De gemeenteraad besliste in zitting van 26 oktober 2020 (jaarnummer 594) om zijn goedkeuring te hechten aan:
onder volgende voorwaarden:
Het college neemt kennis van onderstaand verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 21 april 2020 | 28 april 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg nv | 21 april 2020 | 12 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Departement Omgeving - seveso | 21 april 2020 | 29 mei 2020 | Geen advies |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 21 april 2020 | 5 mei 2020 | Gunstig |
Onroerend Erfgoed | 21 april 2020 | 14 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos | 21 april 2020 | 25 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 21 april 2020 | 5 mei 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 21 april 2020 | 8 mei 2020 |
stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes | 21 april 2020 | 22 april 2020 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 21 april 2020 | 5 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 21 april 2020 | 28 april 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 21 april 2020 | 5 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 21 april 2020 | 13 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 21 april 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (inzake grond- en pandendecreet) | 21 april 2020 | 23 april 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 21 april 2020 | 19 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat. Dit zijn de gebieden die in hun staat bewaard moeten worden wegens hun wetenschappelijke of pedagogische waarde. In deze gebieden zijn enkel de handelingen en werken toegestaan, die nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater (zie verder watertoets).
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing. De (her)aangelegde verharding heeft weliswaar een oppervlakte van 8.200 m² (> 40 m²), waarbij in totaal 200 m² extra verharding bijkomt ten opzichte van de huidige situatie, maar het hemelwater dat op de verharding valt, zal op natuurlijke wijze infiltreren in de bodem op eigen terrein.
Daartoe worden volgende maatregelen genomen:
Gelijktijdig met de herinrichting van de wegenis wordt er overal waar mogelijk een minimale RWA voorzien. Deze RWA wordt voornamelijk als een overstortvoorziening voor toekomstige regenwaterputten aangelegd. De RWA mondt uit in de vestinggracht, waar het water gebufferd wordt en geleidelijk aan kan infiltreren.
Met de uit te voeren maatregelen wordt er dus maximaal ingezet op infiltratie.
Het project voldoet aan het standstill beginsel. De aanvraag is verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
De archeologienota werd ingediend door ABO, door het agentschap Onroerend Erfgoed werd hiervan op 18/09/2019 akte genomen. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt een landschappelijk bodemonderzoek in de vorm van profielputten in uitgesteld traject voor zone 1 en een werfbegeleiding in de vorm van een opgraving voor zones 2 tot 6. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/12205). De landschappelijke profielputten dienen voorafgaand uitgevoerd te worden. Afhankelijk van dit resultaat stelt de erkende archeoloog voor zone 1 een nieuw programma van maatregelen op (opgraving of vrijgage). De zones 2 tot 6 dienen tijdens de werkzaamheden sowieso opgegraven te worden in de vorm van een werfbegeleiding.
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag voorziet in de optimalisatie van de rioleringsinfrastructuur in de dorpskern te Lillo, meer specifiek voor de Scheldelaan, Vestingstraat, Tolhuisstraat, Havenmarkt, Kazerneplein, de Omwentelingsstraat en de Stroomstraat. Daarbij wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd, de bestaande wegenis heraangelegd en een bezoekersparking verplaatst. Tegelijk wordt ook de historische (fort)omwalling rond de nieuwe bewonersparking gerestaureerd. De zuidoostelijke hoek van de omwalling wordt in de vestinggracht terug opgebouwd. Verder wordt ook de landinwaartse herprofilering van de dijk, die in de toekomst zal worden verhoogd, meegenomen in de vergunningsaanvraag. Kortom, de aanvraag omvat infrastructuur- en terreinaanlegwerken en betreft geen functiewijziging.
De werken zijn deels in woongebied met CHE-waarde en deels in parkgebied voorzien. De werken die in woongebied worden uitgevoerd zijn het optimaliseren van de riolerings- en wegeninfrastructuur waarbij aan de hand van onder meer wadi’s en infiltratiegrachten ingezet wordt op infiltratie. Dit is in overeenstemming met het woongebied met CHE-waarde. De heropbouw van de historische vestinggracht sluit bovendien aan bij de wenselijkheid om de historische toestand terug te brengen en is bijgevolg bestemmingsconform met het woongebied met CHE-waarde.
