulariseren van interne wijzigingen;

-          uitvoeren van interne verbouwingen;

-          aanpassen in- en uitrit van ondergrondse parkeergarage;

-          functiewijziging:

  • gelijkvloers (tussen- en achterbouw): van handelsruimte en toonzaal naar één grote handelsruimte
  • verdieping 1 tussen- en achterbouw: van berging naar kantoren

-          geen wijzigingen aan de appartementen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

27 april 2020

25 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

27 april 2020

2 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

27 april 2020

5 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

 2 juni 2020

 3 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

27 april 2020

18 mei 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

27 april 2020

11 mei 2020

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten

27 april 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

27 april 2020

12 mei 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

27 april 2020

 16 juni 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

27 april 2020

5 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • Artikel 18: de vestiaire op de eerste verdieping en het vluchtterras op de tweede verdieping zijn enkel via een trap bereikbaar;
  • Artikel 20: de trap naar de tussenvloer op de tweede verdieping dient aan beide zijden van een trapleuning voorzien te worden;
  • Artikel 27: minstens 6 % van het totale aantal parkeerplaatsen dient een aangepaste parkeerplaats te zijn;
  • Artikel 29/2: het sanitair bij de evenementenzaal dient minimaal een publiek toegankelijk toilet te hebben.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de handelsruimte op het gelijkvloers en de kantoorruimte op de eerste verdieping hebben geen lichtinval en luchttoevoer;
  • Artikel 26 Afvalverzameling: de handelsruimte, het kantoor, en de evenementenzaal hebben geen aparte afvalberging;
  • Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders: het afvalwater van de opwarmkeuken dient via een vetafscheider geloosd te worden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

In het verleden zijn reeds verschillende vergunningen verleend voor dit perceel. Niet alle onderdelen van iedere aanvraag zijn volledig uitgevoerd. De bestaande toestand van het perceel bevat een groot, monumentaal gebouw in gesloten bebouwing, bestaande uit een voorbouw van acht bouwlagen onder plat dak en een grote, diepe achterbouw van drie bouwlagen. De bovenste verdieping hiervan heeft een hoge plafondhoogte en bevat een grote koepel. Achteraan bevindt zich nog een volume van zes bouwlagen onder plat dak. De straatzijde van de eerste en de volledige tweede verdieping zijn als evenementenruimte ingericht. Op het gelijkvloers is hiervoor een toegang voorzien. De overige ruimte van de eerste verdieping wordt gebruikt als kantoor. Deze ruimte beschikt over geen enkele vorm van daglicht- en luchttoetreding. De hogere verdiepingen van het straatvolume huisvesten appartementen. In de kelder situeert zich een bestaande parking die zich ontsluit via de Carnotstraat. De onbebouwde zone langs de achterzijde van het gebouw wordt gebruikt als openlucht parking. Deze wordt ontsloten via de Provinciestraat.


Het onderwerp van de aanvraag bevat een functiewijziging op het gelijkvloers van handel en toonzaal naar enkel handel en een functiewijziging op de eerste verdieping van berging naar kantoor (regularisatie). De functie van feestzaal op de tweede verdieping blijft ongewijzigd. Daarnaast wordt het achterliggende volume, dat destijds als toneeltoren functioneerde, deels afgebroken. Het volume van deze achterbouw wordt verminderd van zes tot vier bouwlagen waarbij de vierde verdieping een technische verdieping is voor installaties. Het gaat in deze dan niet alleen om de aanvraag van nieuwe functies en de volumevermindering achteraan maar ook om de regularisatie van bestaande ingrepen uit het verleden.

