Terug
Gepubliceerd op 10/02/2020

2020_CBS_01081 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145990. Blauwhoefstraat ter hoogte van kaai 614 . District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/02/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_01081 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145990. Blauwhoefstraat ter hoogte van kaai 614 . District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_01081 - Omgevingsvergunning - OMV_2019145990. Blauwhoefstraat ter hoogte van kaai 614 . District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019145990

Gegevens van de aanvrager:

CVBA Brabo, Havenloodsen en Bootlieden Coöperatieve vennootschap met als adres Noorderlaan 21 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Blauwhoefstraat ter hoogte van kaai 614 te Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie B nrs. 186C en 186E

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een wachtlokaal volgens het "passiefhuisprincipe"

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          Op 3 augustus 2007 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0164 – 2006100411) voor de herinrichting van inkomzone voor trucks;

-          Op 28 april 2017 verleende het college een stedenbouwkundig vergunning (HVN/B/201739) voor het bouwen van een tankterminal aan het thans naburige bedrijf Sea Invest;

-          Op 26 oktober 2018 verleende de deputatie een omgevingsvergunning (2018030293) voor aanpassingen aan de tankterminal van Sea Invest;

-          Op 14 juni 2019 verleende het college een omgevingsvergunning (2019032306) voor het aanleggen en exploiteren van een nieuwe terminal Becomar.


Inhoud van de aanvraag

-          Het bouwen van een wachtlokaal;

-          Het aanleggen van parkeerplaatsen en omgevingsaanleg.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

24 december 2019

29 januari 2020

Ongunstig

Havenbedrijf Antwerpen

24 december 2019

23 januari 2020

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

24 december 2019

20 januari 2020

Geen bezwaar

Water-link (AWW)

24 december 2019

 

Dit advies werd niet tijdig uitgebracht. 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden grotendeels de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Kruisweg, en een deel van de Antwerpsebaan, op circa 285 meter ten zuiden van de aanvraag, heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. In die omgeving loopt een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel ten zuiden van de Kruisweg en het Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur loopt een overdruk met als aanduiding Verbinding voor fietsers.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening isvan toepassing op de aanvraag. Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 10.000 liter waarbij het opgevangen hemelwater hergebruikt wordt in het sanitair. De overloop van de hemelwaterput gaat naar een infiltratievoorziening. De verhardingen worden aangelegd in een (half)waterdoorlatende verharding of wateren af naar aanpalende groenzones op eigen terrein. De aanvraag is in overeenstemming met de verordening.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project veroorzaakt een relatief beperkte toename aan bebouwde of verharde oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een nieuwe invulling van een braakliggend terrein langs de oostzijde van het Kanaaldok B2. Het terrein, met een relatief beperkte oppervlakte van circa 1600 m², wordt ingericht met een gebouw dat dienst zal doen en ingericht zal worden als wachtlokaal voor bootmannen. Het gebouw, met een oppervlakte van circa 150 m² en een maximale hoogte van 9,80 meter, wordt in het noorden van het terrein ingeplant op 3 meter van de noordelijke en oostelijke perceelsgrens.

Ten zuidoosten van dit gebouw, op een afstand van 2 meter ervan, wordt een bijgebouw, met een oppervlakte van circa 40 m² en een hoogte van 3 meter, geplaatst waarin een overdekte fietsenstalling en een berging voorzien worden.

 

Verder wordt het terrein ingericht met parkeerplaatsen voor personenwagens in waterdoorlatende grasdallen, een interne rijweg in asfalt ter ontsluiting van het terrein en manoeuvreerruimte in klinkers rond een kuisvloer om dienstwagens te kunnen reinigen. De vrije ruimte rond het gebouw en in het zuiden van het terrein wordt aangelegd met een groenzone waarin tevens het hemelwater van de verhardingen kan infiltreren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag betreft een nieuwe ontwikkeling waarbij 21 parkeerplaatsen voorzien worden voor dienstwagens en voor wagens van het personeel. Er wordt vanuit gegaan dat dit een correcte inschatting is van de aanvrager. De bouwheer dient te allen tijde op het eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebouw is ontworpen als een BijnaEnergieNeutraal-gebouw waardoor de oriëntatie van gevels bepalend is voor het karakter van de gevel. De gevels van het hoofdgebouw worden bekleed met een groen geglazuurde baksteen. Langs de west- en zuidkant wordt vanaf de eerste verdieping aluminium borstwering met glas voorzien.

 

Het bijgebouw wordt tevens bekleed met groengeglazuurde baksteen. De fietsenstalling wordt langs de westzijde afgesloten met een hekwerk.

 

Gelet op de schaal en specifieke functie van het gebouw is dit gevelmateriaalgebruik aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het Havenbedrijf Antwerpen werd om advies gevraagd als beheerder van het havengebied.

 

Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een ongunstig advies uit, hoofdzakelijk daar de inplanting van het gebouw een doorgang langsheen de kade verspert die dienst doet als tweede toegang om de bedrijven ten noorden van de aanvraag bereikbaar te maken bij calamiteiten. Door de plaatsing van het wachtlokaal is het Seveso-bedrijf ten zuiden van het Bevrijdingsdok niet meer bereikbaar bij bepaalde windrichtingen (vanuit het zuiden en vanuit het westen) wat voor de brandweer niet aanvaardbaar is. Het ongunstige advies bevat ook nog andere opmerkingen en strijdigheden van de aanvraag met de vigerende brandpreventiewetgeving.

 

Dit advies is niet bindend, maar vormt niettemin een determinerend gegeven in de beslissing, vermits enkel deze instantie kan beoordelen of de beoogde werken de veiligheid niet in gevaar brengt.

Vermits het veiligheidsaspect bij het beoordelen van aanvragen tot omgevingsvergunningen een essentieel onderdeel vormt van een goede plaatselijke ruimtelijke ordening, dient in het belang van de veiligheid het ongunstig advies van de brandweer als doorslaggevend beschouwd, waardoor het voorwerp van de aanvraag niet vatbaar is voor vergunning.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van de brandweer. De brandweer kan niet akkoord gaan met de inplanting van het gebouw daar deze de alternatieve doorgang verspert naar een noordelijk gelegen Seveso-bedrijf.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

24 december 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 februari 2020

Verslag GOA

31 januari 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van de brandweer. De brandweer kan niet akkoord gaan met de inplanting van het gebouw daar deze de alternatieve doorgang verspert naar een noordelijk gelegen Seveso-bedrijf.

 

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.