De goedkeuring voor het bovenlokaal stadsontwikkelingproject ‘heraanleg Scheldekaaien’ is een bevoegdheid van het college volgens het besluit van de gemeenteraad van 29 mei 2017 (jaarnummer 305) waarmee de bovenlokale locaties werden vastgelegd. De Scheldekaaien zijn daarin opgenomen als bovenlokale locatie.
Een conceptschets als ruimtelijk kader voor verder ontwerp
Via de conceptsubsidie is door Palmbout Urban Landscapes een conceptschets opgemaakt, waarin de potenties van heraanleg van het openbaar domein en inpassing van een mobiele waterkering, de programmering van de kaairuimte onder de hangars en aan het Steenplein, en de herwaardering van het maritiem erfgoed en de archeologie zijn verbeeld.
Door het ontwerpteam is in verschillende gespreksrondes informatie opgehaald en zijn voorstellen afgetoetst met de verschillende belanghebbenden. Door te tekenen en te spreken over programma, mobiliteit, erfgoed, archeologie, cruisetoerisme, watertransport, groeninvulling, et cetera, zijn gedurende het proces verschillende belangen gekoppeld en heeft het ontwerpteam in een gezamenlijk beeld of conceptschets opgetekend van wat het Centraal deel van de Scheldekaaien in de toekomst kan zijn.
Vier hoofdmotieven, of uitgangspunten voor de openbare ruimte, structureren de voorstellen in de conceptschets:
Deze vier hoofdmotieven kregen een eerste ruimtelijke vertaling in een conceptschets of grondplaat die de krijtlijnen uitzet voor verder ontwerp:
Deze conceptschets met de hoofdmotieven en krijtlijnen die daarin vervat zijn, dient als bouwsteen en ruimtelijk kader voor het verdere ontwerptraject van het Centrale deel Scheldekaaien. Dit verdere ontwerptraject loopt parallel aan het vervolg van de haalbaarheidsstudie van de verdiepte kaaiweg. Er is zodoende geen vertraging op de planning van de ontwikkeling van de kaaivlakte.
Haalbaarheidsstudie ondertunneling kaaiweg als startpunt voor verder onderzoek
Om resolutie 157 te concretiseren ter hoogte van de kruising van de Suikerrui met de kaaiweg, werd er een haalbaarheidsonderzoek gestart waarbij de verschillende verdiepte varianten geanalyseerd en vergeleken werden. In dit vergelijkend onderzoek werd de gelijkvloerse variant meegenomen voor het geval dat de analyse van de tunnelvarianten niet-wenselijke of onhaalbare randvoorwaarden opleveren. Het ruimtelijk kader van de conceptschets is ook als uitgangspunt gebruikt door Tractebel bij het onderzoek naar de kaaiweg. Het doel van deze haalbaarheidsstudie was om verschillende verdiepte varianten en een gelijkvloerse variant voor de kaaiweg te onderzoeken en vergelijken. De noodzaak hiertoe ontstond vanuit de ambitie in het bestuursakkoord en de conceptschets om de oversteekbaarheid aan de dwarsverbindingen te verbeteren en de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen. Enerzijds is er de Via Sinjoor van langzaam verkeer die vanuit de binnenstad fijnmazig aansluit op de kaairuimte. Anderzijds is er de doorgaande route langs de kaaien die een belangrijke ontsluiting is voor autoverkeer en waar ook een fietssnelweg loopt waarop het aantal fietsers en de snelheid ervan sterk groeit. Beide stromen, langzaam en snel verkeer, kruisen elkaar ter hoogte van het Centrale deel Scheldekaaien. Dit vraagt om een gepaste oplossing met oog voor ruimtelijke kwaliteit op deze strategische schakelplek.
De haalbaarheidsstudie Ondertunneling kaaiweg door Tractebel ging uit van vier tunnelvarianten en een gelijkvloerse variant: een variant van 800 meter van Koolvliet tot Sint-Jansvliet, een variant van 450 meter ter hoogte van de Burchtzone, een verdiepte kaaiweg van 210 meter ter hoogte van Steenplein, en eentje van 30 meter ter hoogte van Suikerrui, telkens met twee maal tunnelmond van elk 100 meter.
