Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019094264 |
Gegevens van de aanvrager: |
stad Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Wim Saerensplein ZN te 2100 Deurne-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 28sectie A nr. 330/2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
heraanleggen van het Wim Saerensplein |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/05/2017 vergunning door Departement Ruimte Vlaanderen (20161864) voor het heraanleggen van het Wim Saerensplein (riolerings- en bestratingswerken). Deze vergunning werd echter op 04/12/2018 door de Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigd en omgezet naar een weigering.
Vergunde/vergund geachte toestand
- het Wim Saerensplein is aangelegd als een rechthoekig plein gelegen in het centrum van Deurne;
- het plein ligt op de grens van de buurten Wim Saerens en Ertbrugge;
- ten oosten wordt het plein begrensd door de Ruggeveldlaan;
- langs de oostzijde van dit plein bevindt zich een keerlus van een tramlijn;
- de overige drie zijden van het plein worden gekenmerkt door autoparkeerplaatsen die haaks op de rijweg zijn ingeplant;
- het centraal gedeelte van het plein wordt gekenmerkt door een verharding omgeven door gazon en een aantal hoogstammige bomen.
Huidige toestand
- het plein werd heraangelegd volgens de vergunning verkregen van het Departement Ruimte Vlaanderen op 09/05/2017.
Gewenste toestand
- de bestaande toestand werd geanalyseerd op 5 thema’s: gebruik, techniek, karakter, mobiliteit en milieu. Op basis hiervan werden knelpunten vastgesteld, die men wil verhelpen met de nieuwe aanleg van het plein. De knelpunten zijn onder meer het verouderde plein, gebrek aan eenheid in de groenstructuur, onveilige verkeerssituaties en versnipperde parkeermogelijkheid;
- het concept voor het nieuwe plein voorziet in een veilige verkeersafwikkeling, een netwerk van looplijnen en rustpunten, een landmark aan de Ruggeveldlaan, een plein tot aan de randen (maximale verblijfsruimte), maximaal groen en een attractief middenplein met verschillende functies;
- de keerlus voor de tram zal aan de oostzijde van het plein behouden blijven.
Inhoud van de aanvraag
- rioleringswerken en heraanleggen van het Wim Saerensplein;
- bundelen van het verkeer aan één zijde van het plein;
- het parkeren clusteren aan de zuidelijke kant van het plein;
- integreren van de technische keerlus van de tram in het plein;
- aanleggen van onverharde groenzones, wandelpaden en een speeltuin;
- opvangen van overtollig regenwater in wadi’s.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
11 september 2019 |
19 september 2019 |
Gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
10 september 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
10 september 2019 |
17 september 2019 |
Geen bezwaar |
Provincie Antwerpen |
11 september 2019 |
22 november 2019 |
Gunstig |
Provincie Antwerpen |
11 september 2019 |
31 oktober 2019 |
Gunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn |
11 september 2019 |
18 september 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
10 september 2019 |
25 september 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
10 september 2019 |
12 september 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
10 september 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud |
10 september 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
10 september 2019 |
20 september 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
10 september 2019 |
1 oktober 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
10 september 2019 |
13 september 2019 |
Wegenwerken
Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, en de bevoegde overheid oordeelt dat de vergunning kan worden verleend, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
De gemeenteraad heeft op 28 januari 2020 (jaarnummer 65) een beslissing genomen over de zaak van de wegen.
Omschrijving beslissing
De gemeenteraad besliste om:
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft geen beperkte oppervlakte en ligt gedeeltelijk in een overstromingsgevoelig gebied. De Provincie Antwerpen – Dienst Waterbeleid gaf een gunstig advies.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 01/07/2016. Het verplichte programma van maatregelen werd uitgevoerd door ABO nv. Het eindverslag werd ingediend bij het agentschap Onroerend Erfgoed en goedgekeurd op 31/07/2018 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/rapporten/eindverslagen/204). Het verplichte vervolgonderzoek is hierbij afgerond.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de heraanleg van het Wim Saerensplein. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van plein binnen het openbaar domein blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
De voorziene werken zorgen voor een hedendaagse aanleg van het openbaar domein met extra aandacht voor inbreng van groene verblijfsruimte en een logischere verkeersafwikkeling met duidelijkere scheiding tussen verblijfsruimte en gemotoriseerd verkeer. Bijgevolg kan in alle redelijkheid worden gesteld dat de aanvraag functioneel inpasbaar is in de ruimtelijke context.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op de heraanleg van een plein.
