Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020001251 |
Gegevens van de aanvrager: |
VZW STEINERSCHOOL ANTWERPEN BASISSCHOLEN met als contactadres Volkstraat 40 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Lamorinièrestraat 233 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 6sectie F nrs. 1349G22 en 1349T22 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van twee tijdelijke klascontainers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/05/2019: vergunning (2019801) voor het inrichten van een tijdelijke school;
- 05/08/1938: toelating (18#10832) voor het bouwen van een bergplaats aan het huis.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- pand ingericht als tijdelijke school in halfopen bebouwing;
- twee bouwlagen onder mansardedak.
Huidige toestand
- pand ingericht als tijdelijke school in halfopen bebouwing;
- twee bouwlagen onder mansardedak.
- vaststelling (ID: 7086) van herenhuis in neorégenstijl als bouwkundig erfgoed.
Gewenste toestand
- twee op elkaar gestapelde tijdelijke klascontainers achteraan het perceel;
- verharding in de zij- en achtertuin;
- containers in grijsblauwe staalplaat met wit pvc buitenschrijnwerk.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van twee tijdelijke klascontainers op terrein van tijdelijke school.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
9 maart 2020 |
26 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
9 maart 2020 |
10 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
de twee klaslokalen zijn niet bereikbaar. Het gelijkvloers lokaal heeft een opstap van 33 cm en het lokaal op de 1ste verdieping is enkel bereikbaar via een trap.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het plaatsen van een tijdelijke constructie die een klaslokaal en de naschoolse opvang zal herbergen tijdens de renovatie van de nabijgelegen schoolgebouwen. Deze containerklassen worden achteraan op een perceel voorzien waarbij het gebouw langs de straatzijde reeds als tijdelijk schoolgebouw vergund is. Aangezien het om een tijdelijke uitbreiding van de reeds aanwezige functie gaat, is de aanvraag bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt een deel van de bestaande speelplaats gebruikt voor de inplanting van een tijdelijk volume van ruim negen bij zes meter over twee bouwlagen. Het resterende deel van de bestaande speelplaats blijft behouden en aangevuld met een tijdelijke uitbreiding achter het perceel. De voorgestelde inplanting is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve buitenruimte te behouden. Het nieuwe volume bewaart voldoende afstand ten opzichte van de perceelsgrenzen en kan vanuit zijn tijdelijke karakter binnen de aanwezige context aanvaard worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien het tijdelijke karakter van het volume en de gekozen inplanting, achteraan het perceel, is de visuele impact van het volume beperkt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het nieuwe volume bewaart voldoende afstand ten opzichte van de achtergevel, evenals van de perceelsgrenzen. Dit tijdelijke volume kan binnen de aanwezige context aanvaard worden.
De aanvraag voldoet niet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Er is een niveauverschil van 30cm tussen het vloerpeil van het gelijkvloerse klaslokaal en het peil van de speelplaats. Dit niveauverschil dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden met een helling van maximaal 8,3%. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Daarnaast is het klaslokaal op de eerste verdieping enkel bereikbaar via een trap. Vanuit de tijdelijke aard van de aanvraag kan een afwijking op bovenstaande toegestaan worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal klassen. In 2019 (dossier 2019801) werd een vergunning afgeleverd voor de inrichting van een tijdelijke school op deze site. Op het perceel ernaast ter hoogte van nr. 231 wordt ondertussen de school verbouwd (20192146). Voor de definitieve school zijn er voldoende parkeerplaatsen voorzien.
Er worden nu 2 tijdelijke klascontainers bijgezet waarvan er 1 zal gebruikt worden als klaslokaal en 1 als klas voor naschoolse opvang.
Voor de extra klas is de parkeerbehoefte 0.75.
|
De plannen voorzien in voldoende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn tussen nr. 233 en 235 voldoende parkeerplaatsen beschikbaar die gebruikt kunnen worden door de school in afwachting van de definitieve school.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen is toereikend.
Er zijn tussen nr. 233 en 235 voldoende parkeerplaatsen beschikbaar die gebruikt kunnen worden door de school in afwachting van de definitieve school. De parking wordt ontsloten via de Lamorinièrestraat.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de bijkomende klas moeten er 9 fietsstalplaatsen voorzien worden. In de aanvraag voor de tijdelijke school werd opgelegd dat er 51 fietsstalplaatsen moesten voorzien worden. Er werden 60 fietsstalplaatsen voorzien. Hierdoor is er voldoende ruimte voor de behoefte aan 9 bijkomende plaatsen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het niveauverschil van 30 cm tussen het vloerpeil van het gelijkvloerse klaslokaal en het peil van de speelplaats te overbruggen met een helling van maximaal 8,3%;
Geldigheidsduur
3. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan tot 31 augustus 2022 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
9 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 juni 2020 |
Verslag GOA |
27 april 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het niveauverschil van 30 cm tussen het vloerpeil van het gelijkvloerse klaslokaal en het peil van de speelplaats te overbruggen met een helling van maximaal 8,3%;
Geldigheidsduur
3. de handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan tot 31 augustus 2022 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.