2020_VB_00281 - OCMW patrimonium. Beschut Wonen. Boerhaavestraat 18/1, 2060 Antwerpen - Verbouwen woning. Stopzetting opdracht. Ambtshalve maatregelen - Goedkeuring

Artikel 84 §3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 stelt dat het vast bureau bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Op 18 februari 2020 ontving Meeusa nv een aanvangsbevel met het verzoek om de aanneming aan te vatten op 9 maart 2020. De uitvoeringstermijn bedraagt 220 werkdagen.

Op 17 maart 2020 meldde de werfleiding van Meeusa nv met een algemene e-mail dat de impact van COVID-19 gevolgen had voor de werking van het bedrijf. In functie van de geleverde materialen en de “werksituatie van werknemers, onderaannemers en het CORONA-virus” zouden de werken alsnog worden verder gezet. 

In de maanden volgend op het aanvangsbevel werden geen werken uitgevoerd, noch bezorgde de aannemer de noodzakelijke administratieve documenten voor de opstart van de werf. 

In een eerste proces-verbaal van ingebrekestelling van 4 juni 2020 heeft het bestuur de aannemer verzocht om de vastgestelde tekortkomingen onverwijld te herstellen en dit ten laatste op 12 juni 2020, zodat de ontmantelingswerken van start konden gaan. 

In de daarop volgende digitale werfvergaderingen beloofde de werfleiding van Meeusa nv telkens de tekortkomingen te zullen herstellen. Er werden echter geen verdere concrete stappen gezet door de aannemer.

Met een tweede proces-verbaal van ingebrekestelling van 14 juli 2020 drukte het bestuur opnieuw zijn bezorgdheid uit over de voortgang van de werf. Reeds meer dan 1/3^e van de uitvoeringstermijn was op dat moment verstreken zonder enige activiteit op de werf. Herhaaldelijke aanmaningen per e-mail, telefoon en in de digitale werfvergaderingen bleven zonder resultaat. De opdrachtnemer werd gewezen op het feit dat sancties konden worden opgelegd indien niet minstens de nodige documenten werden aangeleverd uiterlijk op 4 augustus 2020. De werfleiding antwoordde per e-mail op 31 juli 2020, waarin de firma zich verontschuldigt en de vertragingen in het dossier wijt aan herstructurering binnen het bedrijf. Nogmaals belooft de werfleiding om tijdig en binnen de gestelde deadline actie te ondernemen.

Met een derde proces-verbaal van ingebrekestelling van 14 augustus 2020 stelde het bestuur vast dat de voortgang in het dossier nog steeds nihil was. Een dagelijkse straf van 117,52 EUR werd opgelegd tot en met de dag waarop aan de gebrekkige uitvoering een einde wordt gesteld door toedoen van de opdrachtnemer, overeenkomstig artikel 45 Koninklijk Besluit Uitvoering. Op dit proces-verbaal kwam geen enkele reactie. 

Met een vierde proces-verbaal van ingebrekestelling van 9 september 2020 moest het bestuur vaststellen dat de opdrachtnemer nog steeds (en dus sinds 9 maart 2020) in gebreke was om de werken aan te vatten en de nodige essentiële administratieve documenten voor de opstart van de werken te bezorgen. Hiervoor werd door de opdrachtnemer geen redelijke verklaring gegeven. Integendeel, de opdrachtnemer heeft amper gereageerd op de vragen van het bestuur, hoewel deze de ernst van de situatie verschillende malen heeft benadrukt. In het proces-verbaal werd de opdrachtnemer verzocht zich onmiddellijk in regel te stellen op straffe van sancties. De opdrachtgever wees expliciet op de mogelijkheid tot eenzijdige verbreking van de opdracht.

De aannemer heeft per e-mail van 17 september 2020 enkel het veiligheidsplan en de risicoanalyse bezorgd. Er was nog steeds geen voortgang op de werf zelf. Volgende documenten moeten nog steeds aangeleverd worden:

• planning;
• dagboek der werken;
• werfinrichtingsplan;
• ondertekende intentieverklaring door elke onderaannemer;
• signalisatieplan en vergunning verkeersbelemmering / inname openbaar domein;
• melding asbestverwijdering;
• attest asbestverwijderaars eenvoudige handeling;
• gegevens onderaannemer asbestverwijdering hermetische zone.

Van de uitvoeringstermijn van 220 werkdagen is ondertussen meer dan de helft verstreken, zonder enige activiteit op de werf. De werken zullen niet afgerond kunnen worden binnen de voorziene uitvoeringstermijn. De eindgebruiker zal het pand niet op tijd in gebruik kunnen nemen, waardoor organisatie, planning en zorg moeten aangepast worden.

Beschut Wonen Antwerpen had voorzien om in het voorjaar van 2021 te verhuizen. In het pand is plaats voor zes bewoners.  Enkele klanten van Beschut Wonen Antwerpen wonen momenteel in een huurappartement in Deurne. Deze bewoners zouden verhuizen naar de Boerhaavestraat 18/1. Hierdoor zou bespaard worden op de huuruitgaven. Bijkomend zijn de (zorg)activiteiten van Beschut Wonen Antwerpen gelegen in Antwerpen centrum. Het zorgpersoneel en de bewoners zouden dus ook veel tijd besparen op vlak van verplaatsingen, wat de werking veel efficiënter maakt.

Een ambtshalve maatregel dringt zich op. Gezien de omstandigheden is de eenzijdige verbreking van de opdracht de meest geschikte maatregel. Nu de renovatiewerken nog niet effectief werden aangevat, zal het dossier, na stopzetting van de huidige opdracht, in zijn geheel opnieuw in de markt worden gezet. 

Na eenzijdige verbreking verwerft OCMW Antwerpen van rechtswege de nog openstaande borg.

Artikel 47 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 22 juni 2017, bepaalt dat de aanbestedende overheid ambtshalve maatregelen mag nemen wanneer de opdrachtnemer inactief is gebleven of middelen heeft aangevoerd die door de aanbestedende overheid niet gerechtvaardigd worden, waaronder het eenzijdig verbreken van de opdracht. In dat geval verwerft de aanbestedende overheid van rechtswege het geheel van de borgtocht als forfaitaire schadevergoeding of bij gebrek aan borgstelling een equivalent bedrag.

Het vast bureau besliste op 24 januari 2020 (jaarnummer 00020) de renovatiewerken aan het pand in de Boerhaavestraat 18/1, 2060 Antwerpen te gunnen aan de firma Meeusa nv, Ravenshout 3313 bus Z 3, 3980 Tessenderlo.

Het geheel van de initiële borgstelling van 29.380,00 EUR wordt verrekend op volgend boekingsadres:

budgetplaats: 4322000000
budgetpositie: 746
functiegebied: 2SBS070202A00000
subsidie: SUB_NR
fonds: INTERN
begrotingsprogramma: 2OA080119
budgetperiode: 2000