Terug
Gepubliceerd op 10/02/2020

2020_CBS_00762 - Omgevingsvergunning - OMV_2019149999. Bordink 61. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/02/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00762 - Omgevingsvergunning - OMV_2019149999. Bordink 61. District Merksem - Goedkeuring 2020_CBS_00762 - Omgevingsvergunning - OMV_2019149999. Bordink 61. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1.      Stedenbouwkundige voorschriften:Volgens de bezwaarindiener lieten de vroegere bouwkundige voorschriften in de wijk een bouwdiepte van maximum 13 m toe. De bezwaarindiener gaat akkoord mits enkele aanpassingen en goede nabuurschap met de nieuwe eigenaar.

Beoordeling: Het is mogelijk dat de aanvraag destijds in een verkaveling lag, echter nu niet meer. Volgens artikel 6 en 10 van de bouwcode moet de bouwdiepte worden bepaald in harmonie met de omgeving. De omgeving en het perceel laten een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van ca. 14 m over. Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Schaduwhinder:De leefruimte van de bezwaarindiener bevindt zich op gelijkvloerse verdieping. De aanvraag zou mogelijks zonlicht wegnemen en schaduwhinder geven.

Beoordeling: De tuin van de bezwaarindiener is noordwest georiënteerd. De uitbreiding zal bij valavond schaduwhinder geven in de woning van de bezwaarindiener. Echter is dit minimaal. Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Scheimuur: De scheimuur met zijn buitenisolatie moet op de perceelgrens komen, rekening houdend met de volledige glazen achtergevel van de bezwaarindiener. De afwerking van de scheimuur moet in een bezetting met een lichte kleur gebeuren zodat het gebrek aan natuurlijk licht wordt opgevangen.

De afbraak/aanbouw van het oude terras (reling+ bakstenen) komt volgens de bezwaarindiener voor een deel in zijn gevel. Deze zal door de aanvrager moeten worden afgewerkt in hetzelfde huidige afwerkingsmateriaal.

Beoordeling: Werken aan de scheimuur zijn geen stedenbouwkundig aspect. Dit is een burgerrechtelijk aspect en moet in onderling overleg worden besproken. De uitvoering dient te gebeuren volgens “de regels van de kunst”. Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Rooien van een boom: Op 19 m diepte dus 8 m van de woning van de bezwaarindiener staat een meerstammige (3 stammen) esdoorn. Aangezien deze nu reglementair en op gelijke diepte van het te bouwen terras staat mag dit geen aanleiding geven om deze te rooien in de toekomst (inkijk appartementencomplex op 150m).

Beoordeling: Op het inplantingsplan staat geen boom opgetekend. Er kan dus niet geoordeeld worden of deze wordt gerooid. Echter als blijkt dat deze zich in de toelaatbare bouwzone bevindt en dus moet gerooid worden om de bouw te realiseren, kan dit niet worden geweigerd. Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Afwerking plat dak: De bezwaarindiener wil het nieuwe platte dak afgewerkt zien met een groendak, dit om uitzicht te verfraaien in plaats van uitzicht op zwarte isolatie dak.

Beoordeling: De afwerking van het plat dak staat niet vermeld in de aanvraag. Echter kan een groendak in dit geval niet verplicht worden opgelegd. Volgens artikel 38 is bij eengezinswoningen een groendak niet verplicht indien de dakwaterafvoer naar een hemelwaterput is voorzien. De aanvraag voorziet een regenwaterput van 5.000 liter en voldoet hier dus aan. Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Tuinafscheiding: De kroonlijsthoogte en de haaghoogte van 180 cm moet volgens de bezwaarindiener worden gerespecteerd.

Beoordeling: De haaghoogte wordt geregeld in het veldwetboek. Het is een burgerrechtelijk aspect dat in onderling overleg tussen de aanpalenden moet worden bepaald. Het bezwaar is ongegrond.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019149999

Gegevens van de aanvrager:

de heer Irfan Caglar met als adres Korte Ypermanstraat 36 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Bordink 61 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 40sectie C nr. 41B11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          29/07/1991: vergunning (1974#225) voor een rijwoning.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte van ca. 8,3 m;

-          bouwdiepte hoofdvolume van 9 m met een gelijkvloerse uitbouw van 2 m (totaal 11 m);

-          gevelafwerking:

  • bakstenen gevel (beige);
  • donkerbruin aluminium buitenschrijnwerk;
  • bruin geschilderde kantelpoort, materiaal niet gekend.

