Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_CBS_04942 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040218. Liverpoollaan 31. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04942 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040218. Liverpoollaan 31. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_04942 - Omgevingsvergunning - OMV_2020040218. Liverpoollaan 31. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020040218

Gegevens van de aanvrager:

de heer Gustaaf Schreppers met als contactadres Kerkplein 6 bus 102 te 2400 Mol

Ligging van het project:

Liverpoollaan 31 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7sectie G nr. 2187Z28

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren functiewijziging van een handelsgelijkvloers naar een zelfstandige woonentiteit

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          11/01/2008: vergunning (3152#1062 - 3152#894) heropdelen van superette tot drie woningen met behoud van superette op het gelijkvloers van woning nr. 31;

-          06/02/1992: vergunning (86#910673 -86#900305) samenvoeging van de gelijkvloerse bouwlaag van drie aaneengesloten woningen tot superette;

-          gelegen binnen het vastgesteld bouwkundig erfgoed Sociale woonwijk Luchtbal (ID:122126).

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          hoekpand bestaande uit 3 bouwlagen onder een schuin dak;

-          dichtgebouwd handelsgelijkvloers en bovenliggende wooneenheid;

-          gevels uitgevoerd in witte en beige gevelsteen en wit pvc buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          meergezinsgebouw met 2 woningen;

  • gelijkvloers ingericht als een 1-slaapkamerappartement met een NVO van 65 m² en 22 m² buitenruimte;
  • bovenliggende wooneenheid met dakterras;

-          hoekpand bestaande uit 3 bouwlagen onder een schuin dak;

-          gevels uitgevoerd in witte en beige gevelsteen en wit pvc buitenschrijnwerk.

Gewenste toestand

-          meergezinsgebouw met 2 woningen;

  • gelijkvloers ingericht als een 1-slaapkamerappartement met een NVO van 65 m² en 22 m² buitenruimte (regularisatie);
  • bovenliggende wooneenheid met dakterras (regularisatie terras);

-          hoekpand bestaande uit 3 bouwlagen onder een schuin dak;

-          gesloopte achterbouw in functie van tuin;

-          gewijzigde zijgevel in functie van interne indeling;

-          gevels uitgevoerd in witte en beige gevelsteen en wit pvc buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen functie van handel naar wonen (regularisatie);

-          vermeerderen van aantal wooneenheden van 1 naar 2 (regularisatie);

-          voorzien van dakterras op 1ste verdieping;

-          slopen van de achterste dakconstructie in functie van open ruimte;

-          wijzigen van de zijgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

27 april 2020

29 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

27 april 2020

11 mei 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

27 april 2020

11 mei 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

27 april 2020

29 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 21 minimale hoogte van ruimten: leefruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Het volledige gelijkvloers heeft een vrije hoogte van 2,50 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de regularisatie van de functiewijziging van een voormalig handelsgelijkvloers naar wonen. De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst voor business en innovatie. Zij geven gunstig advies gezien het pand gelegen is buiten de afgebakende kernwinkelgebieden.

De aanvraag is gelegen in een omgeving die wordt gekenmerkt door wonen en is bijgevolg functioneel verenigbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken waarop de aanvraag betrekking heeft, beperken zich binnen het bestaande vergunde bouwvolume. Door het gebruik van de gelijkvloerse bouwlaag als winkelruimte werd de oorspronkelijke tuinzone volledig dichtgebouwd. Een deel van deze bebouwde ruimte wordt terug open gemaakt en ingericht met een gedeeltelijk onverhard en gedeeltelijk groene patio. De bestaande verharde voortuin wordt eveneens terug onthard. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er zijn geen wijzigingen aan de voorgevel ten opzichte van de laatst vergunde toestand. In de zijgevel werden enkele raamopeningen gewijzigd in functie van de interne indeling van de woningen. Deze wijzigingen zijn visueel aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag omvat een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 november 2019. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Om die reden werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentzorg. Zij geven gunstig advies aangezien het pand zijn erfgoedwaarde verloren heeft bij de verbouwing uit 1974.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op artikel 21 (Minimale hoogte van ruimten). Leefruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Het volledige gelijkvloers heeft een vrije hoogte van 2,50 meter. De aanvraag maakt echter onderdeel uit van een groep van 4 woningen waarvan er 3 doorheen de tijd enkele functiewijzigingen hebben ondergaan. Aangezien de hoogte een bestaande vergunde constructie betreft en gezien er voldoende lichtinval en ventilatiemogelijkheden gegarandeerd worden via de voor-, zij- en achtergevel, wordt met toepassing van artikel 3 een afwijking toegestaan.

 

Om de woonkwaliteit van het gelijkvloerse appartement te verhogen wordt een patio gecreëerd die als buitenruimte dienst zal doen. De patio is toegankelijk via de naastgelegen steeg waardoor fietsen op een gebruiksvriendelijke manier in de patio kunnen gestald worden. In de zijgevel die grenst aan de steeg worden extra ramen aangebracht om ook in het centrale deel van het appartement voldoende lichtinval te creëren. Deze ingreep zorgt bovendien voor een levendige plint en sociale controle in de steeg. Het schrijnwerk in de voorgevel op de gelijkvloerse verdieping wordt niet aangepast. Het beglaasde raamgeheel blijft behouden. De ligging van het pand aan een pleintje in een doodlopende straat en de aanwezigheid van een voortuin zorgt voor voldoende afstand om inkijk te voorkomen en de privacy te waarborgen. De beglazing tot op vloerniveau zorgt er voor dat het groen en de beplanting van de voortuin en het pleintje tot in de woning voelbaar zijn.

Het dak van het gelijkvloers werd ingericht als terras bij het appartement op de verdieping. Het aanpalende perceel heeft geen tuin maar wel een lichtstraat in opale beglazing ter hoogte van de perceelsgrens. Om voldoende afstand te bewaren ten aanzien van het aanpalende perceel wordt een vaste plantenbak aangelegd ter hoogte van de perceelsgrens.

De voorgesteld ingrepen voldoen aan de eisen inzake gebruiksgenot en wooncomfort.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Het handelsgelijkvloers wordt verbouwd tot een bijkomende wooneenheid.

Het appartement op het 1ste verdiep blijft ongewijzigd.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De aanvraag omvat 1 bijkomende wooneenheid. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

In de laatst vergunde toestand is er een garage bij het handelsgelijkvloers. Aangezien deze functie verdwijnt, samen met de garage, wordt deze garage niet extra bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval bij de voorliggende aanvraag. Deze heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou dit een negatieve impact hebben op de erfgoedwaarde van de wijk. Daarom kunnen er geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

In de laatst vergunde toestand was er een garage bij het handelsgelijkvloers. De handelszaak voorzag dus in eigen parkeerbehoefte. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0

 

Er kan geen bijstelling gebeuren.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

27 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 juli 2020

Verslag GOA

5 juni 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.