 

Functionele inpasbaarheid

Het onderwerp van de aanvraag vormt een functiewijziging van toonzaal naar handel op het gelijkvloers en een regularisatie van de kantoorfunctie op het eerste verdieping. De functie van feestzaal op de tweede verdieping blijft ongewijzigd. Er zijn echter onduidelijkheden wat betreft de aangevraagde functie op de tweede verdieping aangezien in de beschrijving wordt gesproken over een café / restaurant.
De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door oude woongebouwen met uiteenlopende grootte en dakvorm. Het perceel is gelegen in het lokaal kernwinkelgebied Antwerpen - Noord dat verder ook aansluit op het lokaal kernwinkelgebied Turnhoutsebaan - Borgerhout. De meerderheid van de panden in de omgeving heeft een commerciële- of kantoorfunctie op het gelijkvloers. 
Er kan dus geoordeeld worden dat de handelsfunctie op het gelijkvloers en de kantoorfuncties functioneel inpasbaar zijn in hun omgeving. Echter bevat de aanvraag onvoldoende informatie en dossierstukken om deze functies gunstig te beoordelen. Dit wordt bevestigd in het advies dat de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing verleende. Deze dienst stelt in haar advies:

 

“De nieuwe aanvraag voorziet opnieuw een handelsruimte van +/- 1250 m² maar net zoals bij het vorig dossier is er opnieuw geen dossier kleinhandel toegevoegd wat nochtans als voorwaarde was opgelegd. Er kan over dit onderdeel dan ook geen beoordeling gemaakt worden.

 

Op de plannen is er sprake van evenementenruimten maar in de beschrijving is er dan weer sprake van café / restaurant. Voor beide is hoogstwaarschijnlijk een horecavergunning vereist, maar er kan geen detailadvies gegeven worden wegens onduidelijkheid wat het nu juist wordt.”

 

Omwille van het ontbreken van een aanvraag kleinhandelsactiviteit en strijdigheden en onduidelijkheden in de aanvraag over welke functies er precies voorzien zullen worden is het onmogelijk om de functionele inpasbaarheid correct af te toetsen en dient de aanvraag geweigerd te worden.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bestaande bebouwing aan de straatkant blijft behouden. De onmiddellijk hierachter gelegen bebouwing, bestaande uit drie bouwlagen, wordt intern gewijzigd zonder dat het bestaande en vergunde bouwvolume gewijzigd wordt. Het volume daarachter, dat oorspronkelijk als toneeltoren diende, wordt verminderd. De bestaande zes bouwlagen worden gereduceerd naar vier bouwlagen waarvan de vierde bouwlaag een beperkte verdieping is die de technische installaties huisvest.

 

Conform artikel 27 van de bouwcode dient bij een functiewijziging minimaal 20% van de bebouwde oppervlakte ter hoogte van het maaiveld onbebouwd te zijn. Gezien de huidige druk van het volume in het binnengebied, is het niet wenselijk om hier op af te wijken. De verlaging van het achterste bouwvolume heeft een positieve impact op de omliggende bebouwing en het binnengebied maar biedt evenwel niet de noemenswaardige verbetering die een minimale ontpitting met zich mee brengt. De aanvraag dient dan ook geweigerd te worden. Er moet minstens 20% open ruimte voorzien worden om de aanvraag in aanmerking te kunnen laten komen voor vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Vermits het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en op de omgeving beoordeeld worden. De wenselijkheid van behoud staat voorop. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur. In dat kader daarvan werd de stedelijke dienst monumentenzorg om advies gevraagd. Dit ongunstige advies laat zich als volgt samenvatten:


“Het pand is opgenomen op de inventaris van het onroerend erfgoed.

Complex in beaux-artsstijl gevormd door een appartementsgebouw dat 22 flats en een winkel met woonst omvat, en de achterliggende bioscoop en revuetheater “Majestic”, naar een ontwerp door de architect François Dens uit 1923, met een aangepast gevelontwerp uitgevoerd in 1924. […]

De oorspronkelijke theaterzaal uit 1924 bestond uit een grote vestibule met halfrond bovenlicht, een ruim foyer met bordestrap en op de bovenverdieping een gelagzaal met buffet, een bioscoopzaal met parterre, een hoefijzervormig balkon en amfitheater, die aansloot op de toneeltoren. Het auditorium in beaux-artsstijl met een ovaal in het gewelf, bovenlichten boven het balkon en een gedecoreerde toneelmond, werd beschermd door de nog bewaarde ijzeren dakspant met dakruiter. Verder bevonden de toiletten zich ter hoogte van de parterre en het balkon, en de vestiaire in de kelder, en waren personeelswoningen voorzien bij de toneeltoren.