Voor wat betreft het openbaar vervoer dienen de bijgevoegde voorwaarden van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn strikt nageleefd te worden.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het nieuwe ontwerp beoogt een heldere, leesbare structuur met duidelijke afscheiding gemotoriseerd verkeer en zwakke weggebruiker/bezoeker van het plein. Het verkeer van de Ruggeveldlaan naar de wijkzal via de zuidelijke straat plaatsvinden waarlangs zich de clusterparking bevindt. Het plein zelf wordt zo groen mogelijk ingericht zonder de oversteekbaarheid te verhinderen. De wekelijkse zaterdagmarkt zal na de heraanleg op het plein kunnen blijven en ook de voorjaarsfoor en de najaarsfoor zullen kunnen blijven plaatsvinden.
De schaal van de open ruimte wijzigt niet, maar dankzij de specifieke inrichting met afsluiting voor gemotoriseerd verkeer van de noord-zuidelijke lopende straten, loopt het plein visueel meer door tot tegen de randen. Gelet op het feit dat er geen overdekte constructies worden bijgebouwd kan men stellen dat de bouwdichtheid niet wijzigt. Het ontwerp geeft blijk van een inventief ruimtegebruik waardoor een aangenaam speelterrein ontstaat naast verschillende verblijfsruimten en de leefkwaliteit van de omgeving verbetert.
Visueel-vormelijke elementen
Het dossier werd in de verschillende ontwerpfasen besproken met de diensten stadsbeheer, Groen en Begraafplaatsen, en stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering – publieke ruimte. Er werd een gunstig advies afgeleverd door beide diensten. Daarnaast gaf ook AG VESPA gunstig advies op de heraanleg van het Wim Saerensplein op voorwaarde dat er duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de verschillende stedelijke diensten rond het beheer en onderhoud van de groen- en grijze zones.
Het ontwerp voorziet een hedendaagse vormgeving met extra aandacht voor bijkomend groen. De bestaande waardevolle bomen (3 platanen en 3 haagbeuken) worden behouden en er worden 28 nieuwe bomen aangeplant op het plein. Het zijn deels inheemse bomen en deels bomen die maken dat er jaarrond een aantrekkelijk groenbestand aanwezig is. Om het plein in de zomer extra kleur te geven, zullen er verschillende zones beplant worden met prairiebeplanting. Deze zones worden ook van in het voorjaar van bloeiende bloembollen voorzien.
De paden worden uitgevoerd in grijs ter plaatse gestort beton. De voetpaden rondom het plein in grijze betonstraatstenen en de fietspaden in rode betonstraatstenen. De rijweg aan de zuidkant van het plein bestaat uit asfalt terwijl de parkeerstroken worden uitgevoerd in straatkeien.
De straatinrichting evenals het materiaalgebruik passen in de ruimtelijke context en kunnen bijgevolg worden aanvaard.
Cultuurhistorische aspecten
In de omliggende omgeving bevinden zich geen beschermde monumenten, stadgezichten of andere voorlopig of definitief beschermde constructies die een nadelige invloed ondervinden van huidige aanvraag.
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied. Het betreft een projectgebied boven 3.000 m² (8.410 m²) en een ingreep boven 1.000 m² (gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door de dienst archeologie van de stad Antwerpen en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 17/06/2016. Het bijhorende programma van maatregelen beval een opgraving in de vorm van een archeologische werfbegeleiding als vervolgonderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/44).
Wat betreft de archeologische aspecten dienen de voorgestelde maatregelen in de archeologienota nageleefd te worden voor een gedegen omgang met het archeologisch erfgoed.
Het verplichte programma van maatregelen werd uitgevoerd door ABO nv. Het eindverslag werd ingediend bij het agentschap Onroerend Erfgoed en goedgekeurd op 31/07/2018 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/rapporten/eindverslagen/204). Het verplichte vervolgonderzoek is hierbij afgerond.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Hieruit kan onder meer opgemaakt worden dat de aanvraag geen abnormale hinder aan gebruikers of bewoners veroorzaakt, de inrichting geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van de omliggende gebouwen omvat en het ontwerp geen nadelige effecten heeft op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde voorwaarden van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
9 augustus 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 september 2019 |
Start openbaar onderzoek |
18 september 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
17 oktober 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
3 oktober 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
28 januari 2020 |
Uiterste beslissingsdatum |
19 februari 2020 |
Verslag GOA |
Katrine Leemans |
naam GOA |
7 januari 2020 |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
18 september 2019 |
17 oktober 2019 |
2 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:
a) Bezwaren met betrekking tot mobiliteitsimpact
0. Voorafgaand
Vergunningsaanvrager voegde bij de aanvraag en de project-m.e.r.-screeningsnota een kopie van een parkeeronderzoek uitgevoerd door Grontmij (thans Sweco) in 2012. De bezwaarindiener voegde een parkeerstudie van het BURO MOVE toe dat dateert van 2015. Beide instrumenten kunnen inmiddels niet meer als voldoende actueel worden beschouwd voor het beoordelen van de impact van de aangevraagde werken. Voor de beoordeling van huidige aanvraag zal geen rekening worden gehouden met de gegevens in beide studies. De aanvraag is voldoende kleinschalig om de mobiliteitsimpact te kunnen inschatten zonder een recente mobiliteitsstudie. Een mobiliteitsstudie is bovendien geen verplicht onderdeel van de vergunningsaanvraag (< 200 parkeerplaatsen).
