Terug
Gepubliceerd op 16/11/2020

2020_CBS_09378 - Omgevingsvergunning - OMV_2020106226. Frans Brandsstraat ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/11/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_09378 - Omgevingsvergunning - OMV_2020106226. Frans Brandsstraat ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring 2020_CBS_09378 - Omgevingsvergunning - OMV_2020106226. Frans Brandsstraat ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020106226

Gegevens van de aanvrager:

NV DURABRIK BOUWBEDRIJVEN - DURABRIK ENTREPRISES DE CONSTRUCTION met als contactadres Landegemstraat 10 te 9031 Gent

Ligging van het project:

Frans Brandsstraat ZN te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 19 sectie C nrs. 63A, 70A, 73G4, 74F en 74C

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van een vrijstaande gemeenschapsvoorziening met 37 assistentiewoningen en aanhorigheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          10 november 2017: verkavelingsvergunning (20177) voor het verkavelen van een terrein in 23 eengezinswoningen (loten 3 t/m 25), twee appartementsgebouwen (lot 2), een gebouw met assistentiewoningen (lot 1), een buurtplein en nieuwe openbare wegenis;

-          18 oktober 2019: vergunning (20191189) voor het bouwen van 21 eengezinswoningen;

-          20 december 2019: weigering (20191884) voor het bouwen van 37 assistentieflats;

-          28 augustus 2020: verkavelingsvergunning (202012) voor het wijzigen van de algemene voorschriften en de voorschriften van de loten 1 en 2 met betrekking tot het aantal assistentiewoningen (van 30 naar 37) en het parkeren.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          verkaveling, inclusief de aanleg van wegenis;

-          eengezinswoningen op de loten 3-6 en 9-25.

 

Huidige toestand

 

-          een braakliggend terrein met struiken en gras grenzend aan de Frans Brandsstraat en de Julien Douwsstraat.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: gemeenschapsvoorziening in de vorm van 37 assistentiewoningen;

-          bouwvolume: vrijstaande nieuwbouw van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • de gevel wordt in hoofdzaak gekenmerkt door zijn in- en uitspringende geveldelen in combinatie met de overhangende terrassen op de eerste en tweede verdieping;
  • de gevels van het gebouw worden afgewerkt in een geel bruin genuanceerde gevelsteen in combinatie met lichtgrijze architectonische beton prefab-gevelelementen;

-          inrichting:

  • binnen het gewenste bouwvolume realiseert men 37 assistentiewoningen met een private tuin of terraszone;
  • deze assistentiewoningen beschikken telkens over één slaapkamer en hebben een netto vloeroppervlakte gelegen tussen de circa 49 en circa 63m²;
  • op de benedenverdieping realiseert men de nodige technische lokalen, alsook de nodige bergingen en fietsenstalplaatsen;
  • op de tweede verdieping bevindt zich het stooklokaal;
  • de buitenaanleg rondom het nieuwe gebouw omvat in hoofdzaak tuinzones horende bij de assistentiewoningen op de benedenverdieping van het gebouw;
  • daarnaast voorziet men in de buitenaanleg 4 autoparkeerplaatsen waarvan er 2 worden aangepast voor mensen met een mobiele beperking en de nodige toegangspaden naar het gebouw.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          vrijstaande nieuwbouw met 37 assistentiewoningen;

-          buitenaanleg rond het gebouw met parking.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

23 september 2020

23 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

23 september 2020

19 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

23 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

PROXIMUS

23 september 2020

16 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

23 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

23 september 2020

7 oktober 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

23 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

23 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (inzake grond- en pandendecreet)

23 september 2020

15 oktober 2020

stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie

23 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

23 september 2020

5 oktober 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling BD/2017/V/0004, goedgekeurd op 10 november 2017, meer bepaald in lot(en) 1 en 1.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

 

  • artikel 24: de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van alle appartementsdeuren raakt het gesloten deurvlak niet. Aan de binnenzijde van appartement 2.9 raakt de vrije en vlakke draairuimte het draaivlak van de deur niet.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de slaapkamer van assistentiewoning 1.2 heeft plaatselijk slechts een vrije hoogte van 2,40 meter;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    men voorziet slechts 29 autostaanplaatsen bij de bouw van deze nieuwe gemeenschapsvoorziening;
  • artikel 37 Centrale ruimte voor warmteproductie en leidingkokers:

        de centrale stookplaats heeft slechts een vloeroppervlakte van 18,5 m².

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een omvangrijke oppervlakte, maar ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat een positieve uitspraak mogelijk is mits naleven van de bepalingen van de hemelwaterverordening.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.


Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 14 juli 2016. De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het bouwen van 37 assistentieflats. Het gaat in de voorliggende aanvraag om kamers waarvoor de vergunning door een erkende residentiële zorgvoorziening wordt aangevraagd. De kamers dienen dan ook niet te voldoen aan de minimale oppervlaktenormen voor woningen.