 

Huidige toestand

 

-          gewijzigde raamindeling voorgevel;

-          donkerbruine sectionaalpoort, materiaal niet gekend.

 

Gewenste toestand

 

-          gelijkvloerse en eerste verdieping met een bouwdiepte van respectievelijk 15 en 11 m;

-          vrijstaande tuinberging achteraan het perceel;

-          functie, bouwhoogte, en bouwdiepte tweede verdieping conform vergunde toestand;

-          gevelafwerking ongewijzigd ten opzichte van huidige toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van de gelijkvloerse en eerste verdieping;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          oprichten van een tuinberging achteraan het perceel;

-          ophogen van de scheidingsmuren;

-          regulariseren van de gewijzigde indeling en afwerking van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    De gelijkvloerse berging met een vrije hoogte van 2,35 m wordt omgevormd naar leefruimte. Verblijfsruimten dienen echter over een minimale vrije hoogte van 2,6 m te beschikken;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    De uitbreiding van de gelijkvloerse verdieping wordt afgebakend door twee enkelvoudige scheidingsmuren met een beperkte dikte van slechts 0,14 m. Bovendien beschikken de scheidingsmuren grenzend aan de nieuwe tuinberging achteraan het perceel niet over een minimale opstand van 0,3 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
     

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Bordink.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit 3 bouwlagen met een plat dak. De bouwdiepte van de woning aan de linkerzijde bedraagt ca. 11 m, hierachter bevindt zich nog een terras op de eerste verdieping tot ca. 15 m. De bouwdiepte van de woning aan de rechterzijde bedraagt over alle verdiepingen ca. 12 m.

 

De aanvraag betreft een gelijkvloerse uitbreiding tot ca. 15 m.Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van ca. 14 m over.

 

Op de eerste verdieping wordt het bestaande terras mee opgenomen in de woning zodat de bouwdiepte achteraan ca. 11 m bedraagt.

 

Het gebouw past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
 

Aangezien er onvoldoende informatie beschikbaar is over overdekte buitenruimte en berging achteraan in de tuin, om een correcte beoordeling te maken, worden deze uit de vergunning uitgesloten.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De bestaande voorgevel blijft behouden en wordt niet gewijzigd.

De nieuwe achtergevel wordt afgewerkt met grijze gevelsteen en PVC wit buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De gelijkvloerse berging met een vrije hoogte van 2,35 m wordt omgevormd naar leefruimte. Verblijfsruimten dienen echter over een minimale vrije hoogte van 2,6 m te beschikken. Echter voldoet meer dan de helft van de leefruimte aan de vereiste 2,6 m, waardoor de afwijking aanvaardbaar is.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode. De uitbreiding van de gelijkvloerse verdieping wordt afgebakend door twee enkelvoudige scheidingsmuren met een beperkte dikte van slechts 0,14 m. De scheidingsmuren tussen gebouwen dienen draagkrachtig te zijn en dienen een voldoende brandweerstand te hebben. Het uitvoeren van de scheidingsmuur met een dikte van 0,18 m, wordt opgenomen in de voorwaarden.

 

Op de eerste verdieping wordt achteraan, grenzend aan het plat dak van de gelijkvloerse verdieping, een raam in de achtergevel geplaatst tot op de vloerpas. Het is niet geheel duidelijk of hierdoor het plat dak gaat gebruikt worden als dakterras. Echter kan hier geen uitspraak over worden gedaan aangezien dit niet mee op de plannen staat opgetekend.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de scheidingsmuur uitvoeren in een dikte van 18 cm, conform artikel 34 van de bouwcode.

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

3.      de berging en overdekte buitenruimte achteraan in de tuin worden uit de vergunning uitgesloten aangezien er onvoldoende informatie beschikbaar is voor een correcte beoordeling. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1909MER_I_N_00.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

16 december 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 februari 2020

Verslag GOA

20 januari 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de scheidingsmuur uitvoeren in een dikte van 18 cm, conform artikel 34 van de bouwcode.

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

3.      de berging en overdekte buitenruimte achteraan in de tuin worden uit de vergunning uitgesloten aangezien er onvoldoende informatie beschikbaar is voor een correcte beoordeling. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_1909MER_I_N_00.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.