Terug
Gepubliceerd op 22/07/2020

2020_CBS_06081 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020055185. Moerstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06081 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020055185. Moerstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06081 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020055185. Moerstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020055185

Gegevens van de aanvrager:

NV VAN WELLEN STORAGE met als adres Kambalastraat 14 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV Broekman Logistics Belgium Antwerp met als contactadres Kruisweg 2 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Moerstraat 9 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie E nrs. 211T2, 211M2, 211D2, 211Y2 en 211A3

Inrichtingsnummer:

20170731-0010 (VLS - Group Belgium)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Op- en overslagbedrijf: verandering door wijziging en uitbreiden van een magazijn

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     Op 18 maart 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1990/B/18/77124-90/631) voor een magazijn voor gevaarlijke goederen.

-     Op 18 maart 1992 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/18/79594-92/028) voor een kantoor en technische ruimte bij een magazijn.

-     Op 8 juli 1993 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/-92/709) voor de regularisatie van een collectorsgebouwtje. 

-     Op 21 oktober 1993 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (5-93/B/0281/1993841) voor het bouwen van een magazijn. 

-     Op 9 december 1993 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/0/-91/539) voor een magazijn. 

-     Op 3 maart 2017 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20163052) voor het heraanleggen van een verharde doorgangsweg. 

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-     het slopen van een deel van een magazijn; 

-     het slopen van verhardingen; 

-     het slopen van een hoogspanningscabine; 

-     het uitbreiden van een magazijn; 

-     het aanleggen van nieuwe verhardingen;

-     het plaatsen van een nieuwe hoogspanningscabine. 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 13 november 2014 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren na uitbreiding en wijziging van een op- en overslagbedrijf, voor een termijn verstrijkend op 13 november 2034. Nadien verleende de deputatie nog diverse vergunningen voor veranderingen van de ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een verplaatsing van een transformator.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA.

Verplaatsing transfo van 315 kVA

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

8 juni 2020

3 juli 2020

Gunstig

Nationale Maatschappij der Pijpleidingen

8 juni 2020

15 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

Petrochemical Pipeline Services

8 juni 2020

9 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

Water-link (AWW)

8 juni 2020

/

Dit advies werd niet tijdig uitgebracht

 













Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

8 juni 2020

30 juni 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

8 juni 2020

18 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Noorderlaan en de R2 hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. De spoorwegen ten oosten van de aanvraag hebben als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur. Parallel met de Noorderlaan en met de spoorwegen lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 250 meter ten zuidoosten van het project gelden voor het Verlengde Schijns en de bufferzones ten noordwesten van het natuurreservaat De Kuifeend de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.

 

Binnen een straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing. Volgens dit GRUP gelden voor de spoorwegen op circa 220 meter ten noordwesten van het project het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt op circa 300 meter ten noorden van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen. De aanvraag is niet gelegen binnen deze overdruk.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op de uitbreiding van het magazijn valt, wordt opgevangen in een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter en hergebruikt voor het sanitair. Tevens wordt er een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie. Volgens een nota bij de aanvraag is infiltreren nabij de dokken niet aangewezen (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”). Het hemelwater dat op de uitbreiding van het magazijn en de verhardingen valt, wordt op de bestaande riolering aangesloten welke rechtstreeks afwatert naar de dokken. Echter blijkt uit voormelde studie dat in deze omgeving infiltratie wel een rol speelt in het tegengaan van de verzilting van de polder. Bovendien motiveert de aanvrager, naast de (foutieve) verwijzing naar de studie, op geen andere manier zijn afwijkingsvraag. De afwijking op het aspect infiltratie kan bijgevolg niet gunstig geadviseerd worden. Er moet voldaan worden aan de infiltratieverplichting uit de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. De publiek toegankelijke oppervlakte bedraagt minder dan 150 m². Zodoende dient enkel de toegangsdeur en het toegangspad naar deze deur te voldoen aan de gewestelijke verordening toegankelijkheid. De aanvraag vertoont hiermee geen manifeste strijdigheden.

 

Sectorale wetgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 24.700 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 17 april 2020 akte genomen van de ingediende archeologienota. Het bijhorend programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.