 

Op 20 december 2019 werd een aanvraag voor het bouwen van 37 assistentieflats geweigerd omwille van onverenigbaarheden met de toen geldende verkavelingsvergunning. Hierna werd op 28 augustus 2020 een wijziging van de verkavelingsvergunning verleend met betrekking tot het aantal assistentiewoningen (van 30 naar 37). Voorliggende aanvraag omvat de bouw van 37 assistentiewoningen op lot 1. De voorliggende aanvraag is conform de verkavelingsvergunning.

 

Het aantal woongelegenheden wijzigt van 30 naar 37 assistentieflats, een vermeerdering van 7 assistentieflats. De functie op zich wijzigt niet waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft. De assistentieflats zijn gelegen vlakbij het centrum van Berendrecht, openbaar vervoer en heel wat (basis)voorzieningen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De 37 assistentiewoningen die nu voorzien worden, blijven binnen het bouwvolume zoals vergund in de oorspronkelijke verkavelingsvergunning (10 november 2017). Het bouwvolume omvat drie bovengrondse bouwlagen onder plat dak met een bouwdiepte van circa 19 m en een gevelbreedte van maximaal 62 m. De bouwhoogte bedraagt maximaal 10,85 m.

 

Tegenover de vorige aanvraag is het gebouw circa 1 m versmald en circa 1,15 m verlengd. De footprint van het gebouw is hierbij nagenoeg hetzelfde gebleven en valt binnen de zone voor bebouwing zoals bepaald in de huidige verkavelingsvergunning.

 

De omgevingsaanleg in de onmiddellijke omgeving van het gebouw voldoet aan de voorschriften doordat ze voorziet in voldoende groenbuffer, veelal hagen of bomen, tegenover de parking en de nieuwe aangelegde straten. Deze groenvoorzieningen bufferen eventuele visuele overlast en geluidsoverlast op een aanvaardbare manier. De tuinen aan de gelijkvloerse units zijn voldoende groot. Ook de groenaanleg tegenover de twee andersvalide parkings is voldoende kwalitatief.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

Het bouwvolume wordt aan de vier gevels voorzien van drie horizontaal doorlopende gevelelementen in architectonisch beton in een lichtgrijze kleur. Tussen deze gevelelementen wordt een gevelsteen voorzien die geel bruin genuanceerd is. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in PVC met een kwarts grijze kleur en een borstwerking in aluminium in een kwarts grijze kleur. Boven de ramen en onder de gevelelementen wordt een gevelbekleding in vlakke aluminium platen voorzien in een kwarts grijze kleur met de beperkte hoogte van 30 cm.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er worden ingestemd met de materialen zoals voorgesteld. Er worden visueel geen storende elementen gebruikt in de vergunningsaanvraag.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

Overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen. Van de archeologienota bijgevoegd in voorliggende vergunning werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 14 juli 2016. De nota bevat voorwaarden, die worden opgelegd in de vergunning.

 

Bodemreliëf

 

Doordat het terrein in helling ligt zal het niveauverschil naar de inkomdeur overbrugt worden

met een voetpad in helling en een trap. Deze helling met tussenbordes en trap voldoen aan de actuele eisen inzake toegankelijkheid.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De erkenningsvoorwaarden voor assistentiewoningen bepalen dat er een ontmoetingsruimte is in de gebouwen van de groep van assistentiewoningen en dat deze te voet bereikbaar is.

Voor de voorliggende aanvraag van 37 assistentenwoningen wordt gebruik gemaakt van de gemeenschappelijke voorziening in het dienstencentrum Molengeest, dat als ontmoetingsruimte fungeert. Het dienstencentrum ligt op minder dan 300 m van de assistentiewoningen en maakt deel uit van de 60 reeds bestaande assistentiewoningen in het noorden van het dienstencentrum. Het dienstencentrum ligt in de onmiddellijke nabijheid van de 37 bijkomende assistentiewoningen en heeft nog voldoende capaciteit volgens de aanvrager. Aangezien het dienstencentrum Molengeest een oppervlakte heeft van circa 600 m² is er geen fysieke uitbreiding van het dienstencentrum noodzakelijk en kunnen de 37 nieuwe assistentiewoningen gebruik maken van dit dienstencentrum.

 

De vrije hoogte van de slaapkamer van assistentiewoning 1.2 op het gelijkvloers bedraagt plaatselijk slechts 2,40 m, waardoor niet voldaan wordt aan artikel 21 van de bouwcode en de woonkwaliteit in het gedrang zou kunnen komen. Echter bedraagt deze plaatselijke tekortkoming slechts 2 m over een gehele lengte van ongeveer 10 m. Het gaat hier dus om een beperkte afwijking bij een van de assistentiewoningen, die voor het overige voorzien worden van ruimschoots voldoende lichtinval en voldoende woonkwaliteit.

 

Volgens artikel 37 van de bouwcode dient dergelijk project over een stookruimte met een minimale vloeroppervlakte van 20 m² te beschikken. In de voorliggende aanvraag bedraagt de stookruimte slechts 18,50 m² vloeroppervlakte. Echter gaat het hier om een stookplaats die voldoende vrije hoogte heeft en die inclusief alle technische aspecten (zoals schouwen) in de stookruimte wel over een oppervlakte van 20 m² beschikt. Een beperkte tekortkoming van 1,5 m² vloerruimte kan omwille van geen nadelige effecten worden aanvaard.