Er werd een afwegingskader opgesteld die voor elk van deze varianten de voor- en nadelen aankaart, en de potenties en conflicten inzichtelijk maakt. Hierdoor kon de meest potentiële optie weerhouden worden, waarbij de meest opportune tunnellengte werd bepaald in relatie tot onderscheidende criteria, zoals oversteekbaarheid van de kaaiweg, afwikkeling van de kaaiweg, ontsluiting van de omgeving, ruimtelijke kwaliteit, tunnelveiligheid, kostprijs en realiseerbaarheid.
Op basis van dit afwegingskader werd als voorkeursvariant de verdiepte kaaiweg ter hoogte van Steenplein weerhouden. Deze verdiepte kaaiweg biedt de opportuniteit om uitdagingen te bundelen. Hij laat toe om de relatie tussen stad en Schelde te herwinnen, niet enkel ter hoogte van de Suikerrui maar over de breedte van het volledige Steenplein waardoor er meerdere belangrijke schakelplekken (Suikerrui, Willem Ogierplaats, Vleeshuisstraat) ontstaan, met vlotte doorstroming van bezoekers en passanten tussen de kaaien en de binnenstad. Daarnaast ontstaat ook de mogelijkheid om deze verdiepte kaaiweg te combineren met de fietssnelweg langs de kaaien.
Uit de verdere uitwerking van deze voorkeursvariant van verdiepte kaaiweg bleek tevens dat de technische mogelijkheid ontstaat om circa 300 extra parkeerplaatsen te creëren onder deze verdiepte kaaiweg. Deze 300 parkeerplaatsen kunnen mee ingezet worden om het aantal verdwenen parkeerplaatsen elders op de kaaien te compenseren. In een vervolgstap van haalbaarheidsonderzoek rond deze verdiepte kaaiweg met autoparkeerlaag onder, zou ook bijkomend kunnen onderzocht worden of er een ondergrondse fietsenstalling kan aan worden gekoppeld.
Naast deze variant van de verdiepte kaaiweg werd door Tractebel ook een gelijkvloerse variant uitgewerkt, waarbij gezocht werd naar welke ingrepen nodig zijn om een optimalisatie van de huidige situatie te bereiken. Deze gelijkvloerse variant werd in tweede lijn als mogelijke oplossing weerhouden voor verder onderzoek. Deze gelijkvloerse variant wordt enkel ingezet indien de verdere uitwerking van de weerhouden ongelijksvloerse variant alsnog onhaalbare randvoorwaarden oplevert.
Bij de gelijkvloerse variant dient in de vervolgfase van het onderzoek bijkomend onderzocht te worden hoe het snelle fietsverkeer verder kan gescheiden worden van het langzaam verkeer en de dwarsstromen van voetgangers.
De volgende stap in het ontwerpproces is om de overgebleven randvoorwaarden en complexiteiten verder te onderzoeken voor hoofd- en de tweedelijnsvariant. Hierdoor is een vervolg op de reeds doorlopen haalbaarheidsstudie door Tractebel noodzakelijk. In de op te starten vervolgstudie worden technische randvoorwaarden, impact op allerhande ondergrondse infrastructuur (archeologie, ruien, collector), mobiliteitsimpact, ontsluiting binnenstad, fasering van werken, en afstemming op het ruimtelijk kader van de conceptschets verder onderzocht. Parallel dienen het planologisch, juridisch en financieel kader voor de realisatie van de parkeerlaag verder in beeld te worden gebracht. Dit alles opdat AG VESPA, MPA en de afdeling Mobiliteit, een voldoende basis hebben voor afstemming met externe partijen (Onroerend Erfgoed Vlaanderen, Aquafin, concessiehouder parking Grote Markt) en daaruit volgend de nodige inzichten aan het beleid te kunnen voorleggen.
Met het oog op de voortgang van het ontwerp voor het openbaar domein van het Centraal deel Scheldekaaien wordt voor deze tussenfase een periode van circa 6 maanden voorzien. Op dat moment worden de resultaten opnieuw aan het beleid voorgelegd.