Gezien de heropbouw van de vestinggracht gericht is op het behoud, de bescherming en het herstel van het (historische) natuurlijk milieu, is deze restauratie in overeenstemming met de bestemming parkgebied. De aangevraagde handeling voor de riolerings- en wegenisinfrastructuur alsook de beoogde landinwaartse herprofilering zijn in principe niet verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften in parkgebieden. Hiervoor wordt een gemotiveerde afwijking gevraagd in de verantwoordingsnota conform artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat stelt dat voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, afgeweken kan worden van de stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. De werken betreffen enkel het aanbrengen van een gescheiden rioleringsstelsel waarbij de bestaande bovenbouw opengebroken dient te worden en wordt heraangelegd in dezelfde materialen, en dit over een lengte van ongeveer 370 m. De wegenis wordt heraangelegd naar zijn oorspronkelijke toestand, meer bepaald met kasseien, maar dan met open in plaats van gesloten voeg. De Scheldelaan krijgt een nieuw lengteprofiel en een licht gewijzigd tracé als gevolg van het herstel van de vestinggracht. De landinwaartse herprofilering van de dijk heeft geen betrekking op het wijzigen van bestaande waterwegen. Het betreft louter het aanpassen van het talud teneinde te kunnen aansluiten op het jaagpad op de dijk.
Gelet op het feit dat de werken nauwelijks een wijziging van bestaande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben, ze een beperkte ruimtelijke impact hebben en ze in het algemeen belang zijn, kunnen deze afwijkingen toegestaan worden. De handelingen van algemeen belang hebben een ruimtelijk beperkte impact omdat ze slechts een wijziging en beperkte uitbreiding van de bestaande infrastructuren tot gevolg hebben.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De uitbreiding van de vestingsgracht, de restauratie van de historische (forten)omwalling rond de nieuwe bewonersparking en het verplaatsen van de bezoekersparking zijn ruimtelijk aanvaardbaar.
Ter hoogte van de nieuwe bewonersparking wordt nieuwe vegetatie aangeplant, die gelet op het historische karakter van het fort afgestemd wordt op de reeds aanwezige soorten.
Visueel-vormelijke elementen – cultuurhistorische aspecten
Het Agentschap Onroerend erfgoed geeft een gunstig advies als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
“De aanleg van het rioleringssysteem heeft geen negatieve impact aangezien de straten in oorspronkelijke staat worden hersteld. De aanleg van kasseien met een open voeg is positief (historisch correcter), we vragen echter wel om de oorspronkelijke kasseien maximaal te herbruiken.
De reconstructie van het bastion is verantwoord binnen de scope van de toekomstige Sigma-werken waarbij de scheldedijk voor Lillo zal verhoogd en gesloten worden. De reconstructie dient te gebeuren steunend op de beschikbare historische bronnen aangevuld met opmetingen in het fort Lillo en zusterfort Liefkenshoek. De voorgestelde opbouw van het bastion lijkt aan die voorwaarden te voldoen.”
Verder werd het advies van de dienst Monumentenzorg ingewonnen:
“De geplande werken situeren zich in het Fort van Lillo dat in zijn totaliteit opgenomen is op de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 14 maart 2019. Het fort werd tevens bij koninklijk besluit van 15 april 1981 beschermd als stadsgezicht, inclusief de getijdenhaven. Tenslotte werden in hetzelfde beschermingsbesluit enkele onderdelen van het fort individueel beschermd als monument, met name het kruitmagazijn, de kazematten, de officierswoningen en de omwalling met twee poternes. Op het geestplan staat Lillo Fort integraal ingekleurd als woonzone met culturele, historische en/of esthetische waarde, waarbij de wenselijkheid van het behoud vooropgesteld wordt.
Bij de aanvraag is een uitvoerige erfgoednota gevoegd waarin de geplande ingrepen en hun impact op het aanwezige erfgoed worden toegelicht. De plannen werden vooraf besproken met de dienst monumentenzorg.”
Met deze aanvraag zal een eerste fase van het masterplan dat voor Fort Lillo opgesteld worden ook gerealiseerd worden. Deze werken hebben een grote impact op het beschermde geheel omdat als belangrijkste doelstelling het herstel van het fort vooropgesteld wordt. Binnen de huidige aanvraag blijft de zone van het getijdenhaventje buiten beschouwing.
Het uitgangspunt van de werken is het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel in Lillo en de reconstructie van het vuurbaken bolwerk. In dit bolwerk wordt er een bewonersparking aangelegd.