 

Er werd een CHE-rapport opgesteld maar in het dossier is er nergens een verband tussen de inhoud van dit rapport en de voorgestelde wijzigingen. Een visie op de erfgoedwaarden van het complex ontbreekt. Het is bijgevolg niet af te leiden uit het dossier welke deuropeningen in de foyer/drinkzaal overeenkomen met originele deuropeningen en op welke manier deze ruimte met terrazzovloer en stucwerk in ere wordt hersteld.

In de grote feestzaal zijn de bovenlichten in de zijbeuken nog aanwezig in het bestaande plafond. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert om deze terug open te maken en het originele verlichtingspatroon daarmee te herstellen. De verluchtingsopeningen in de zijmuur zijn niet wenselijk.

Het is onduidelijk wat de finaliteit is van de sloop van de toneeltoren. Hoewel het volume geen specifieke waardevolle afwerking heeft en functioneel niet betrokken is bij het complex, ontbreekt een visie op het geheel of een nieuwe bestemming voor die locatie en is er vanuit het standpunt van monumentenzorg geen goede reden om over te gaan tot sloop. De toren is mee beeldbepalend voor het complex met feestzaal/theaterzaal.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Door de afwezigheid van een integrale visie betreffende het behoud van de cultuurhistorische waardevolle elementen en een globale visie voor het volledige complex is het immers niet mogelijk om de aanvraag te beoordelen inzake visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten. De aanvraag dient dan ook geweigerd te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggend ontwerp wijkt af van artikel 18, 20, 27 en 29 van de verordening integrale toegankelijkheid. Zo is de vestiaire op de eerste verdieping en het vluchtterras op de tweede verdieping enkel via een trap bereikbaar, moeten de trappen aan beide zijden van een trapleuning voorzien worden, dienen minstens 6% van het totale aantal parkeerplaatsen aangepast te zijn en dient het sanitair bij de evenementenzaal over minstens één integraal toegankelijk toilet te beschikken. Hiervan kan niet worden afgeweken. de aanvraag dient daarom geweigerd te worden.

 

De aanvraag wijkt ook af van artikels van de bouwcode. Ten eerste is er geen aparte afvalberging voorzien voor functies anders dan wonen, conform artikel 26 van de bouwcode.

Daarnaast voorziet de gelijkvloerse winkelfunctie niet in voldoende licht en luchttoetreding en is deze bijgevolg strijdig met artikel 24 van de bouwcode. Gezien de grootte van het handelsgelijkvloers en het feit dat dergelijke ruimte geen daglicht verkiezen en het gebouw gelegen is in een kernwinkelgebied, kan hier op afgeweken worden, aan de hand van artikel 3 van de bouwcode, mits voorzien wordt in voldoende mechanische luchtventilatie.
De kantoorfunctie op de eerste verdieping die men wenst te regulariseren voldoet niet aan de minimale kwaliteitseisen die voor verblijfsruimtes gesteld worden. Zo biedt de ruimte geen licht- en luchttoetreding waardoor deze afwijkt van artikel 24 van de bouwcode. Gezien de lange verblijfstijd die samenhangt met een kantoorfunctie worden lichten en zichten als essentieel gezien voor de verblijfs- en leefkwaliteit. Een afwijking op dit artikel is dan ook niet aanvaardbaar. Anderzijds is het eveneens niet mogelijk om in voorwaarde op te leggen om de aanvraag in regel te stellen met dit artikel. Raamopeningen zouden immers enkel voorzien kunnen worden in de linkerscheidingsmuur. Dit zou echter de ontwikkelingsmogelijkheden op het linkse perceel drastisch beperken. Bovendien dient hiervoor een erfdienstbaarheid vastgelegd te worden op het aangrenzende perceel. Aangezien dit gaat om burgerrechtelijke aspecten, kan de vergunningverlenende overheid geen uitspraak hierover doen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Uit al deze argumenten kan geconcludeerd worden dat de ruimte bijgevolg niet gebruikt kan worden als verblijfsruimte. Indien een vergunning verleend zou worden, dient de kantoorfunctie op de eerste verdieping te worden uitgesloten van vergunning en bestemd te worden als berging.