Opgemerkt wordt dat de footprint van het uiteindelijke gebouw in de archeologienota groter is dan deze in de omgevingsvergunningsaanvraag. Deze verschillen zijn te wijten aan last minute planaanpassingen en kunnen daarom genegeerd worden (conform Code van Goede Praktijk, versie 4.0, artikel 7.2). De aard van de ingrepen zijn wel correct vermeld. Deze planaanpassingen zijn minimaal genoeg om geen invloed te hebben op het uiteindelijke programma van maatregelen waardoor het opvragen van een nieuwe archeologienota niet wenselijk is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een logistieke bedrijfssite, gelegen ten oosten van het Kanaaldok B1, wordt een bestaand magazijn voor de opslag van gevaarlijke goederen aangepast en uitgebreid. Eerst wordt ten zuiden en oosten van het bestaand magazijn het compartiment met burelen, sanitair, interne laadput en externe laadput verwijderd. Tevens wordt een bestaande wand, die het magazijn opdeelde in twee delen, gesloopt zodat een magazijn met een oppervlakte van circa 5.960 m² gevormd wordt.

 

Ten zuiden van het bestaand magazijn wordt een nieuwe afvulzone gecreëerd door het magazijn uit te breiden en een nieuwe scheidingswand te plaatsen. Aan de zuidzijde van de afvulzone worden nieuwe laadkades voorzien voor de aanvoer van producten. De afvulzone heeft een totale oppervlakte van circa 2.950 m². Ten westen van het bestaand magazijn wordt een nieuw magazijn gebouwd met een oppervlakte van circa 7.300 m². Aan de zuidzijde van dit magazijn worden eveneens over de hele lengte laadkades voorzien. Tevens wordt een nieuw magazijn voor lege verpakkingen voorzien op de eerste verdieping, boven de laadkades, met een oppervlakte van circa 4.250 m². De bijkomende magazijnen hebben een totale grondoppervlakte van circa 8.750 m² en een hoogte van 15 meter, 3,6 meter hoger dan het bestaande magazijn. De laadkadeputten hebben een diepte van 1,2 meter zodat de vrachtwagens op ideale hoogte kunnen aandokken aan het magazijn.

Aan de zuidoostzijde van het gebouw wordt een compartiment gebouwd voor kantoren en sociale ruimtes. Op het gelijkvloers bevindt zich een technische ruimte voor de brandweer, op de eerste verdieping bevindt zich een aanmeldloket voor chauffeurs en de tweede verdieping wordt ingericht met kantoren, een vergaderzaal, kleedruimtes en sanitair, een refter, een berging en een serverlokaal. De vrije hoogte van het loket betreft circa 3,1 meter en van de kantoren betreft de vrije hoogte 3,7 meter. De totale hoogte van dit compartiment betreft circa 11,4 meter en is even hoog als het bestaande magazijn.

Tevens wordt rondom de uitbreiding van het magazijn een nieuwe verharding aangelegd met een oppervlakte van circa 7.800 m².

Zowel de uitbreiding van het magazijn als de nieuwe verhardingen maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Tot slot wordt de bestaande hoogspanningscabine gesloopt daar deze zich momenteel op de locatie van de nieuwe laadkadeputten bevindt. Een nieuwe hoogspanningscabine zal geplaatst worden op circa 4,5 meter ten westen van een bestaande bluswatertank. De hoogspanningscabine heeft een oppervlakte van 7 m² (3,5 meter x 2 meter) en een hoogte van 2,43 meter. Gelet op de kleinschaligheid van de constructie ten opzichte van de rest van het industrieveld en de clustering ervan bij bestaande en nieuwe bebouwing past het zich in binnen het geheel van het industrieveld.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

In de mobiliteitstoets wordt vermeld dat er in de bestaande toestand 45 parkeerplaatsen voor vrachtwagens en 20 parkeerplaatsen voor personenwagens aanwezig zijn op de site. In voorliggende aanvraag worden 15 bijkomende parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien waardoor er in totaal 35 parkeerplaatsen voor personenwagens zijn. In de nota bijgevoegd bij het wijzigingsverzoek van 29 juni 2020 staat vermeld dat er geen toename is van het personeel. De werknemers uit de diverse verspreide burelen worden in een centraal bureel samen ondergebracht. De extra parkeerplaatsen voor personenwagens zijn voorzien voor bezoekers. Tevens wordt er geen extra personeel of bijkomende laad- en losbewegingen op de site voorzien daar er door het bouwen van de nieuwe magazijnen een tussenstap kan wegvallen in het transportproces. In de bestaande toestand werden goederen naar externe magazijnen gebracht die van daaruit verder getransporteerd worden. In de nieuwe toestand kunnen de goederen langere tijd op de site gestockeerd worden en worden ze rechtstreeks getransporteerd naar de afzet.

