Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019143163 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Veolia ES MRC met als adres Moerstraat 26 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Moerstraat 26 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie B nr. 5G |
Inrichtingsnummer: |
20170712-0027 (VEOLIA ES MRC NV) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Een uitbreiding van de opslag van solventen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 17 mei 2013 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20131012) voor het bouwen van twee solventtanks en een evapo-condensator.
Voorgeschiedenis milieu
Op 26 juni 2008 verleende de deputatie van de provincie een milieuvergunning voor de verdere exploitatie na verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit voor de behandeling van industriële afvalwaters, met als eindtermijn 26 juni 2028. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een uitbreiding van de opslag van afvalsolventen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
2.1.2.d)2° |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton andere afvalstoffen dan de afvalstoffen, vermeld in e) en f) meer dan 100 ton; |
+288 ton |
17.2.1. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting). |
+288 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu |
21 januari 2020 |
28 januari 2020 |
Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Over het goed lopen twee overdrukken die volgens het voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd zijn als Leidingstraat.
In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.
De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Het goed wordt omsloten door spoorwegen die bestemd zijn als Gebied voor spoorinfrastructuur. Ten westen van het goed geldt eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Ten noorden van het goed geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor regionaal bedrijventerrein voor afvalverwerking en recyclage. De Noorderlaan op circa 320 meter ten westen van het goed heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel met de Noorderlaan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten oosten van het goed geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. De wachtboezems van het Verlegde Schijns, op circa 150 meter ten noordoosten van het goed, hebben als bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Op circa 90 meter ten zuidoosten van het goed, buiten de afbakening van het zeehavengebied, geldt voor de Kuifeend het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met als overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 2013). Volgens dit GRUP geldt op circa 380 meter ten noorden van het goed het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is allicht niet van toepassing op de aanvraag. De van stedenbouwkundige vergunningsplicht vrijgestelde werken betreffen constructies met vermoedelijk een nieuwe dakoppervlakte van minder dan 40 m².
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft het plaatsen van twee tanks voor op- en overslag en het verwijderen van een dieselgenerator. Het project lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen bepaalde randvoorwaarden vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Veolia ES MRC baat aan de Moerstraat een afvalvoorbehandelingscentrum uit. Er worden verschillende stromen gevaarlijke afvalstoffen aanvaard, opgeslagen, overgeslagen, gesorteerd en/of (mechanisch) behandeld. De activiteiten zijn er op gericht om materiaalfracties te verzamelen en te recupereren tot er een voldoende hoeveelheid aanwezig is om deze rendabel af te voeren naar een eindverwerker.
Met onderhavige aanvraag wenst men de opslag van afvalsolventen uit te breiden. Meer bepaald zullen er twee bijkomende opslaghouders voorzien worden van 120 m³ elk (tanks 7070 en 7080). Deze zullen in totaal maximaal 288 ton afvalsolventen bevatten. Deze opslag zal enerzijds gebruikt worden om het transport te optimaliseren en anderzijds zal er zo een optimale samenstelling bekomen worden, onder meer betreffende de calorische waarde, zodat de opgeslagen solventen in aanmerking komen als alternatieve energiebron in de cementindustrie of als solvent voor solventrecyclage. Er zijn geen nieuwe processen of handelingen van toepassing.
Met de beoogde uitbreiding neemt de op- en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn (indelingsrubriek 2.1.2.d.2) toe met 288 ton tot een totaal van 21.015 ton. De aanwezigheid van Sevesostoffen (rubriek 17.2.1) breidt eveneens uit met 288 ton tot 12.989 ton. Verder wordt er in het aanvraagdossier vermeld dat een dieselgenerator van 800 kW verwijderd werd en dus uit de vergunning geschrapt mag worden.
Alle solventen worden in bulkwagens (citernewagens, zuigwagens, zeecontainers,...) aangeboden aan de solventblending. Solventen die in kleine verpakkingen of industriële verpakkingen aangevoerd worden, worden eerst in IBC-containers opgebulkt en daarna met de interne zuigwagen naar de solventblending gevoerd. Alvorens te kunnen lossen gebeurt er een staalname, labo-analyse en formele acceptatie conform de geldende instructies, waarna de solventen gelost worden in één van de twee ontvangst - of dagtanks (F-06010, F-06020). Nadien worden de solventen van de ontvangst - of dagtanks overgepompt naar één van de solvent opslagtanks. Er bestaat ook de mogelijkheid om de afvalsolventen rechtstreeks in de solvent opslagtanks te lossen.
De twee bijkomende houders worden in de bestaande inkuiping geplaatst. Volgens het aanvraagdossier is de capaciteit van deze inkuiping voldoende ruim, mede rekening gehouden met de Richtlijn Tankenparken van de brandweer. Het hemelwater dat in de inkuiping terecht komt, wordt afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie.
Ten gevolge van de verladingsactiviteiten ontstaan er emissies naar de lucht. Dergelijke emissies bevatten niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS). De emissies van de twee nieuwe houders zullen worden geloosd via actieve koolfilters. Als gevolg van het beoogde project zal er volgens het aanvraagdossier slechts een beperkte verhoging zijn van geëmitteerde polluenten op de site. De totale emissies op de site zullen stijgen van een eerder geschatte 19.611 kg NMVOS/jaar naar ongeveer 20.749 kg NMVOS/jaar (maximale stijging van 1.138 kg NMVOS/jaar). De nieuwe massastroom bedraagt naar schatting 1.889 g/uur en ligt ruim onder de geldende emissiegrenswaarde (3.000 g/uur). Het MER, opgesteld in 2012 in kader van de hervergunning van de zuur-base neutralisatiereactor, toonde aan dat de activiteiten van Veolia geen significante impact hebben op het nabijgelegen natuurgebied ‘De Kuifeend’. In het aanvraagdossier wordt gesteld dat er geen bijkomende nadelige effecten op de natuur te verwachten zijn.
Op de site zijn, in overleg met de brandweer, de nodige maatregelen getroffen in het kader van brand- en explosieveiligheid zoals brandblussystemen en een sprinklerinstallatie. Tevens beschikt de site over een eigen bluswatervoorraad (tank 9010).
Het bedrijf is een lagedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een Seveso-statusbepaling waaruit blijkt dat de drempels van een hogedrempel Seveso-inrichting niet worden overschreden. Veolia is vergund voor een maximale capaciteit van elke afvalstroom die op het terrein kan opgeslagen worden. Gezien de veelvoud van aangeleverde afvalstoffen, benadert Veolia, volgens het aanvraagdossier, in werkelijkheid deze maximale capaciteit slechts zelden. De vergunde hoeveelheden zijn opgenomen teneinde flexibel te kunnen inspelen op de vraag van de markt.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
2.1.2.d)2° |
opslag en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn, met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton andere afvalstoffen dan de afvalstoffen, vermeld in e) en f) meer dan 100 ton; |
+288 ton |
17.2.1. |
VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting). |
+288 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
20 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
19 februari 2020 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |