Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020019623 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Hans Dierick met als adres Mechelsesteenweg 223-223B te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Jan Van Rijswijcklaan 223B te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9sectie I nrs. 2139V3, 2139F5 en 2139G5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden en verbouwen van een oogartspraktijk |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het aantal woongelegenheden;
- appartement links op het gelijkvloers wordt gewijzigd naar praktijkruimte;
- kleine uitbreiding aan de achterzijde van het gebouw op de gelijkvloerse verdieping.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
12 maart 2020 |
30 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
12 maart 2020 |
23 maart 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
12 maart 2020 |
18 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
12 maart 2020 |
13 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
12 maart 2020 |
17 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
27 april 2020 |
27 april 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
het nieuwe toilet wordt niet voorzien als een aangepast toilet.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Er worden geen fietsstalplaatsen voorzien;
Er worden geen autostalplaatsen voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Tussen de inkomhal en de plaats voor de voordeur is een niveauverschil van 64 cm. Dit niveauverschil wordt in de bestaande toestand enkel opgevangen door een trap. Volgens artikel 18 van de verordening toegankelijkheid dienen niveauverschillen van meer dan 18 cm overbrugd te worden door een extra helling of lift. Echter wordt in de omgeving van de voordeur, inkomhal en voortuin niets gewijzigd tegenover de bestaande toestand. Het voldoen aan artikel 18 zou betekenen dat de structuur van de inkomhal en de voortuin dient gewijzigd te worden. De werken die daarbij nodig zijn om aan artikel 18 te voldoen staan niet in verhouding met de werken in de voorliggende aanvraag. Bijgevolg kan worden afgeweken worden van artikel 18.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het uitbreiden van een praktijkruimte naar de linkerzijde op het gelijkvloers. Hierdoor wordt een appartement (0.1) ingenomen, waardoor het aantal woongelegenheden dus vermindert met 1. Aan de achterzijde wordt een bestaand terras omgevormd tot een hal die een verbinding maakt tussen de achtergelegen praktijkruimten.
Het verminderen van het aantal woongelegenheden en het uitbreiden van de bestaande praktijkruimte op het gelijkvloers heeft geen negatieve ruimtelijke effecten en is functioneel inpasbaar.
Tevens bevestigt het advies van de stedelijke dienst ‘geacht vergund’ dat de bestaande oogartsenpraktijk als geacht vergund kan beschouwd worden:
“Op basis van KBO: specialisten-praktijk aanwezig sinds 11 augustus 2004.
Advies: positief voor oogartspraktijk als geacht vergunde functie in het gebouw.”
Vanuit de dienst ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie is er voor de voorgestelde werken eveneens geen bezwaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaande verhoogd terras achteraan op het gelijkvloers wordt samen met twee trappen en enkele muurtjes verwijderd. In de plaats komt een glazen hal op het gelijkvloers met 1 trap die connectie maakt met de tuin. Deze constructie overschrijdt de bestaande bouwdiepte niet.
Het gewenst bouwvolume heeft met zijn beperkte wijzigingen geen negatieve effecten tegenover de omwonenden en de buurt. Het gewenste bouwvolume is bijgevolg aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van de aanvraag wijzigt niet. Het straatbeeld wordt niet aangetast.
Aangaande de achtergevel wordt enkel het gelijkvloers gewijzigd. De bestaande golfplaten daken worden verwijderd en de bakstenen muurtjes met betonnen trappen worden gesupprimeerd. In de plaats daarvan komt een glazen constructie met aluminium grijs buitenschrijnwerk en witte vezelcementplaten als gevelbekleding.
De gewenste materialen zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar en doen geen afbreuk aan het gehele gebouw op visueel en vormelijk vlak.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het nieuwe toilet tussen ‘praktijk 3’, ‘praktijk gelijkvloers’ en de berging dient wel te voldoen aan artikel 29/2 van de verordening toegankelijkheid. Zo zijn de afmetingen van het toilet niet voldoende groot, zowel in de lengte als in de breedte. Het toilet dient een minimale breedte te hebben van 1.70 m op 2.25 m. Het toilet dient te worden uitgebreid. Het uitbreiden van het toilet wordt als voorwaarde in de vergunning opgenomen.
Functies anders dan wonen dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 m² groot is. Een afvalberging werd in de voorliggende aanvraag niet voorzien. Opgelegd wordt om een afvalberging te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode. Bij voorkeur wordt deze in de kelder of in de berging op het gelijkvloers voorzien.
Advies werd gevraagd aan de dienst milieuvergunningen. Volgens de dienst milieuvergunningen blijkt, uit de informatie opgenomen in het aanvraagdossier, geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten te zijn verbonden aan het project. De dienst levert een gunstig advies.
De voorliggende aanvraag betreft een ruimtelijke verbetering voor de praktijk op het gelijkvloers. Door een hal toe te voegen achteraan staan de achtergelegen praktijken in verbinding met elkaar en in verbinding met de achtergelegen tuin, wat het gebruiksgenot verhoogt. Door het voorzien van grote ramen achteraan kan het daglicht vlot tot in de praktijkruimten komen en hebben de gebruikers van de ruimte zicht op de tuin. Zowel door de uitbreiding als door de verbouwing betreft de voorliggende aanvraag een verbetering tegenover de bestaande toestand.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
Op het gelijkvloers is er nu reeds een praktijkruimte van een oogarts aanwezig met 2 consultatieruimtes en 1 appartement. Aangezien de praktijkruimte vergund is, omvat de aanvraag een uitbreiding ervan over de volledige gelijkvloerse verdieping. Er komen 2 consultatieruimtes bij.
Voor een oogartsenpraktijk hanteren we dezelfde norm als voor een kinésistenpraktijk (CROW) namelijk 1,45ppl per behandelkamer (schil centrum).
2 bijkomende consultatieruimtes: 2 x 1,45 = 2,90
De werkelijke parkeerbehoefte is 3
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn 4 bestaande parkeerplaatsen maar geen bijkomende plaatsen voor deze aanvraag.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
‘Dit perceel betreft (een gebouw) dat alreeds een ondergrondse garage voor 4 autostalplaatsen heeft. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 1 = 2.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 0 = 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaatsen.
Op het gelijkvloers verdwijnt er een appartement met een oppervlakte van +/- 85m2. De bestaande parkeerbehoefte is 1,35 (schil centrum). Er zijn 4 bestaande parkeerplaatsen maar we gaan er vanuit dat die voor de 6 bovenliggende appartementen zijn.
Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 1 = 2.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de uitbreiding van de praktijk is het nodig om 1 fietsstalplaats te voorzien voor het bijkomende personeel. Het is vanuit de dienst mobiliteit wenselijk om ook enkele fietsparkeerplaatsen te voorzien voor de bezoekers.
Er zijn geen fietsstalplaatsen voorzien in de voorliggende aanvraag. In voorwaarden wordt opgelegd om minstens 1 fietsstalplaats te voorzien voor het personeel. Bij voorkeur wordt deze fietsstalplaats voorzien in de kelder, zodat deze bereikbaar is via de inrit van de garage.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de praktijk dient voorzien te worden van een afvalberging, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. het toilet op het gelijkvloers uitbreiden zodat voldaan wordt aan artikel 29/2 van de verordening toegankelijkheid;
4. er moet minstens 1 fietsstalplaats voorzien worden voor het personeel (cf. advies mobiliteit).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
12 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
10 juni 2020 |
Verslag GOA |
27 april 2020 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de praktijk dient voorzien te worden van een afvalberging, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. het toilet op het gelijkvloers uitbreiden zodat voldaan wordt aan artikel 29/2 van de verordening toegankelijkheid;
4. er moet minstens 1 fietsstalplaats voorzien worden voor het personeel (cf. advies mobiliteit).
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.