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte daar de werknemers die in de nieuwe burelen gehuisvest zullen worden, verhuizen van elders op de site. Er worden wel een aantal bezoekers in het nieuwe kantoor verwacht waarvoor 15 parkeerplaatsen voor personenwagens worden voorzien. Tevens is er geen bijkomende parkeerbehoefte voor vrachtwagens daar het aantal laad- en losbewegingen ongewijzigd blijft. De aanvraag genereert dus geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

De bereikbaarheid van de site verandert niet als gevolg van de geplande uitbreiding. Personenwagens rijden de site op en af aan de oostelijke kant van de site. De looplijnen van de parkeerplaatsen naar het kantoorgebouw worden aangeduid op het mobiliteitsplan dat bijgevoegd werd bij het wijzigingsverzoek van 29 juni 2020. Het is noodzakelijk om de looplijnen ook fysiek visueel weer te geven op het terrein. Dit kan door middel van slemlagen of een gemarkeerde strook met witte lijn zoals een zebrapadpatroon. Op die manier zijn bestuurders zich er van bewust wanneer ze voetgangersstromen kruisen en kunnen conflicten zoveel mogelijk vermeden worden.

 

Vrachtverkeer rijdt de site op aan de westelijke kant van het terrein en rijdt terug weg via de oostelijke kant na het aandoen van de laad-en loskades. De parkeerplaatsen voor vrachtwagens liggen in de nieuwe toestand allemaal op het aanpalend terrein (Blauwhoef 3) en zijn daar geclusterd in 2 zones. De parkeerplaatsen zijn 3,5 meter breed wat voldoende is voor vrachtverkeer. Bovendien wordt een gedeelte van deze plaatsen ook gebruikt om voertuigen langere tijd te laten staan waardoor deze plaatsen een minder frequent aan-en afrijden kennen dan pure parkeerplaatsen. Volgens de nota bijgevoegd bij het wijzigingsverzoek van 29 juni 2020 zullen de chauffeurs nog blijven gebruik maken van het bestaande digitale loket op Blauwhoef 3 waar hen een kadenummer zal toegewezen worden. De looplijnen van de vrachtwagenparkeerplaatsen naar het digitale loket worden aangeduid op het bijgevoegd mobiliteitsplan. Deze moeten eveneens fysiek visueel voorzien worden op het terrein zodat ook hier bestuurders zich er van bewust zijn wanneer ze voetgangersstromen kruisen zodat conflicten met zwaar vervoer ten allen tijde vermeden kunnen worden.

 

Ter hoogte van het bestaande magazijn Blauwhoef 2 is er nog wel een bestaande toegang voor vrachtwagens voor de twee overblijvende laadpunten aan Blauwhoef 2. De vrachtwagens die hier aanrijden hoeven zich echter niet te registreren aan het loket en zijn voldoende afgescheiden van het voetgangersverkeer en de autoparkeerplaatsen.

 

In het nieuw te bouwen loket zullen chauffeurs die aan de laad- en loskades staan, zich moeten aanmelden voor controle van de papieren. De looplijnen naar het nieuwe loket langs de nieuw laad-en loskades ontbreken op het bijgevoegde mobiliteitsplan. Deze looplijnen moeten eveneens fysiek en visueel voorzien worden op de site. Op plaatsen waar vrachtwagens manoeuvreren is het niet wenselijk dat voetgangers van dezelfde ruimte gebruik maken maar lopen zij bij voorkeur gescheiden van de gemotoriseerde stromen.

 

Bij het wijzigingsverzoek van 29 juni 2020 wordt een bijkomende fietsenstalling voorzien aan het kantoor dat plaats biedt aan 20 fietsen. Per fiets wordt er 0,5 meter voorzien wat redelijk krap is om de fiets comfortabel te kunnen stallen. De minimale breedte per fietsstalplaats moet 0,6 meter bedragen. Tevens moet de fietsenstalling overdekt worden om de fietsen van de werknemers te beschermen tegen regen en zon gedurende een werkdag. De fietsenstalling moet op een veilige manier bereikbaar zijn voor fietsers waarbij zij best gescheiden worden van gemotoriseerd verkeer.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De werken staan in functie van de logistieke bedrijfsactiviteiten en worden uitgevoerd op een grootschalig industrieterrein waardoor de ruimtelijke impact eerder beperkt is.

