Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_CBS_04975 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020041975. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04975 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020041975. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_04975 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020041975. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020041975

Gegevens van de aanvrager:

Zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BVBA Evides Antwerpen Water met als adres Lamorinièrestraat 235 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie D nr 9S

Inrichtingsnummer:

20200120-0062 (BASF E527)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

behandelen van proceswater tot deminwater: exploitatie en bouwen van de constructies

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 26 augustus 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/77991-91/141) voor tussenopslag huishoudelijk afval - bouw E 501.

-        Op 26 augustus 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/77990-91/142) voor tussenopslag chemisch afval - bouw E 503.

-        Op 11 februari 1999 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN5/1998/B/0312) voor bouwen van koelcellen en een schakelkamer E 501 en E 502.

-        Op 7 mei 2020 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2020027458) voor het bouwen van een schakelkamer en het aanleggen van een bedrijfsinterne weg.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een installatie voor gedemineraliseerd water en bijhorende tanks.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een nieuwe demineralisatie-eenheid op de site van BASF.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

58,30 kW

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

120 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

125 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

60 liter

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

4 mei 2020

2 juni 2020

Gunstig

 






Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de HCl-tanks daar het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte mogelijks vervuild is zodat het als afvalwater beschouwd moet worden. Het hemelwater dat in de inkuiping van deze tanks valt, wordt rechtstreeks aangesloten op het afvalwatercircuit.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de overige tanks en verhardingen daar het hemelwater op natuurlijke wijze naast de overdekte constructie of naast of door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de demiwaterplant. Het hemelwater dat op het dak van de demiwaterplant valt, wordt opgevangen in een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter en hergebruikt voor het sanitair. Tevens wordt er een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van de dokken waardoor er weinig meerwaarde is om te infiltreren vermits er zo weinig invloed is op grondwaterkwaliteit en grondwaterreserves. Het overige hemelwater wordt via het brakwaternet afgevoerd en hergebruikt als koelwater in het koelwatercircuit van de volledige site van BASF Antwerpen. Het overige hemelwater wordt dus in zeker mate ook hergebruikt.

Er wordt tegemoet gekomen aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening. De afwijking kan worden toegestaan.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een reeds ontwikkeld blokveld gelegen temidden van een grootschalig industrieterrein in het noorden van de Antwerpse haven, wordt een installatie voor de productie van gedemineraliseerd water (demiwater) gebouwd. Deze installatie zal de bestaande demiwaterinstallatie (D550) op de site vervangen. De afbraak van deze installatie maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

 

De nieuwe demiplant, het gebouw waarin het eigenlijke productieproces plaatsvindt, heeft een oppervlakte van circa 2.720 m² en bevat een proceshal, administratieve ruimtes en andere proces gerelateerde ruimtes. De proceshal is de grootste ruimte en bevindt zich centraal in het gebouw. Ten westen van de proceshal bevindt zich het administratief volume dat wordt ingericht met sanitair en kleedruimtes, een kantine, twee vergaderzalen, een kantoor, een controlekamer, een magazijn en werkplaatsen. Het kantoor, de kantine en vergaderzalen hebben een vrije hoogte van 3 meter. Ten zuiden van het administratieve volume zijn twee ruimtes voorzien voor de opslag van natriumhydroxide en natriumwaterstofsulfiet. Tevens bevindt zich ten noorden van de proceshal op het gelijkvloers een pompruimte met daarboven drie elektrische ruimtes. De demiplant heeft een maximale hoogte van circa 13,7 meter.

 

Rondom de demiplant worden volgende tanks geplaatst:

-        Demiwatertanks: ten noorden van de demiplant worden twee demiwatertanks geplaatst voor de buffering en distributie van het demiwater. Deze tanks hebben elk een diameter van 18 meter en een inhoud van 6.000 m³. De tanks worden geplaatst op een betonnen sokkel en hebben een hoogte van circa 24,3 meter.

-        Neutralisatiereservoirs: ten westen van demiwatertank 2 worden twee tanks geplaatst voor het bufferen van het vanuit het proces vrijgekomen restwater. Deze tanks hebben elk een diameter van 6,5 meter en een inhoud van 340 m³. De tanks worden geplaatst op een betonnen sokkel en hebben een hoogte van circa 12,3 meter.

-        HCl-tanks: ten westen van de neutralisatiereservoirs worden twee tanks geplaatst voor de opslag van waterstofchloride. De tanks worden in een betonnen inkuiping, die grenst aan de nieuwe demiplant, geplaatst met een oppervlakte van circa 90 m² en wanden van 1,2 meter hoog. De tanks hebben elk een diameter van 2,8 meter en een inhoud van 25 m³. De tanks worden geplaatst op een betonnen sokkel en hebben een hoogte van circa 5 meter.

-        NaCl-tanks: nabij de HCl-tanks worden drie tanks geplaatst voor de opslag van zout in vaste vorm. Deze tanks worden op een betonnen sokkel geplaatst met een oppervlakte van circa 60 m². De tanks hebben elk een diameter van 3 meter en een hoogte van circa 5 meter.

-        Onthard water reservoirs: ten zuidwesten van de nieuwe demiplant worden twee tanks geplaatst waarin onthard water wordt gebufferd en gedistribueerd. Deze tanks hebben elk een diameter van 9 meter en een inhoud van 1.000 m³. De tanks worden geplaatst op een betonnen sokkel en hebben een hoogte van circa 18,3 meter.