Tot slot voorziet ook de evenementenruimte op de tweede verdieping niet in voldoende licht- en luchttoetreding. In de laatst vergunde toestand werden raamopeningen voorzien in de scheidingsmuur. Deze zijn echter nooit gerealiseerd wat maakt dat de vergunning voor dit deel van het gebouw in principe vervallen is. De raamopeningen zijn immers onlosmakelijk verbonden aan de vergunde functie als feestzaal. Conform artikel 24 van de bouwcode dienen verblijfsruimtes te voorzien in voldoende licht- en luchttoetreding. De aanvraag dient zich in regel te stellen met dit artikel om in aanmerking te komen voor vergunning.

Naast de afwezigheid van raamopeningen wordt er geoordeeld dat de RWA roosters die voorzien worden in de scheidingsmuur niet aanvaardbaar zijn. Deze openingen brengen potentiële hinder mee voor de buren en kunnen bijgevolg niet vergund worden. Daarnaast zijn deze openingen ook vanuit cultuurhistorisch oogpunt niet aanvaardbaar. Dit werd eveneens geformuleerd in het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg.

Indien een vergunning verleend zou worden, dient de evenementenruimte op de tweede verdieping te worden uitgesloten van vergunning en bestemd te worden als berging.
 

Aan het autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen (AG VESPA) werd advies gevraagd dat zich als volgt laat lezen:

“Als aanpalende buur zijn wij bezorgd over de functie als feestzaal op deze locatie. Er dient de nodige aandacht besteed te worden aan geluidoverlast.

De voorziene openingen (verluchtingsrooster of andere) in de muur gericht naar het binnengebied van de Carnotstraat 100 (Atlas vzw) kunnen wij niet aanvaarden wegens de impact op mogelijke inkijk, geluid en esthetische kwaliteit van het binnengebied.”

 

In het eerder vernoemde advies van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing merkten ze tevens op dat er voor de aanvraag “geen milieuluik toegevoegd is, wat nochtans wel nodig is zowel voor de handelsruimte als voor de evenementenruimtes ongeacht welke functie deze effectief zullen krijgen. Zo kan het misschien nodig zijn om een akoestisch onderzoek toe te voegen.”
 

De aangehaalde afwijkingen op zowel de bouwcode als de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid vormen reeds voldoende grond om de aanvraag te weigeren. De negatieve adviezen van AG VESPA, de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing en de stedelijke dienst monumentenzorg staan hier in bij.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 57 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

 

Het gelijkvloers wijzigt van handel en toonzaal naar handel.

 

Voor handelsruimten tussen 500m² en 1500m² is een parkeernorm van 3.3 parkeerplaatsen / 100m² bvo opgenomen. Voor deze handelsruimte van 1497m² levert dit bijgevolg een behoeft op aan 49 parkeerplaatsen (3,3 x 1497/100 = 49.4 afgerond 49)

 

Ook wijzigt de functie op de 1ste verdieping van berging naar kantoren.

1367m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 0,6/100m² : 1367m² x 0,6/100m² = 8,2

 

De overige verdiepingen blijven ongewijzigd.

 

De werkelijke parkeerbehoefte van de functiewijziging  is 57 (= 49 + 8)

 

De plannen voorzien in 55 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Op de nieuwe plannen zijn de parkeerplaatsen niet ingetekend. Er kan niet beoordeeld worden hoeveel nuttige plaatsen er zijn.