 

Visueel – vormelijke elementen

De uitbreiding van het magazijn wordt opgetrokken in een betonstructuur. De zuidgevel (voorgevel) wordt afgewerkt met gladde betonpanelen tot op een hoogte van 4,8 meter en de uitkraging boven de laadkades wordt afgewerkt met stalen sandwichpanelen. De overige gevels van de uitbreiding worden afgewerkt met een betonnen plint tot op een hoogte van 2,5 meter met daarboven stalen sandwichpanelen. Het gedeelte van het magazijn met kantoren wordt volledig afgewerkt met gladde betonpanelen. De betonpanelen hebben een grijze kleur en de stalen sandwichpanelen een donkergrijze kleur.

Oppervlaktes met een lage energetische reflectiefactor, wat het geval is bij donkere gevel- of dakbekleding hebben een negatieve invloed op het hitte-eilandeffect. Omwille van duurzaamheidseisen is het belangrijk om het hitte-eilandeffect tegen te gaan en is het dus niet wenselijk om de stalen sandwichpanelen van de nieuwe magazijnen, die een grote geveloppervlakte innemen, in een donkergrijze kleur uit te voeren. Om aan deze bekommernis tegemoet te komen, wordt geadviseerd de stalen gevelpanelen uit te voeren in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7053, 7038, 7044, 7047 of een kleur gelijkaardig aan de lichte kleur van het bestaande magazijn waar tegenaan wordt gebouwd.

 

De laadkadeputten worden aangelegd in beton met een vloeistofdichte onderlaag zodat deze gebruikt kunnen worden als opvang van product en bluswater bij calamiteiten. De overige verharding wordt aangelegd in asfalt.

De hoogspanningscabine wordt opgetrokken in beton en afgewerkt met groene structuurverf.

Deze materialen zijn neutraal en dus aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. De adviezen van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen en Petrochemical Pipeline Services zijn voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van de leidingen, kunnen integraal als voorwaarden aan dit advies worden gehecht.

 

Wegens de nabijheid van een hoofdwaterleiding is het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Water-link heeft echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Broekman Logistics Belgium Antwerp (voorheen VLS-Group Belgium) is gespecialiseerd in de op- en overslag van (gevaarlijke) producten in eenheidsverpakkingen. Hiertoe beschikt men op de site over drie magazijncomplexen, namelijk Blauwhoef 1, Blauwhoef 2 en Blauwhoef 3. De totale oppervlakte van deze magazijnen bedraagt circa 29.500 m². De totale opslagcapaciteit van de magazijnen voor de opslag van (gevaarlijke) producten bedraagt 29.498 ton. Daarnaast is er nog een opslagzone in openlucht voorzien met een opslagcapaciteit van 7.000 ton.

 

In de loop van 2020-2021 wenst de exploitant de magazijnen Blauwhoef grondig te wijzigen en uit te breiden. Dit zal gebeuren in twee fases waarbij onderhavige aanvraag kadert in de eerste fase. In deze eerste fase zal enkel magazijn Blauwhoef 2 verbouwd en uitgebreid worden. Tijdens de verbouwings- en uitbreidingswerken van dit magazijn blijven, met uitzondering van de hoogspanningscabine, de vergunde activiteiten behouden zoals vergund of worden ze afgebouwd en tijdelijk ondergebracht in andere magazijnen, eventueel op andere vestigingen, maar volgens het aanvraagdossiers steeds binnen de vergunde capaciteit van deze magazijnen. Alleen de verplaatsing van een transformator naar magazijn Blauwhoef 1 is in deze fase al nodig omdat de vergunde cabine zich in de zone van de verbouwingswerken bevindt.

 

In een tweede fase zal men dan vervolgens een omgevingsvergunningsaanvraag indienen voor de verandering en uitbreiding van de volledige site, inclusief de uitbreiding van magazijn Blauwhoef 2 door aanpassing/uitbreiding van de magazijnen conform de plannen van fase 1.