De heraanleg van de Scheldekaaien ging, na de opmaak en de goedkeuring door het college van het masterplan (9 juli 2010, jaarnummer 8556), de afgelopen jaren van start. In heel wat deelgebieden is de kaaimuurstabilisatie door De Vlaamse Waterweg (DVW) afgelopen of lopend. Navolgend kunnen DVW en AG VESPA aan de slag met de realisatie van de verhoogde waterkering en de heraanleg van het openbaar domein. De afgelopen stedelijke legislatuur zijn een gedeelte van de zone Sint-Andries en Zuid en de Belvédère op Droogdokkeneiland volledig afgewerkt en weer opengesteld voor het publiek. De komende jaren worden deze werken doorgezet in andere deelgebieden van de Scheldekaaien. De kaaivlakte ontwikkelt zich verder tot kwalitatief openbaar domein waar inwoners, bezoekers en toeristen graag vertoeven.
Voor de realisatie van deze stadsprojecten heeft de stad Antwerpen de uitgaven gebudgetteerd in haar meerjarenplan 2020-2025. Het college gaf vervolgens in zitting van 3 april 2020 (jaarnummer 3084) het mandaat aan AG VESPA om op te treden als gedelegeerd bouwheer van deze projecten. Zo ook voor het Centraal deel van de Scheldekaaien, waarbij budget is voorzien voor opmaak van het ontwerp van het volledige projectgebied van Noorderterras tot Zuiderterras en de uitvoering van het noordelijk deel gelegen tussen Noorderterras en het Steen.
Het college besliste op 20 maart 2015 (jaarnummer 2298) principieel goed te keuren dat de inrichting van het Steen als toeristische onthaalcentrum en cruiseterminal verder werd onderzocht.
Op 22 april 2016 (jaarnummer 3180) werd door het college het "Ruimtelijk Kader Centraal Deel Scheldekaaien" goedgekeurd. Dit kader is een concretisering van het Masterplan Scheldekaaien specifiek toegepast op de zone tussen het Zuiderterras en het Noorderterras. Dit document werd toegevoegd aan de projectdefinitie voor de opdracht voor de ontwikkeling van Het Steen tot een toeristisch onthaal en bezoekerscentrum.
Tijdens de vorige legislatuur werden al enkele voorbereidende stappen gezet voor de heraanleg van dit Centraal deel van de Scheldekaaien. Op 30 juni 2017 besliste het college (jaarnummer 5929) een aanvraagdossier conceptsubsidie voor het stadsvernieuwingsproject voor het Centraal deel Scheldekaaien in te dienen en eind 2017 besliste de Vlaamse regering om een conceptsubsidie van 90.000 euro toe te kennen.In navolging daarvan keurde de raad van bestuur van AG VESPA op 27 april 2018 het bestek voor de ‘conceptbegeleiding stadsvernieuwingsproject Centraal deel Scheldekaaien’ goed en op 9 juli 2018 besliste het directiecomité van AG VESPA om de opdracht aan Palmbout Urban Landscapes bv en Stichting kleinschalige producties/Jeanneworks toe te wijzen. Dit team werkte een jaar lang samen met het team Stedenbeleid van de Vlaamse overheid, AG VESPA, de stedelijke diensten, externe partners zoals DVW en het publiek rond het projectgebied van Noorderterras tot Zuiderterras.
In augustus 2019 werd het eindrapport van de conceptsubsidie ‘Scheldekaaien Antwerpen – Centraal deel en Publieke werven’ opgeleverd en goedgekeurd door het team Stedenbeleid van de Vlaamse overheid.
Tijdens de uitvoering van deze conceptsubsidie-opdracht kwam het akkoord voor de stedelijke bestuursperiode 2019-2024 tot stand. Resolutie 157 van het bestuursakkoord stelt dat verschillende verkeersstromen zo veel mogelijk worden gescheiden om de verkeersveiligheid te verbeteren. Specifiek wordt daarbij vermeld dat het autoverkeer op de Scheldekaaien tussen de Suikerrui en het Steenplein ondergronds wordt gebracht om bovengronds een veilige voetgangerszone te creëren. Deze betrachting is mede gelinkt aan de ontwikkelingsvisie Via Sinjoor die door het college werd goedgekeurd op 10 april 2020 (jaarnummer 3407). Op dit traject tussen Centraal Station en Scheldekaaien worden de centrale Scheldekaaien tussen Noorder- en Zuiderterras benoemd als een schakelplek. Schakelplekken zijn te begrijpen als kwalitatieve pleinen en straten die de verschillende wijken en stadsdelen verbinden. Met de omvorming van het Steen tot stedelijk onthaalpunt, toeristisch infopunt en cruiseterminal wint deze schakelplek nog meer aan belang.
