Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020124526 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Marij Colders met als adres Nachtegaallaan 6 bus 14 te 2660 Antwerpen en de heer Younes El Kahhan met als adres Nachtegaallaan 6 bus 14 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dillesstraat 73 te 2660 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 36 sectie B nr. 54M8 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1931: toelating (1006#11807) voor het bouwen van een bergplaats.
Vergunde/vergund geachte toestand
- halfopen eengezinswoning van 1 bouwlaag onder schuin dak;
- gelegen op een hoek;
- zijvolume heeft nok parallel op de straat;
- voorgevel nok haaks op de straat;
- bergplaats achter het huis;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 120666) van Tuinwijk Heike als bouwkundig erfgoed;
- bouwdiepte gelijkvloerse verdieping bedraagt 10,30 meter;
- keuken en wasplaats achteraan;
- terras met luifel achter het huis;
- 3 slaapkamers op de eerste verdieping.
Gewenste toestand
- uitbreiding gelijkvloerse verdieping met open keuken en eetplaats;
- afgesloten inkom;
- uitbreiding eerste verdieping met grotere slaapkamers en badkamer;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een eengezinswoning;
- opheffen van een dragende binnenmuur;
- aanleggen van een oprit in de voortuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 9 oktober 2020 | 27 oktober 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Dillesstraat maakt deel uit van een tuinwijk die wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag heeft betrekking op een uitbreiding ter hoogte van de achtergevel. De nieuwe bouwdiepte wordt vergroot tot 14 meter voor het gelijkvloers en 10 meter op de verdieping. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten
Het perceel maakt deel uit van de historische tuinwijk Heike die opgenomen is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het straatbeeld wordt bepaald door gevels in bruine tinten. De nieuwe uitbreiding wordt gerealiseerd in dezelfde materialen.
Gelet op het historische karakter van de tuinwijk werd er voor dit dossier advies ingewonnen bij de stedelijke dienst monumentenzorg:
“Naar aanleiding van uw vraag om advies, kan ik u melden dat de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is uw pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Beoordeling
A. Cultuurhistorische waardestelling
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat deel uitmaakt van de tuinwijk het ‘Heike’. Deze langgerekte tuinwijk van negentig eengezinswoningen met gebogen tracé die de Hobeuchemstraat, de Genachtenstraat, het Drossaardplein, de Steynstraat nummers 234-248, 250-252 en de Dillesstraat nummers 69-73 omvat, werd in 1922 naar ontwerp van F. Van Rompaey aangelegd door de "Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen". In 1965 werd de wijk uitgebreid met vijf grote eengezinswoningen. Stedenbouwkundige aanleg is voorzien met geasfalteerde, beboomde straten met pleinvorming in de Genachtenstraat en op het Drossaardplein. De beeldbepalende erfgoedwaarde van de wijk schuilt in de symmetrisch opgebouwde éénheidsbebouwingen met regionalistische inslag, geïnspireerd op de ideeën van de Engelse tuinwijkpioniers Ebenezer Howard en Raymund Unwin. Telkens werden twee of meer woningen met kenmerkende punt- of afgeronde topgevels samengevoegd. Op enkele groepen na zijn ze ingeplant met, meestal omhaagde, voortuinen. De doorlopende baksteenbouw die als geheel een sterke eenheid vormt, wordt gekenmerkt door verspringende gevellijnen, verspringende rooilijnen, één of twee bouwlagen onder pannen mansarde- of zadeldaken met herhalende en gestandaardiseerde dakkapellen. De raamopeningen en het oorspronkelijk schrijnwerk vertonen eveneens een sterke standaardisatie; er werd gebruik gemaakt van telkens terugkerende raam- en deurtypologieën. Overigens een sobere geveldecoratie van baksteen of contrasterende gecementeerde gevelvlakken. Op de hoeken van de Hobeuchemstraat en de Steynstraat bevinden zich afgeronde hoekpanden met een (voormalige) winkelfunctie. Deze panden hebben als het ware een ‘poortfunctie’ en geven de toegang van de wijk aan.
Het pand is beeldbepalend omdat voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale en/of esthetische waarde hoog zijn. Vooral de waarde van het pand als onderdeel van het geheel van de wijk is van belang.
B. Afweging
Men wenst het pand uit te breiden, de oranjerode kleipannen van het dak te vervangen door grijze en het schrijnwerk te vervangen.