Daarentegen kan wel rekening worden gehouden met de (mobiliteits-)effecten zoals deze zich vandaag manifesteren ten gevolge van de uitvoering van de (intussen vernietigde) omgevingsvergunning van 9 mei 2017, zonder dat de stad Antwerpen als vergunningverlenende overheid de aangevraagde werken als een voldongen feit kan beschouwen.
1. Vermindering parkeerplaatsen: de aanvraag wijzigt en vermindert het parkeeraanbod waardoor volgens de bezwaarindiener hinder ontstaat. De voorziene vermindering van het aantal parkeerplaatsen zou de werking (en het voortbestaan) van de supermarkt, waarvan de bezwaarindiener de eigenaar is, ernstig in het gedrang brengen.
Beoordeling:het feit dat de bezwaarindiener klanten zou verliezen betreft een bezwaar dat niet van stedenbouwkundige aard is. Het bezwaar is ongegrond.
2. Rekening houden met bestaande toestand: er wordt geen of onvoldoende rekening gehouden met de in de omgeving bestaande toestand. Specifiek gaat het om de aanwezigheid van de supermarkt van bezwaarindiener en de socio-economische en andere vergunningen die aan haar werden verstrekt door de stad en de gevolgen van de vermindering van het aantal parkeerplaatsen op de uitbating en de mobiliteit.
Beoordeling: het aantal parkeerplaatsen wordt slechts beperkt verminderd, namelijk van 82 naar 67 parkeerplaatsen. Deze vermindering is niet kennelijk onredelijk met oog op een gunstigere modal shift die wordt nagestreefd. Bovendien wordt zo rekening gehouden met het feit dat de terminus van de tram wordt verplaatst, zodat de beschikbare parkeerplaatsen minder zullen worden benut door langparkeerders en waardoor er meer ruimte komt voor kortparkeerders.
De aanvraag houdt wel degelijk rekening met de bestaande toestand en in het bijzonder de aanwezigheid van de handelszaak van bezwaarindiener. Zo is de parkeercluster van 39 parkeerplaatsen bewust aan de zijde van diens supermarkt gesitueerd. Hoewel de parkeerplaatsen rond het Wim Saerensplein openbaar zijn (en niet privatief toebehoren aan de bezwaarindiener), concentreert de aanvraag zo veel mogelijk parkeerplaatsen in de omgeving van de bestaande supermarkt. De bezwaarindiener kan dus niet stellen dat de stad geen rekening heeft gehouden met de bestaande socio-economische vergunning bij het herinrichten van het Wim Saerensplein.
Uit de praktijk blijkt daarnaast dat er zich geen problemen stellen met de capaciteit van de parkeerplaatsen op het Wim Saerensplein.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Negatieve mobiliteitsimpact en veiligheid: de bezwaarindiener liet in 2015 een mobiliteitsstudie opmaken door BURO MOVE. Dit onderzoek is recenter uitgevoerd dan hetgene dat in 2012 door Grontmij in opdracht van de stad werd uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat het parkeeronderzoek Grontmij achterhaald is, aangezien BURO MOVE tot andere conclusies komt dan Grontmij.
Beoordeling: het loutere feit dat een eerdere studie tot een andere conclusie komt dan een tweede is op zich onvoldoende om te stellen dat deze eerdere studie achterhaald is. Zoals aangegeven wordt evenwel bij de beoordeling van de aanvraag met geen van beide studies rekening gehouden omdat ze beide niet meer actueel zijn. Het bezwaar is ongegrond.
4. Het bundelen van het verkeer aan de zuidkant van het plein: de heraanleg van het plein leidt tot een intensivering van het mobiliteitsprobleem. De nieuwe parkeercluster heeft slechts één toegang tot de openbare weg waardoor er een ontstopping is van wagens die de parking willen in- en uitrijden. De nieuwe verkeerssituatie zorgt voor een gevaarlijke(re) verkeerssituatie. Ook wordt het woon-werkverkeer van de wijk gehinderd door minder verkeersaders waar bovendien nog vrachtverkeer dient te laden en lossen voor leveringen aan de handelaars. De mobiliteitsimpact werd onvoldoende onderzocht en om die reden dient de vergunning te worden geweigerd.