De inhoud van deze resolutie van het bestuursakkoord is van die aard dat eerst duidelijkheid dient bekomen te worden omtrent de uitwerking van de kaaiweg ter hoogte van de Suikerrui en de randvoorwaarden die dit stelt voor het verdere ontwerp en de uitvoering van het gehele projectgebied Centraal deel Scheldekaaien. In het kader hiervan beslist het directiecomité van AG VESPA in oktober 2019 om een opdracht aan het studiebureau Tractebel te gunnen voor de opmaak van een haalbaarheidsstudie met als onderwerp de verbetering van de schakelplek Via Sinjoor en Scheldekaaien door het uitwerken van oplossingen voor het conflict tussen voetgangers en verkeer, bestaande uit autoverkeer en fietsverkeer. Ten behoeve van bijkomende expertise en continuïteit in de ontwerpopdracht van het openbaar domein gaat Tractebel een samenwerking aan met Palmbout Urban Landscapes en mobiliteitsbureau TML.
De studiekosten ten laste van AG VESPA voor haar onderdeel (ontwerp, ruimtelijke en technische haalbaarheid, raming) in deze haalbaarheidsstudie fase 2 voor beide varianten worden opgenomen door het beschikbare budget van het deelgebied Scheldekaaien Centraal deel Noord (2WNS020201PA3249).
· Profit center code en omschrijving: 529_Valorisaties
· Budgetplaats: 5291610000_VAL_Stadsontwikkeling_Stad aan het water
· Budgetpositie: 226_WATERLOPEN EN WATERBEKKENS
· Functiegebied: 2WNS020201PA3249
· Project: PA3249_CENTRAAL DEEL SCHELDEKAAI
· Subsidie: SUB_NR__Niet relevant voor subsidiebeheer
· Begrotingsprogramma: 2SA050610
De studiekosten ten laste van MPA voor haar onderdeel (advies planologische bestemmingsmogelijkheden en advies juridisch-financiële constructies m.b.t. parkeerlaag) in deze haalbaarheidsstudie fase 2 voor beide varianten worden opgenomen door het beschikbare budget van MPA voor studieopdrachten (2LMS010403A00000).
· Profit center code en omschrijving: 515_Stadsontwikkeling
· Budgetplaats: 5153500000_SW_Mobiliteit
· Budgetpositie: 214_PLANNEN EN STUDIES
· Functiegebied: 2LMS010401A00000
· Project: A00000_Stedelijke mobiliteit (beleid, advisering en reglementering)
· Subsidie: SUB_NR__Niet relevant voor subsidiebeheer
· Begrotingsprogramma: 2SA020200
De studiekosten ten laste van de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling/Mobiliteit voor haar onderdeel (herzien van wijkcirculatie, mobiliteitsimpact ) in deze haalbaarheidsstudie fase 2 voor de kaaiweg worden opgenomen door het beschikbare budget van de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling voor studieopdrachten (2LMS010401A00000 – 5153500000 – 214).
Het college neemt kennis van de conceptsubsidie bundel en de daarin vervatte hoofdmotieven en krijtlijnen als ruimtelijk kader voor de verdere uitwerking van het ontwerp voor het centraal deel van de Scheldekaaien van Noorderterras tot Zuiderterras.
Het college keurt de haalbaarheidsstudie Ondertunneling kaaiweg goed als startpunt voor verder onderzoek met de verdiepte kaaiweg ter hoogte van het Steenplein als eerste variant, inclusief ondergrondse parkeerlaag en fietsenstalling, en een gelijkvloerse kaaiweg als tweede variant.
Het college geeft opdracht aan:
AG VESPA, MPA en SW/Mobiliteit |
Gezamenlijke uitwerking in al zijn onderdelen van haalbaarheidsstudie fase 2 voor verdiepte kaaiweg inclusief ondergrondse parkeerlaag en fietsenstalling als hoofdvariant, en gelijkvloerse kaaiweg als tweedelijnsvariant. |
AG VESPA |
Uitwerking verdiepte kaaiweg en gelijkvloerse variant:
|
MPA |
Onderzoek naar mogelijkheid parkeerlaag onder de verdiepte kaaiweg:
|
SW/Mobiliteit |
|