Dit dossier werd voorbesproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg. De voorgestelde verbouwingswerken houden voldoende rekening met het bestaande pand en met zijn relatie met de overige panden van deze tuinwijk.
Omwille van de uniformiteit en de beeldwaarde, het belangrijkste erfgoedkenmerk van een tuinwijk, is het belangrijk dat er bij een verbouwing wordt teruggegrepen naar de initiële en kenmerkende materialisatie, profilering, kleurstelling van de individuele erfgoedelementen. Omwille van die reden is het niet mogelijk om te opteren voor grijze dakpannen. De daken in tuinwijk Heike waren immers voor zien van oranjerode kleipannen. Om geen afbreuk te doen aan de beeldwaarde en het uniform karakter van de tuinwijk dient er opnieuw te worden geopteerd voor het gebruik van oranjerode kleipannen.
Om diezelfde reden is het ook belangrijk om zich voor het vervangen van het schrijnwerk te inspireren op het oorspronkelijk materiaal, de profilering en de detaillering. Zeker voor de gevels die zichtbaar zijn vanop straat. Het is niet duidelijk in welk materiaal het schrijnwerk zal worden uitgevoerd. De legende en beschrijvende nota vermelden ‘wit schrijnwerk’.
Het is belangrijk dat er in de voorgevel en in de zijgevel voor zover zichtbaar vanop straat geopteerd wordt voor houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model.
De gecementeerde en grijs geschilderde gevelvlakken van de puntgevel (voorgevel) worden ten onrechte aangeduid als arduin. Deze waren in oorsprong onbeschilderd (zie nr. 69). De verflaag zou er afgenomen kunnen worden of overschilderd worden in een kleur die meer aansluit bij de cementering. De lateien boven deur- en vensters waren ook in het wit en niet in het grijs.
Advies:
Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies en zullen enkele voorwaarden opgelegd worden bij de vergunning, met name
- De dakafwerking van de uitbreiding dient uitgevoerd te worden met kleipannen in oranjerode kleur.
- Het schrijnwerk uit te voeren in wit geschilderd houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model.
Indien er ooit werken gebeuren aan de voorgevel of het te behouden deel van de zijgevel, die nu geen deel uitmaken van de aanvraag, wordt geadviseerd om terug te grijpen naar de oorspronkelijke situatie, zoals beschreven in het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg. Het wordt aangeraden om deze eventuele wijziging voorafgaand een nieuwe vergunningsaanvraag ook aan hen voor te leggen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voorziet een nieuwe oprit en autostaanplaats in de voortuinstrook. Dit wijkt af van de typologie van deze tuinwijk die kenmerkt zich door woningen met een groene voortuin. Een groene voortuin creëert een aangenamer beeld in de straat en draagt daardoor bij tot de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden.
Bovendien situeert de oprit zich op de hoek van de straat, ter hoogte van een verhoogd verkeersplateau dat dienst doet als oversteekplaats. De twee elektriciteit kasten op het voetpad zouden door deze intekening ook vrij komen te staan op de rand van de oprit. Dit is geen veilige situatie.
Gelet op deze argumentatie wordt de nieuwe autostaanplaats in de voortuinstrook uitgesloten van vergunning. De bestaande haag moet behouden blijven of de voortuinstrook moet opnieuw worden afgesloten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning verder aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de dakafwerking dient uitgevoerd te worden met kleipannen in oranjerode kleur;
2. het schrijnwerk moet uitgevoerd worden in wit geschilderd houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
4. er wordt geen vergunning verleend voor de autostaanplaats in de voortuinstrook. Deze voortuinstrook moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Zoals in rood aangeduid op het plan: “Aangepast_in_ROOD_BA_2014DIL_I_N_00 – Inplanting”.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 9 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 december 2020 |
Verslag GOA | 20 november 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De dakafwerking dient uitgevoerd te worden met kleipannen in oranjerode kleur;
2. het schrijnwerk moet uitgevoerd worden in wit geschilderd houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
4. er wordt geen vergunning verleend voor de autostaanplaats in de voortuinstrook. Deze voortuinstrook moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Zoals in rood aangeduid op het plan: “Aangepast_in_ROOD_BA_2014DIL_I_N_00 – Inplanting”.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.