De geplande rioleringswerken hebben als dusdanig weinig tot geen impact op het bovengronds erfgoed. Hier dient enkel het archeologisch aspect voldoende meegenomen te worden.
Bij de aanpak van de verhardingen gaat het ontwerp uit van een uniform gebruik van kasseien over het gehele projectgebied. Dit materiaal is conform het historisch karakter van de site en betekent een herstel van de eenvormigheid van het straatbeeld. Door een gelijkgrondse aanleg en het gebruik van verzonken boordstenen en een gladde kassei wordt tegelijk tegemoet gekomen aan een betere ergonomie voor de gebruiker. De heraanleg van de bestaande straten en de nieuwe parking houden voldoende rekening met het beschermd karakter van de omgeving.
Het herstel van de taluds van het fort en de voorgenomen waterwerken, in het bijzonder het verlengen van de gracht naar de oorspronkelijke vorm, zijn eveneens gericht op een herwaardering van het historische fort. Hierdoor wordt de leesbaarheid van één van de bastions opnieuw duidelijk. Het gedeeltelijk aanvullen van de gracht en de nieuwe uitgraving versterken de historische figuur. De parkingfunctie in het bastion maakt het mogelijk om elders de parkeerdruk weg te nemen en eveneens de historische situatie te herstellen.
De herstelwerkzaamheden voor het bastion hebben tot gevolg dat bestaande bomen dienen gerooid te worden. In de nieuwe situatie worden echter opnieuw bomen voorzien die op hun beurt de eenvormigheid van het fort zullen accentueren.
Voor de open groenzones die zich binnen het fort bevinden is het aangewezen de bestaande toestand te respecteren en zo min mogelijk in te grijpen op het reliëf in functie van de afwatering.
Bodemreliëf
Voor de aangevraagde werken worden de bestaande bomen zo veel mogelijk behouden. 45 vergunningsplichtige bomen dienen te worden gerooid. De overige bomen worden tijdens de werken afgeschermd. Het herstel van de huidige vestinggracht naar de historische toestand houdt in dat de gracht uitbreidt ten koste van een gedeelte van het aanliggende parkgedeelte met bomen. In de toekomstige situatie zal de combinatie van een (uitgebreider) eutrofe plas met een betere waterkwaliteit en de heraanplant van een dubbele rij inheemse bomen echter een positief effect genereren.
De werken interfereren ook beperkt met een rietvegetatie. Ter hoogte van deze locatie wordt een persleiding ondergronds aangelegd. Na de werken kan deze oppervlakte zich in de oorspronkelijke staat herstellen. Het spreekt voor zich dat hiertoe een geschikte uitgangssituatie dient te worden gecreëerd. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij vergunning.
Er wordt eveneens opgelegd om voorafgaand aan de werken alle te vellen bomen te screenen op hun belang voor vleermuizen (nestholtes/batdetector), zo wordt geduid. Bij aanwezigheid van nestholtes wordt de velling voorzien tussen half september en half oktober. Ter vervanging van de holtes zullen dan vleermuiskasten worden geplaatst. De paardenkastanjes en esdoorns langs de Vestingstraat of aan de andere zijden van de omwalling komen hiervoor in aanmerking. Gezien er op de site verschillende omvangrijke bomen voorkomen is het aangewezen de resultaten van de screening voorafgaand aan de velling over te maken aan Natuur en Bos zodat verdere detailafspraken kunnen worden gemaakt aangaande de velling (het betreft dan volgende aanvullende maatregelen: afdichten van de holtes, in stukken ontmantelen van de boom, concrete locatie plaatsing vleermuiskasten, eventuele verlaatte kapdatum). Sowieso worden geen vellingen uitgevoerd tijdens het broedseizoen (ongeacht het belang van de te vellen boom voor vleermuizen).
Voor de werken wordt ook de wegenis aangepast. Het is onduidelijk of ook de verlichting wordt aangepast /of er verlichting wordt bijgeplaatst. Gezien het parkkarakter, de omwalling en de nabijheid van de Schelde heeft dit gebied een belang voor vleermuizen. In die zin is het noodzakelijk om enkel verlichting te plaatsen waar nodig, verlichting zodanig te plaatsen dat deze enkel het doelgebied aanstraalt, geen diffuse verlichting te voorzien, geen verstralers of verlichting die naar boven straalt te voorzien en te werken met full-cutoff armaturen met bij voorkeur een aangepast vleermuisvriendelijk spectrum. In geen geval mag bijkomende lichtverstoring ontstaan door de werkzaamheden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij vergunning.
