Terug
Gepubliceerd op 10/02/2020

2020_CBS_01096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145204. Dascottelei 141-143. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/02/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_01096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145204. Dascottelei 141-143. District Deurne - Weigering 2020_CBS_01096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145204. Dascottelei 141-143. District Deurne - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019145204

Gegevens van de aanvrager:

BVBA COBALT BLUE INVEST met als adres Bredabaan 859 te 2930 Brasschaat en de heer Kees Rasenberg met als adres Voshollei 70 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Dascottelei  141-143 te 2100 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 31sectie B nr. 429K4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning met een extra bouwlaag met 2 extra woonentiteiten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          09/02/1995: vergunning (629#1920) voor het oprichten van een appartementsgebouw.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: wonen;

-          volume: vrijstaand appartementsgebouw van 7 bouwlagen onder een plat dak;

-          inrichting:

  • meergezinswoning met 13 woonentiteiten;
  • 11 parkeerplaatsen achteraan het perceel;

-          gevelafwerking: roodbruin bakstenen metselwerk met wit pvc buitenschrijnwerk.

 

Huidige toestand

 

-          inrichting:

  • 9 parkeerplaatsen in de achtertuin;
  • tuin grotendeels verhard.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: ongewijzigd;

-          volume: uitbreiding met een teruggetrokken daklaag;

-          inrichting:

  • bijkomende woonentiteiten in de dakverdieping: twee 2-slaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 70m²;
  • de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle woningen bedraagt 88m²;
  • parkeerplaatsen achteraan conform bestaande toestand;
  • fietsenstalling in de voortuin;

-          gevelafwerking:

  • dakverdieping met zinken gevelbekleding en antraciet pvc buitenschrijnwerk;
  • wachtgevels afgewerkt met metalen golfplaten, conform bestaande toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van een meergezinswoning met een extra daklaag;

-          vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 13 naar 15.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

23 december 2019

8 januari 2020

Voorwaardelijk gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

23 december 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

16 december 2019

23 december 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 december 2019

17 december 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

 

  • artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur:
    naast de krukzijde van de toegangsdeuren naar de nieuwe appartementen is geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm voorzien.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 26: Afvalverzameling:
    §1 de afvalberging is geen afgescheiden ruimte;
  • artikel 27 Open ruimte:
    §2 de tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden;
    §4 in de voortuin wordt verharding en een fietsenstalling voorzien;
  • artikel 29 Fietsenstalplaatsen:

de fietsenstalplaatsen worden niet in een overdekte afgesloten ruimte voorzien;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    §3, 3° de verhoogde scheidingsmuren van de nieuwe dakverdieping hebben geen opstand van 30cm;
  • artikel 38 Groendaken:

op de plannen is geen groendak voorzien.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

 

Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften van de bouwcode, noch van de verordening inzake toegankelijkheid. Om die reden wordt ongunstig advies verleend.

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. Het gebouw wordt voorzien van twee bijkomende woongelegenheden in de nieuwe daklaag. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Er zijn momenteel 13 appartementen in het gebouw. Er komt een extra bouwlaag met 2 nieuwe appartementen.

2 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.35 ? 2 x 1.35 = 2.7

De werkelijke parkeerbehoefte is 3.

 

De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Volgens laatst vergunde toestand zijn er 11 parkeerplaatsen maar op de plannen zijn er maar 9 bestaande parkeerplaatsen ingetekend.

Er komen geen parkeerplaatsen bij voor deze aanvraag. In de nota bij de aanvraag wordt gemeld dat 3 bestaande parkeerplaatsen omgevormd worden naar plaatsen voor deelwagens. Deze zijn voor deze aanvraag geen extra nuttige parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Dit perceel betreft een bestaand appartementsgebouw waarbij reeds autostalplaatsen voorzien zijn op eigen perceel. De grootte van het perceel laat het bouwen van het totaal aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 0 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 2 bijkomende wooneenheden moeten er conform de bouwcode 6 fietsstalplaatsen voorzien worden. Er worden 6 fietsstalplaatsen voorzien in de voortuin. Bijkomend worden 11 fietshaken voorzien in de onderdoorgang. De stedelijke dienst mobiliteit adviseert dat de fietshaken niet worden meegeteld gezien niet iedereen van dit type stallingen gebruik kan maken. De fietsstalplaatsen in de voortuin kunnen evenmin meegeteld worden gezien de fietsstalplaatsen overdekt en afsluitbaar moeten zijn zoals voorgeschreven in de bouwcode (artikel 29) en het conform artikel 27 van de bouwcode niet wenselijk is een fietsenberging in de voortuin te voorzien.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

 

Voorliggende aanvraag betreft het voorzien van een extra bouwlaag. De nieuwe toestand omvat een gebouw met 7 bouwlagen en een teruggetrokken daklaag. De nieuwe hoogte van het gebouw bevat ongeveer 23,42 m. De teruggetrokken daklaag wordt op circa 1,50 m van de voor- en achtergevel voorzien. De insprongen van de dakverdieping worden als terras ingericht.

 

De directe omgeving wordt gekenmerkt door appartementsgebouwen van 7 bouwlagen en een daklaag. Het aantal bouwlagen en bouwhoogte van het pand is dan ook in harmonie met de naastliggende gebouwen.

 

Echter zijn in de straat de kenmerkende afstanden van de daklagen tot de voor- en achtergevel respectievelijk 4 m en 3 m. De voorgestelde insprongen van de nieuwe daklaag in de aanvraag zijn niet inpasbaar in de omgeving en bijgevolg niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Bovendien moet voor het gebruik van de bijkomende woongelegenheden het maaiveld zodanig worden ingericht en verhard dat dit geen kwalitatief ruimtegebruik meer inhoudt.

 

In de vergunning, verleend op 09/02/1995, wordt de gelijkvloerse woongelegenheid voorzien van een achtertuin. Een gedeelte van de achtertuin werd mee opgenomen als autostalplaatsen bij de parking achteraan het gebouw. Dit is strijdig met artikel 27 §2 van de bouwcode. De open ruimte op het perceel dient zoveel mogelijk groen en onverhard te worden voorzien. De vergunde achtertuin bij de gelijkvloerse woongelegenheid diende behouden te blijven.

 

De voortuin wordt eveneens verhard in functie van extra fietsstalplaatsen. Dit is strijdig met artikel 27 §4 van de bouwcode. De voortuinstrook dient vrij te zijn van verharding, met uitzondering van de strikt noodzakelijke verhardingen naar de toegangspoorten, zoals de voordeur en de garagepoort. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de voor- en achtertuin niet te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem en vermindert het risico op problemen met de waterhuishouding.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De bestaande gevels blijven ongewijzigd. De nieuwe bouwlaag wordt als daklaag bekleed met zink. Het buitenschrijnwerk van de nieuwe laag wordt voorzien in antraciet pvc. De gevelafwerking is in overeenstemming met de stedelijke context en de kenmerkende gevelafwerkingen in de straat. De materialen zijn dan ook verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. De netto-vloeroppervlakte van de nieuwe woonentiteiten in de daklaag bedragen circa 70 m². Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een 2-slaapkamerappartement.

 

Door de aangehaalde strijdigheden met de bouwcode, wordt onvoldoende woonkwaliteit geboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

16 december 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 februari 2020

Verslag GOA

29 januari 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.