 

De transformator heeft een individueel nominaal vermogen van 315 kVA. De transformator wordt in een hoogspanningscabine geplaatst. Het is een inrichting ingedeeld in de derde klasse.

 

Voor wat het milieuluik van de aanvraag betreft het een beperkte verandering. Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     Er moet voldaan worden aan de infiltratieverplichting uit de gewestelijke hemelwaterverordening.

-     De looplijnen van de parkeerplaatsen voor personenwagens naar het nieuwe kantoor moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein. Dit kan door middel van een slemlaag met bijvoorbeeld een voetgangerspictogram of witte lijnen zoals een zebrapadpatroon. Op die manier is het duidelijk wanneer gemotoriseerd verkeer bepaalde voetgangersstromen kruist en kunnen conflicten vermeden worden;

-     De looplijnen van de parkeerplaatsen voor vrachtwagens naar het bestaande digitale loket moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein. Vrachtwagenchauffeurs dienen op een veilige manier het loket te kunnen bereiken om zich aan te melden;

-     Er moeten looplijnen op het terrein aangebracht worden van alle laad-en loskades naar het nieuwe loket voor controle van de papieren. Deze looplijnen moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein;

-     Indien mogelijk moeten de looplijnen voor voetgangers zoveel mogelijk gescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer en zeker op plaatsen waar veel manoeuvres gebeuren;

-     Elke fietsparkeerplaats moet een minimale breedte hebben van minimaal 0,6 meter. De fietsenstalling moet overdekt worden om de fietsen te beschermen tegen regen en zon gedurende een werkdag;

-     De fietsenstalling moet op een veilige manier bereikbaar zijn voor fietsers waarbij zij best gescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer;

-     Er wordt geadviseerd de stalen gevelpanelen uit te voeren in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7053, 7038, 7044, 7047 of in een gelijkaardige lichte kleur als de gevel van het bestaande magazijn;

-     De voorwaarden uit het advies van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen dienen strikt nageleefd te worden;

-     De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA.

Verplaatsing transfo van 315 kVA

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

3 juni 2020

Start openbaar onderzoek

12 juni 2020

Einde openbaar onderzoek

11 juli 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

23 juli 2020

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

12 juni 2020

11 juli 2020

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Fluxys Belgium. Met deze brief reageert Fluxys Belgium op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het project. Het schrijven van Fluxys Belgium werd digitaal verstuurd, via het Omgevingsloket, waardoor de provincie, als vergunningverlener, reeds over dit schrijven beschikt.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-     Er moet voldaan worden aan de infiltratieverplichting uit de gewestelijke hemelwaterverordening.

-     De looplijnen van de parkeerplaatsen voor personenwagens naar het nieuwe kantoor moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein. Dit kan door middel van een slemlaag met bijvoorbeeld een voetgangerspictogram of witte lijnen zoals een zebrapadpatroon. Op die manier is het duidelijk wanneer gemotoriseerd verkeer bepaalde voetgangersstromen kruist en kunnen conflicten vermeden worden;

-     De looplijnen van de parkeerplaatsen voor vrachtwagens naar het bestaande digitale loket moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein. Vrachtwagenchauffeurs dienen op een veilige manier het loket te kunnen bereiken om zich aan te melden;

-     Er moeten looplijnen op het terrein aangebracht worden van alle laad-en loskades naar het nieuwe loket voor controle van de papieren. Deze looplijnen moeten fysiek en visueel aangebracht worden op het terrein;

-     Indien mogelijk moeten de looplijnen voor voetgangers zoveel mogelijk gescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer en zeker op plaatsen waar veel manoeuvres gebeuren;

-     Elke fietsparkeerplaats moet een minimale breedte hebben van minimaal 0,6 meter. De fietsenstalling moet overdekt worden om de fietsen te beschermen tegen regen en zon gedurende een werkdag;

-     De fietsenstalling moet op een veilige manier bereikbaar zijn voor fietsers waarbij zij best gescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer;

-     Er wordt geadviseerd de stalen gevelpanelen uit te voeren in een lichte kleur zoals RAL 7004, 7030, 7032, 7053, 7038, 7044, 7047 of in een gelijkaardige lichte kleur als de gevel van het bestaande magazijn;

-     De voorwaarden uit het advies van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen dienen strikt nageleefd te worden;

-     De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.