Gezien de noodzakelijke velling van bomen in parkgebied wordt ook het wijzigen van vegetaties aangevraagd. Op basis van de gegevens in deze aanvraag is het Agentschap Natuur en Bos van oordeel dat de schade aan de natuurwaarden maximaal wordt vermeden (zie hierboven). De werken interfereren ook met enkele verboden te wijzigen vegetaties (eutrofe plas en rietvegetatie). Het betreft echter tijdelijke innames die na de werken worden hersteld. In die zin kan een afwijking worden verstrekt.
Verder werd ook het advies van de stadsdienst Groen en begraafplaatsen ingewonnen. Het creëren van een wadi's aan het kazerneplein met bestaande bomen zullen de bomen onherroepelijk beschadigen in hun wortelzone. Het hoogte verschil zal er minimum moeten blijven om deze bomen te kunnen bewaren.
Op de nieuwe dijken staan er veel te grote ingetekende bomen, dit leidt tot een perceptieverschil bij bewoners in functie van het eindresultaat. Grote bomen kunnen niet worden aangeplant in sterke hellingen. Hierdoor zullen er maar erg kleine bomen met wortelgoed kunnen worden aangeplant waardoor het zeer lang zou duren voor er een groenvolume wordt gecreëerd. Er wordt voorgesteld om hier met dragers en ondersteuners te werken, en tussen de te behouden bomen nog bomen te planten van korte omloop om het tijdelijk karakter van verlies van groenvolume te minimaliseren.
De dienst Groen en begraafplaatsen legt als voorwaarden bij vergunning op dat de 45 gevelde bomen lokaal terug heraangeplant moeten worden in boomklasse 1A, er tijdens de aanleg gepaste boombeschermingsmaatregelen moeten toegepast worden om te behouden bomen te vrijwaren van schade en om een schade te beperken bij de heraanleg van de riolering naast de Scheldelaan een wortelonderzoek uit te voeren.
Archeologie
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (meer dan 100.000 m², exacte afbakening niet geweten) en ingreep in de bodem groter dan 1.000 m². Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De geplande werkzaamheden vinden plaats in het historisch, en voor Antwerpen, belangrijk Fort Lillo. Bij deze graafwerken worden zeker archeologische restanten in de ondergrond verwacht.
De archeologienota werd ingediend door ABO, door het agentschap Onroerend Erfgoed werd hiervan op 18/09/2019 akte genomen. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt een landschappelijk bodemonderzoek in de vorm van profielputten in uitgesteld traject voor zone 1 en een werfbegeleiding in de vorm van een opgraving voor zones 2 tot 6. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/12205). De landschappelijke profielputten dienen voorafgaand uitgevoerd te worden. Afhankelijk van dit resultaat stelt de erkende archeoloog voor zone 1 een nieuw programma van maatregelen op (opgraving of vrijgage). De zones 2 tot 6 dienen tijdens de werkzaamheden sowieso opgegraven te worden in de vorm van een werfbegeleiding.
Milieuaspecten
De dienst milieuvergunningen gaf een voorwaardelijk gunstig advies.
De aanvraag betreft het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel en terreinwerken in de Stroomstraat, Vestingstraat, Tolhuisstraat, Havenmarkt en het Kazerneplein te Lillo. Er wordt een pompstation en bijhorende persleiding aangelegd. Daarnaast wordt een deel van de bestaande gracht gedempt langs de Vestingstraat en wordt er een deel van de gracht uitgebreid en verlengd. Ook worden er taluds, een infiltratiegracht, een ondiepe gracht, wadi’s/afwateringszones en parkeerplaatsen aangelegd. Bestaande bomen zullen gerooid worden en er zullen nieuwe bomen geplant worden.
Voor de realisatie van het pompstation en de aanleg van de gemengde riolering zijn er mogelijks grondwaterbemalingen noodzakelijk. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).
De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/u op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4m –mv).
Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.