 

Onderstaand advies werd gegeven op vergunning 20152444:

“In de ondergrondse parking zijn 48 parkeerplaatsen ingetekend. Hiervan zijn er een aantal achter een andere parkeerplaats voorzien, of in doorgangen naar de liften. Dit zijn 6 plaatsen (3 achter een andere plaats, 3 in de doorgang naar de liften). Van de 48 ingetekende plaatsen kunnen er dus 42 (48 – 6 = 42) effectief gebruikt worden. In de ondergrondse parking zijn 42 nuttige parkeerplaatsen.”

 

Het aantal nuttige parkeerplaatsen uit dit advies wordt overgenomen, zijnde 42 nuttige parkeerplaatsen.

 

Op het nieuwe inplantingsplan staan 37 parkeerplaatsen ingetekend in het binnengebied.

 

In totaal zijn dus 79 nuttige parkeerplaatsen beschikbaar.

 

In 2010 werd reeds een vergunning verleend voor dit adres. Hierbij werd opgenomen dat er 24 parkeerplaatsen moesten voorbehouden worden voor de appartementen op de bovenliggende verdiepingen.

 

Van de 79 nuttige parkeerplaatsen zijn er 55 beschikbaar voor deze functiewijziging. (79 – 24 = 55)

Er zijn dus 55 nuttige parkeerplaatsen

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 55.

 

Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 (=57-55)

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De inrit van de parking is via de Carnotstraat, de uitrit via de Provinciestraat.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de bijkomende kantoren en handelsruimte moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden:

-          1367m² kantoren x 1,25/100m² = 17,09

-          1497m² handelsruimte :

  • bezoekers 1497m² x 2/100m² = 29,94
  • personeel 1497m² x 0,6/100m² = 8,98

 

Er moeten 57 fietsenstallingen voorzien worden. (17,09 + 29,94 + 8,98 = 57)

 

Er wordt een fietsenstalling ingericht in de kelder voor 84 fietsen. De fietsenstalling is bereikbaar via de goederenlift.

De fietsenstallingen zijn allemaal voorzien met een dubbel systeem. Echter kunnen niet alle fietstypes hiervan gebruik maken. Daarom moet minimum de helft van de fietsenstallingen voorzien zijn als een gewoon enkel systeem. Dit zou als voorwaarde opgelegd kunnen worden, indien een vergunning verleend zou worden.

 

Laden en lossen:

De voorwaarden uit de initiële vergunning blijven geldig. Op het voetpad voor het gebouw is laden en lossen niet toegelaten (staat op de plannen als een laad- en loszone).

 

Laden en lossen gebeurt maximaal op eigen terrein. Hiervoor moeten kleine bestel- of vrachtwagens gebruikt worden. Deze kunnen laden en lossen via de ondergrondse parking. Er is ook een inpandige laad- en loszone aan de inkom. Deze mag enkel gebruikt worden indien wagens zowel vooruit inrijden als uitrijden. Achterwaarts inrijden of uitrijden in de Carnotstraat is niet toegelaten.

Er kan ook gebruik gemaakt worden van de bestaande laad- en loszones thv huisnummer 72 en huisnummer 80.

Laad- en loszones mogen door iedereen gebruikt worden. De straat blokkeren of laden en lossen op voetpad of fietspad is niet toegelaten en hier in functie van de tram niet mogelijk.

 

Indien een vergunning verleend zou worden, dienen volgende voorwaarden erin te worden opgenomen:

-          de voorwaarden uit de initiële vergunning blijven geldig. Op het voetpad voor het gebouw is laden en lossen niet toegelaten. (staat op de plannen als een laad- en loszone);

-          bij inpandig laden en lossen steeds vooruit in- en uitrijden. Achterwaarts in- of uitrijden is niet toegelaten.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

27 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 juli 2020

Verslag GOA

7 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.