 

Inzake toegankelijkheid voldoet de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van alle appartementsdeuren niet. De vrije een vlakke draairuimte aan de duwzijde dient hier conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid het gesloten deurvlak te raken. Dit wordt opgelegd in voorwaarden. Verder raakt de vrije en vlakke draairuimte aan de binnenzijde van appartement 2.9 het draaivlak van de deur niet. De vrije en vlakke draairuimte dient het draaivlak van de deur te raken. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling/ Milieuvergunningen. Het advies luidt als volgt:

 

De aanvraag betreft de bouw van 37 assistentiewoningen bestaande uit 3 bovengrondse bouwlagen in De Frans Brandstraat. Voor de exploitatie van het gebouw (stookinstallatie, airco,…) is er mogelijks een melding of vergunning noodzakelijk. De exploitant dient na te gaan en de geschikte aanvraag te doen.

Voor de realisatie van de liftputten en funderingen is er mogelijks een bronbemaling nodig. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).

De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.

In dat geval moet bij lozing van >10 m³/u op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4m –mv).

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.”

 

Het advies van de dienst Milieuvergunningen wordt bijgetreden en de voorwaarden worden opgelegd in de vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 30 parkeerplaatsen.

 

Het project betreft het oprichten van een vrijstaande gemeenschapsvoorziening met 37 assistentiewoningen en aanhorigheden.

37 assistentiewoningen met parkeernorm: 37 x 0,8 = 30 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte is 30.

 

De plannen voorzien in 29 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Van deze 29 parkeerplaatsen zijn er 3 parkeerplaatsen voorzien voor andersvaliden. Dit voldoet aan de 6% regel. We stellen vast dat er 1 plaats niet voldoet aan de afmetingen voor andersvaliden, maar deze plaats kan wel dienst doen als gewone parkeerplaats. Als voorwaarde wordt opgelegd om de andersvalide parking op het parkeerterrein met een breedte van 2,80 m enkel te gebruiken als gewone parkeerplaats zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan.

 

In de beschrijvende nota verwijst men naar een parkeerplaats van de appartementen uit omgevingsvergunning 20201567 als nuttige parkeerplaats voor de assistentiewoningen. In het toenmalige dossier bleek 1 parkeerplaats niet nuttig wegens te klein. Gezien er geen gegevens toegevoegd werden over de aanpassing hiervan kan ook deze plaats niet als nuttige parkeerplaats worden beschouwd. Parkeerplaatsen mogen niet voorzien worden op privaat terrein van andere gebouwen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 29.

 

Lot 1 is te klein in oppervlakte om nog een extra parkeerplaats te voorzien zonder in te boeten aan de kwaliteit van de omgevingsaanleg en zo de woonkwaliteit in het gedrang te brengen. Wel dient parking 1 of 2 op lot 1 te worden aangelegd als een andersvalide parking zodat wordt voldaan aan de 6% regel.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 30 – 29 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de mindervalide parkeerplaats op het parkeerterrein ten oosten van de assistentiewoningen enkel te gebruiken als gewone parkeerplaats zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;

3.      parking 1 of 2 op lot 1 dient aangelegd te worden als een andersvalide parking;

4.      de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van alle appartementsdeuren dient het gesloten deurvlak te raken, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

5.      de vrije en vlakke draairuimte aan de binnenzijde van appartement 2.9 dient het draaivlak van de deur te raken, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

6.      er dient voldaan te worden aan de opgelegde voorwaarden opgesteld door Aquafin nv;

7.      er dient voldaan te worden aan de opgelegde voorwaarden opgesteld door Proximus;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

9.      de voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

10.  voor de exploitatie van het gebouw (stookinstallatie, airco,…) is er mogelijks een melding of vergunning noodzakelijk. De exploitant dient dit na te gaan;

11.  de initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/u op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden;

12.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd;

13.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlakte water 2. hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 september 2020

Volledig en ontvankelijk

23 september 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 november 2020

Verslag GOA

5 november 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de mindervalide parkeerplaats op het parkeerterrein ten oosten van de assistentiewoningen enkel te gebruiken als gewone parkeerplaats zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;

3.      parking 1 of 2 op lot 1 dient aangelegd te worden als een andersvalide parking;

4.      de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van alle appartementsdeuren dient het gesloten deurvlak te raken, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

5.      de vrije en vlakke draairuimte aan de binnenzijde van appartement 2.9 dient het draaivlak van de deur te raken, conform artikel 24 van de verordening inzake toegankelijkheid;

6.      er dient voldaan te worden aan de opgelegde voorwaarden opgesteld door Aquafin nv;

7.      er dient voldaan te worden aan de opgelegde voorwaarden opgesteld door Proximus;

8.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

9.      de voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:

10.  voor de exploitatie van het gebouw (stookinstallatie, airco,…) is er mogelijks een melding of vergunning noodzakelijk. De exploitant dient dit na te gaan;

11.  de initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/u op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden;

12.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd;

13.  de aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlakte water 2. hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.