Beoordeling: de aangevraagde werken beogen de verkeersveiligheid te verhogen door een vermindering van het mogelijke aantal conflicten tussen zwakke weggebruikers en gemotoriseerd verkeer door het verkeer te bundelen aan de zuidkant van het Wim Saerensplein. Zwakke weggebruikers kunnen blijven gebruik maken van de andere zijden van het plein. Door de parkeerplaatsen aan deze zijde van het Wim Saerensplein te bundelen, vermindert ook het zoekverkeer rond het plein. Het wegentracé is bovendien zo ingericht dat het slechts een lage snelheid toelaat (bv. een beperkte breedte), hetgeen eveneens de verkeersveiligheid ten goede komt. Er zijn parkeerplaatsen voorzien ter hoogte van de handelszaak van bezwaarindiener, die veilig laden en lossen mogelijk maken. Er is een laad-en loszone voorzien voor de bezwaarindiener in de Tweegezusterslaan ter hoogte van de achteringang van de supermarkt. De laad-en loszone kan elke dag gebruikt worden door de bezwaarindiener, behalve op zondag, van 9u tot 18u. Laden en lossen moet gebeuren in de daarvoor bestemde zone.
Bezwaarindiener heeft een andere visie voor de ontsluiting van het Wim Saerensplein, maar deze is niet noodzakelijk gericht op een betere verkeersveiligheid rond het plein, doch eerder op de ontsluiting van haar eigen handelszaak.
De parkeercluster is van beperkte omvang die toelaat te ontsluiten via één gemeenschappelijke in- en uitrit. Als er af en toe een wagen moet wachten om de parking op of af te rijden, zorgt dit er alleen maar voor dat de snelheid in de omgeving laag gehouden wordt wat de verkeersveiligheid ten goede komt. Een aparte uitrit lijkt overdreven voor een parking van deze omvang en zal alleen maar leiden tot bijkomend parkeerverlies en bijkomende conflictpunten met andere weggebruikers.
Er is geen weet bij stad Antwerpen van problemen met doorstroming naar aanleiding van de gebundelde in- en uitrit. De straten rond het Wim Saerensplein zijn allemaal gecategoriseerd als woonstraten en hebben een lokaal karakter. Doorstroming voor de auto is niet prioritair in zulke straten, of toch in ieder geval ondergeschikt aan de verkeersveiligheid en leefbaarheid.
In de praktijk blijken er zich geen problemen te stellen met de doorstroming van het verkeer.
Het bezwaar is ongegrond.
b) Bezwaren met betrekking tot hinderaspecten
5. Parkeercluster:de nieuwe verdiepte parkeercluster wordt afgesloten met paaltjes. Volgens de bezwaarindiener leidt dergelijke uitvoeringswijze ertoe dat de parking aan de (sociale) controle onttrokken wordt en zou dit uitnodigen tot vandalisme en diefstal.
Beoordeling: dit bezwaar is louter speculatief. Het klopt dat de parkeercluster verdiept is met 40 cm ten opzichte van het maaiveld en dat er groen is aangeplant om de wagens aan het zicht te onttrekken. De verdieping is evenwel zodanig beperkt dat deze de sociale controle niet onmogelijk maakt. Bovendien bevat de parkeerclusters verschillende openingen waardoor de parkeercluster voldoende transparant blijft. Het bezwaar is ongegrond.
6. Waterhuishouding: de impact van de heraanleg op de waterhuishouding werd volgens de bezwaarindiener verkeerd ingeschat. Er wordt verwezen naar een artikel uit de Gazet van Antwerpen waarbij gesteld wordt dat het water op het Wim Saerensplein slechts heel traag in de grond dringt.
Beoordeling: zoals elders in de beslissing aangegeven, doorstaat de aanvraag de watertoets en voldoet deze aan de hemelwaterverordening. Er worden in de aanvraag twee wadi’s voorzien die overstorten in een poreuze rioleringsbuis, en twee bijkomende gootjes met een rooster om overtollig water elders op het plein te kunnen afvoeren naar de dichtstbijzijnde wadi. Het klopt dat er in het verleden sprake was van wateroverlast ter hoogte van het Vredesmonument bij hevige regenval, maar door beperkte (niet vergunningsplichtige) aanpassingen, namelijk het voorzien van de goten, is het probleem verholpen. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde voorwaarden van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.