Voorliggend projectgebied grenst aan twee Speciale Beschermingszones (SBZ), zijnde het Europees habitatrichtlijngebied (SBZ-H) ‘Schelde- en Durmestuarium van de Nederlandse grens tot Gent’ en het Europees Vogelrichtlijngebied (SBZ-V) ‘Schorren en polders van de BenedenSchelde’. Binnen dit SBZ-H is tevens een deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) gelegen, met name ‘Slikken en schorren langsheen de Schelde’ dat aangeduid is als grote eenheid natuur. Mogelijke effecten op deze gebieden werden beschreven in de ‘Voortoets Passende beoordeling – Verscherpte natuurtoets sanering en aanleg gescheiden stelsel Lillo’ en in de ‘Natuurtoets’. Volgende effectgroepen werden beoordeeld: ruimtebeslag, versnippering, verstoring, eutrofiëring, verzuring, grondwaterstand, hydrologie, verontreiniging en verzoeting/verzilting. Volgens de nota’s zijn er geen negatieve milieueffecten, wel worden er een aantal randvoorwaarden meegegeven. Deze randvoorwaarden worden best als voorwaarden in de vergunning opgenomen.
Gezien de ligging van het project is het zeer belangrijk dat, indien grondwaterbemalingen noodzakelijk zijn, duidelijk omschreven wordt welke maatregelen er zullen genomen worden om de invloed van de bemalingen op de omgeving te beperken.
Vanuit milieutechnisch oogpunt is er geen bezwaar de vergunning te verlenen mits dat de randvoorwaarden die beschreven staan in de natuurtoets als voorwaarden in de vergunning worden opgenomen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
AG VESPA en Vastgoed geven voorwaardelijk gunstig advies op het aangevraagde rond de vernieuwing van de riolering en de bestrating in Fort Lillo op voorwaarde dat er maximaal minder-hinder maatregelen toegepast worden om de hinder tot een minimum te beperken en de toegankelijkheid van het patrimonium ten allen tijde te garanderen. Dit wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd.
Voor deze aanvraag werd tevens het advies van de verkeerspolitie ingewonnen. De verkeerspolitie heeft vanuit?verkeersveiligheidsoogpunt?geen?opmerking?op de aanvraag?voor het?aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel en?terreinaanlegwerken.
De Vlaamse Waterweg beoordeelt het aangevraagde gunstig.Gelijktijdig met de herinrichting van de wegenis wordt er overal waar mogelijk een minimale RWA voorzien. Deze RWA wordt voornamelijk als een overstortvoorziening voor toekomstige regenwaterputten aangelegd. De RWA mondt uit in de vestinggracht, waar het water gebufferd wordt en geleidelijk aan kan infiltreren. Het project voldoet aan het standstill-beginsel. De aanvraag is verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. De aanvraag heeft betrekking op het vellen van bomen, het verplaatsen van de autoparking, het (her)aanleggen van infrastructuur- en riolering, vegetatiewijzigingen en terreinaanlegwerken.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 21 april 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 5 mei 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 3 juni 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 10 september 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 25 september 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 24 oktober 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | 26 oktober 2020 |
Uiterste beslissingsdatum | 2 december 2020 |
Verslag GOA | 24 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden: De meldingsdatum van de aanplakking van de gele affiches was 11 mei 2020. Het openbaar onderzoek startte echter reeds op 5 mei 2020. De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 mei 2020 | 3 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 1 |
25 september 2020 | 24 oktober 2020 | 0 | 0 | 0 | 21 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Tijdens de periodes van het openbaar onderzoek werden 22 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020041127 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN NV met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Scheldelaan, Vestingstraat, Tolhuisstraat, Havenmarkt, Kazerneplein, Omwentelingstraat en Stroomstraat te 2040 Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 18 sectie F nrs. 5A, 7S, 10B, 18D, 19F, 22C, 23B, 24A, 26A, 27B, 28G, 29E, 31D, 33B, 34, 35, 36G, 36E, 36H, 37, 38A, 41C, 42C, 43F, 44A, 44C, 48C, 49W, 49S, 49M, 49E, 50C, 51A, 52B, 63E2, 63A3, 63H2, 63R2, 63/2 , 63X2, 63T2, 63W2, 63/3 , 63G2, 63K2, 63Z2, 63L2 en 64E |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel en terreinaanlegwerken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde/huidige toestand
Gewenste toestand
Inhoud van de aanvraag
Infrastructuur- en terreinaanlegwerken:
Omschrijving vegetatiewijzigingen
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.