Overeenkomstig artikel 56, §3, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Op 21 februari 2014 (jaarnummer 2014_CBS_01926) keurde het college de collegiale brief aan de viceminister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand betreffende de museale expositie van de Doelse Koggen in Antwerpen, goed.
Op 11 maart 2016 (jaarnummer 2016_CBS_05813) keurde het college de collegiale brief aan de Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed betreffende de museale expositie van de Doelse Koggen op de Droogdokkensite in Antwerpen, goed.
Op 24 mei 2019 (jaarnummer 2019_CBS_04337) keurde het college goed dat het alternatieve scenario van een Maritieme site in de bestaande AWN-gebouwen met de functies maritiem depot, werkplaats erfgoed, kantoorfunctie, jeugd en Havenbelevingscentrum, onderzocht wordt, met name de piste om het Havenbelevingscentrum onder te brengen in AWN 2 en keurde het college het voorgestelde collectieprofiel goed.
Naar aanleiding van resolutie 478 van het bestuursakkoord wordt een alternatieve scenario ontwikkeld voor de invulling van de droogdokkensite als Maritieme site. In dit alternatieve scenario komt er geen nieuw te bouwen Maritiem Museum op de site. Het zuidelijk deel van de site, tot en met droogdok 6, krijgt een inhoudelijke invulling gericht op maritiem erfgoed, havenerfgoed en de havengemeenschap.
De stad heeft de ambitie een ontmoetingsplek te creëren gericht op beleving van maritiem erfgoed, havenerfgoed en de havengemeenschap met als voornaamste doelen behoud van erfgoed en kennisoverdracht. Naast stadsdiensten zal er op de site ruimte zijn voor (erfgoed)partners met een overeenkomende doelstelling/missie.
De stad Antwerpen toonde zich in het verleden bereid in te zetten, in samenwerking met Vlaanderen, voor de conservatie, reconstructie en museale ontsluiting van de Doelse Koggen in Antwerpen op de Droogdokkensite. Binnen de wijziging van het programma voor de Droogdokkensite vervalt echter de mogelijkheid voor een museale opstelling van de Doelse Koggen vanwege de geconditioneerde klimatologische omstandigheden. Onderzocht is of de Koggen zijn onder te brengen in het beschermde Pomphuis. Zowel ruimtelijk (onvoldoende voor reconstructie en tentoonstellen), logistiek (transport), klimatologisch (box-in-box principe te realiseren binnen beschermd gebouw) werd geoordeeld dat deze piste op technisch, financieel, logistiek als scenografisch vlak veel risico's inhoudt en weinig meerwaarde heeft.
Dit zal via collegiale brief bij dit collegebesluit gemeld worden aan de bevoegde Vlaamse minister, vergezeld van de vraag om bij uitblijven van een museale ontsluiting in Antwerpen in gesprek te gaan over de toekomst van de Koggen.
Het college keurt de collegiale brief aan de Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed betreffende de Doelse Koggen goed.