-        Opstart reservoir ontharder: ten westen van de tanks voor onthard water wordt tenslotte een tank geplaatst voor de opslag van water ten behoeve van het opstarten van de ontharders. Deze tank heeft een diameter van 5,5 meter en een inhoud van 300 m³. De tank wordt geplaatst op een betonnen sokkel en heeft een hoogte van circa 14,3 meter.


Tevens wordt er ten westen van de nieuwe demiplant en opslagtanks een nieuwe verharding in betonplaten voorzien voor losplaatsen. Deze verharding heeft een oppervlakte van circa 225 m².

Ten noorden van de NaCl-tanks, ten noorden van demiwatertank 1 en ten westen van de demiplant worden waterdoorlatende klinkers aangelegd met een totale oppervlakte van circa 58,5 m². Deze verhardingen worden aangelegd voor het creëren van twee parkeerplaatsen en voor de bereikbaarheid van de vluchtdeuren van de demiplant.

Rondom de opslagtanks wordt ten slotte gras aangelegd. 

 

De nieuwe installaties en constructies maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. Rondom de aanvraag bevinden er zich reeds andere industriële constructies. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Daar de aanvraag het bouwen van een installatie betreft, gelegen temidden van allerlei technische en industriële gebouwen en constructies, is de aanvraag in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel – vormelijke elementen

Het gebouw, de demiplant, wordt opgetrokken in een stalen draagstructuur. De gevels worden afgewerkt met een betonnen plint met een hoogte van 0,5 meter met daarboven lichtgrijze sandwichpanelen (RAL 7035). Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in staal met een lichtgrijze kleur.

Alle tanks hebben dubbelwandige stalen tankwanden in een lichtgrijze kleur.

Deze materialen zijn neutraal waardoor ze aanvaardbaar zijn in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op de site van BASF bevindt zich momenteel op blokveld D500 een demineralisatie-installatie voor de productie van koud gedestilleerd water van hoge kwaliteit, uitgaande van oppervlaktewater geleverd vanuit de Biesbosch (Nederland). Omdat onderdelen van deze installatie tot 50 jaar oud zijn, zal deze door Evides vervangen worden door een nieuw te bouwen demineralisatie-eenheid op (een deel) van blokveld E500. De nieuwe installatie voorziet in de productie van 1.050 m³/uur gedemineraliseerd water.

 

Er wordt opgemerkt dat de verwijdering van de oude installatie een impact heeft op de vergunningstoestand ervan en een aanpassing van de vergunning waarschijnlijk noodzakelijk is. Dit vormt echter geen voorwerp van onderhavige aanvraag.

 

De installatie bestaat uit verschillende productielijnen. Elk van deze lijnen bestaat uit de volgende onderdelen:

- waterontharding: een ionenwisselaar voor de ontharding van het voedingswater;

- omkeerosmose: een pomp drukt de vloeistof door een membraan in de stromingsrichting omgekeerd van die bij osmose;

- mengbed: verwijderen van de resterende opgeloste zouten.

 

De regeneratie van de harsen gebeurt met zoutzuur en natriumhydroxide, waarvoor telkens twee opslagtanks van 25 m³ voorzien worden. Daarnaast worden er nog twee opslagtanks van 25 m³ voorzien voor de opslag van natriumbisulfiet. Het betreft enkelwandige houders uitgerust met een overvulbeveiliging en een lekdetectiesysteem die in een inkuiping worden opgesteld. Volgens het aanvraagdossier wordt de inkuiping voldoende gedimensioneerd. Ter hoogte van de tanks wordt een losstation gebouwd dat voorzien wordt van een vloeistofdichte vloer met opstaande randen, die afwatert naar een opvangput. Voor de opslag van zoutzuur voorziet men een gaswasser om de dampen te neutraliseren. De ademverliezen van de overige producten worden geacht verwaarloosbaar te zijn.

Er worden twee tanks van elk 6.000 m³ netto capaciteit voorzien voor de opslag van het geproduceerde gedemineraliseerd water en voor de verdeling ervan binnen de site van BASF.

 

Verder wordt er 60 liter gevaarlijke vloeistoffen in kleine verpakkingen opgeslagen. Er worden één compressor met een geïnstalleerde drijfkracht van 22 kW en zeven airco’s met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 36,3 kW geïnstalleerd.

 

Het energieverbruik wordt ingeschat op 76 TJ. Het aanvraagdossier bevat een energiestudie waarin onderzocht wordt of er energie-efficiëntiemaatregelen kunnen ingezet worden. Verscheidene maatregelen, zoals bijvoorbeeld de implementatie van een waterontharding als voorbehandelingsstap waardoor de specifieke energie-inzet vermindert, zullen worden toegepast. Het gebruik van EDI technologie (electro-deionisatie) als energie-efficiëntiemaatregel werd volgens de studie niet weerhouden omwille van de verhoging van de specifieke energie-inzet en omdat ze meer storingsgevoelig is.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

58,30 kW

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

120 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

125 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

60 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

28 april 2020

Start openbaar onderzoek

7 mei 2020

Einde openbaar onderzoek

5 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

17 juni 2020

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

7 mei 2020

5 juni 2020

0

0

0

0


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst  Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.