Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019147931 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Stefan Morreel met als adres Te boelaarlei 134 te 2140 Borgerhout (Belgie) |
Ligging van het project: |
Te Boelaarlei 134 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 26sectie B nr. 1077H6 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/12/2007: vergunning (3238#601) voor het verbouwen garage naar hobbyruimte;
- 13/10/1958: toelating (179#4834) voor het bouwen van een eengezinswoning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Huidige toestand
- eengezinswoning bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak;
- het gelijkvloers van de woning heeft een ruime inkom, een hobbykamer met open keuken en afgesloten slaapkamer met douche;
- de eerste verdieping bereikbaar, deze bevat een leefruimte aan de voorzijde, aan de achterzijde bevindt zich de keuken en de eetkamer. Vanuit de eetkamer is de tuin bereikbaar via een buitentrap;
- op niveau 2 bevinden zich 4 slaapkamers en 1 badkamer.
Gewenste toestand
- eengezinswoning bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- verwijderen van de buitentrap;
- inrichten van een eengezinswoning met 4 slaapkamers en een NVO van 205 m²;
- voorzien van een vide tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping ter hoogte van achtergevel;
- aanpassen van de voor- en achtergevel aan de nieuwe interne indeling;
- isoleren van de voorgevel uitgevoerd in bruin/rode keramische tegels en wit aluminium buitenschrijnwerk;
- aanleggen van de voortuinstrook.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het herinrichten van een rijwoning waarbij een buitentrap wordt verwijderd en de gevels worden vernieuwd. Intern wordt een vide toegevoegd tussen het gelijkvloers en de 1ste verdieping. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Te Boelaarlei.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume van het pand wijzigt niet. Enkel de buitentrap achteraan in het midden van het perceel wordt verwijderd.
De voortuin wordt aangepast en voorzien van beplanting met een toegangspad, waar de voortuin voordien volledig verhard was. Echter ontbreekt er een tuinafsluiting. Volgens artikel 19 van de bouwcode dienen voortuinen afgesloten te worden met een levende afsluiting, een muurtje of een hek. De maximale hoogte van deze afsluiting is 1 m. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.
In de beschrijvende nota wordt aangehaald dat in de groene zone van de voortuin ‘een fietsenstalling kan geïntegreerd worden’. Volgens het inplantingsplan wordt de voortuin echter enkel voorzien van beplating en een toegangspad. Een fietsenstalling werd niet ingetekend waardoor deze niet correct beoordeeld kan worden. Bovendien is een fietsenstalling niet combineerbaar met beplanting en is het plaatsen van een constructie in de voortuin strijdig met artikel 27 van de bouwcode. De fietsenstalling wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning. Fietsstalplaatsen daarentegen zijn wel mogelijk.
Ook dient 1 autostaanplaats behouden te blijven om de parkeerbehoefte niet op het openbaar domein af te wentelen. In functie van artikel 12 van de bouwcode zal worden opgelegd deze aan de linkerzijde te behouden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt voorzien in keramische tegels met twee verschillende groottes. Bruin/ rode keramische tegels 10x10 cm met een zwarte voeg en bruin/rode keramische tegels 20x20 cm met een witte voeg, gesitueerd aan de linkerzijde van de inkom en over het gelijkvloers en de 1ste verdieping. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar om de voorgevel van de voorliggende aanvraag in keramische tegels te voorzien zoals voorgesteld gelet op de voorgestelde samenhang met het referentiebeeld en detailleringen.
De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het openwerken van het gelijkvloers in een grote ruimte en het voorzien van een vide, waardoor het bureau en de leefruimte op de verdieping in verbinding staat met het gelijkvloers, verhoogt de woonkwaliteit van de woning en zorgt voor meer lichtinval tot in het midden van de ruimtes. Beide ingrepen worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt als positief bevonden. Door het verwijderen van de bestaande buitentrap kan er meer daglicht in de woning treden en ontstaat er meer bruikbare ruimte op het terras, waardoor het terras efficiënter gebruikt kan worden.
Om hinder inzake uitlaten van gassen en afvoerkanalen te beperken is het aanbrengen van verluchtingsroosters in de voorgevel verboden. Het verluchtingsrooster heeft door geurhinder of gashinder mogelijks een negatieve invloed op het openbaar domein, wat onaanvaardbaar is. In voorwaarden wordt opgelegd om het verluchtingsrooster aan de rechterzijde van de voorgevel op de 2de verdieping te verwijderen, conform artikel 35 van de bouwcode. Dit verluchtingsrooster kan verplaatst worden naar het dak of de achtergevel mits conform artikel 35.
Het verluchtingsrooster aan de achterzijde op de 1ste verdieping veroorzaakt mogelijks hinder tegenover de raamopening van de linkerburen door waterdampen van de keuken. Dit verluchtingsrooster dient verplaatst te worden op minstens 0,60 m afstand van aangrenzende opgaande gevel, conform artikel 35. Dit wordt in voorwaarden opgenomen in de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Aanvraag betreft het supprimeren van de autostaanplaats in de voortuin.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Dit is mogelijk in de voortuin.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuin voorzien van een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximaal 1 m, conform artikel 19 van de bouwcode;
2. de fietsstalplaatsen in de voortuin niet in een constructie te voorzien, conform artikel 27 van de bouwcode;
3. 1 autostaanplaats te voorzien op de linkerzijde van de voortuin conform artikel 30 van de bouwcode;
4. het verluchtingsrooster in de achtergevel aan de rechterzijde op de 2de verdieping niet te voorzien, conform artikel 35 van de bouwcode;
5. het verluchtingsrooster in de achtergevel op de 1ste verdieping op minstens 0,60 m van de aangrenzende opgaande gevels plaatsen, conform artikel 35 van de bouwcode;
6. de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
19 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 februari 2020 |
Verslag GOA |
27 januari 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de voortuin voorzien van een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximaal 1 m, conform artikel 19 van de bouwcode;
2. de fietsstalplaatsen in de voortuin niet in een constructie te voorzien, conform artikel 27 van de bouwcode;
3. 1 autostaanplaats te voorzien op de linkerzijde van de voortuin conform artikel 30 van de bouwcode;
4. het verluchtingsrooster in de voorgevel aan de rechterzijde op de 2de verdieping niet te voorzien, conform artikel 35 van de bouwcode;
5. het verluchtingsrooster in de achtergevel op de 1ste verdieping op minstens 0,60 m van de aangrenzende opgaande gevels plaatsen, conform artikel 35 van de bouwcode;
6. de arrière corps te behouden. De arrière corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie;
7. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.