Terug
Gepubliceerd op 25/05/2020

2020_CBS_03979 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018470. Kleine Doornstraat 274. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 20/05/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03979 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018470. Kleine Doornstraat 274. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_03979 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018470. Kleine Doornstraat 274. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020018470

Gegevens van de aanvrager:

BVBA De Eerste Stapjes met als contactadres Kleine Doornstraat 274 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Kleine Doornstraat 274 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 44sectie D nr. 396R4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van woning met handelszaak tot een kinderdagverblijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          04/03/2011: vergunning (20107489) voor het bouwen van een woning met handelszaak.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: handelspand op het gelijkvloers en duplexwoning op de verdiepingen;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een zadeldak;
  • bouwdiepte: gelijkvloers 15,10m, bovenliggende verdiepingen 9m;
  • dakterras 1ste verdieping tot 15m met toegang tot tuin via metalen trap;

-          gevelafwerking: gevelparament in bruine baksteen met lichtgrijs aluminium schrijnwerk.

 

Huidige toestand

 

-          inrichting: de aangeleverde foto’s bij deze aanvragen tonen dat:

  • de vergunde balustrade in glas rechts achteraan het dakterras werd aangevuld met een hoger houten paneel;
  • rechts achteraan werden klimaatbeheersingstoestellen geplaatst ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping en de dakverdieping.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: wijziging naar kinderdagverblijf;

-          bouwvolume: plaatsen van een bordes met brandtrap;

-          gevelafwerking: ongewijzigd;

-          de klimaatbeheersingstoestellen en het houten paneel ter hoogte van het dakterras aanwezig in de bestaande toestand, maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          het wijzigen van de functie van handelspand naar dienstverlening;

-          het verminderen van het aantal woonentiteiten van 1 naar 0;

-          het doorvoeren van interne constructieve werken;

-          het plaatsen van een brandtrap met bordes.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

24 maart 2020

15 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

24 maart 2020

1 april 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

24 maart 2020

7 april 2020

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid

24 maart 2020

22 april 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

24 maart 2020

24 maart 2020

talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ jeugd/ regie kinderopvang

24 maart 2020

27 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

 

  • artikel 18 Niveauverschillen:
    de functie verzorgruimte bevindt zich enkel op de zolderverdieping en deze is enkel toegankelijk met een trap;
  • artikel 29/2 Publiek toegankelijke toiletten:
    er dient een aangepast sanitair voorzien te worden bij werken aan het gelijkvloerse sanitair.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de gelijkvloerse leefruimte (voorheen vergaderruimte), personeelsruimte (voorheen printruimte) en snoezelruimte (voorheen berging garage) hebben geen (rechtstreekse) lichtinval noch luchttoevoer;
    het dakvlakraam van de verzorgruimte (voorheen badkamer) heeft een lichtdoorlatende oppervlakte van minder dan één vierkante meter;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    §3 de nieuwe plannen vermelden geen afgescheiden ruimte voor afvalberging.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Toegankelijkheid

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid. Aangezien een toegankelijke leefomgeving en dienstverlening vandaag zijn uitgegroeid tot een basisrecht, kan hier geen afwijking op worden toegestaan. Het ontwerp dient te voldoen aan deze verordening. Door alle aanwezige functies in het gebouw (verzorgingsruimtes, sanitair,…) ook op het gelijkvloers te voorzien (wanneer er geen lift aanwezig is), is de kinderopvang in overeenstemming met de voorschriften van de verordening. 

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het pand is gelegen in woongebied. De aanvraag betreft een kinderdagverblijf van circa 372 m². Deze functie kan als ondersteunende functie worden beschouwd voor de aanwezige woningen in de omgeving. Om de functionele inpasbaarheid te beoordelen werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst ‘regie kinderopvang’, die hiervoor gunstig advies verleende.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag betreft interne werken in functie van de kinderopvang. Het bestaande volume blijft behouden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

Met uitzondering van een nieuw dakvlakraam blijft de voorgevel behouden zoals vergund.

 

De aanvraag bevatgeen gegevens over eventuele zaak-gebonden reclame. Aan de voorkant van het gebouw staat een zuil die door de vroegere eigenaar gebruikt werd om reclame te voorzien. Deze reclamezuil is echter niet vergund. De zuil staat niet op de laatst vergunde toestand en is ook in huidige aanvraag niet opgetekend. Kinderopvang is eerder een lokale voorziening waarbij er maar sporadisch nieuwe kindjes bij komen. Het is dus niet nodig om hier permanent reclame voor te maken. Om zichtbaar te zijn in de straat is bestikkering op het raam voldoende.

 

Volgens artikel 33 van de bouwcode mag de publiciteit niet voor gevelopeningen geplaatst worden of gevelornamenten bedekken. Indien ze geplakt of gespoten wordt op een gevelopening mag ze maximaal 50 % van de opening bedekken en geen raamkaders bedekken. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden. Andere vormen van publiciteit worden niet toegelaten.

 

Aan de achtergevel wordt een brandtrap voorzien tussen het terras van de eerste verdieping en de zolderverdieping. Deze buitentrap is noodzakelijk om de functie van kinderopvang in het pand te kunnen uitoefenen. De trap heeft een grote invloed op het uitzicht van de achterzijde van het pand. Door deze trap in een donkere kleur te voorzien sluit deze aan bij de kleur van de bakgoot en de achtergevel. Er wordt geoordeeld dat de trap niet storend is.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Verder wijkt de aanvraag voor drie ruimtes af van artikel 24 van de bouwcode.

Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de kinderen en voor een minimum verblijfskwaliteit in deze ruimtes.

 

De snoezelruimte achter de inpandige garage beschikt niet over rechtstreekse lichtinval en luchttoevoer. Echter kan aangenomen worden dat deze ruimte net op deze locatie wordt ingetekend om tijdens het gebruik zo weinig mogelijk natuurlijk licht en prikkels te ontvangen. Verluchting van de ruimte kan gebeuren via de leefruimte. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het echter niet mogelijk een vergunning te verlenen voor deze snoezelruimte als verblijfsruimte. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.

 

Ook de personeelsruimte die zich centraal op het gelijkvloers bevindt, kan gebruikt worden als bergplaats voor het personeel van de kinderopvang, maar niet als langdurige verblijfsplaats. Als voorwaarde zal daarom opgenomen worden om deze als berging te gebruiken.

 

De leefruimte achter de ontvangstruimte op het gelijkvloers wordt volledig afgesloten. Dit blijkt echter een fout op het plan. De glazen wanden zijn reeds geruime tijd verwijderd. Er is enkel nog een glazen wand met deur die de ontvangstruimte scheidt van de leefruimte. Er kan in deze ruimte voldaan worden aan de minimale luchttoevoer en lichtinval, mits het naleven van volgende voorwaarde: de glazen wand tussen de leefruimte achter de ontvangstruimte en de leefruimte aan de tuin te verwijderen.

Het dakvlakraam van de verzorgruimte (voorheen badkamer) op de zolderverdieping heeft een lichtdoorlatende oppervlakte van minder dan één vierkante meter. Als voorwaarde zal opgenomen worden om hier een dakvlakraam met minstens één vierkante meter lichtdoorlatende oppervlakte te voorzien.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 26 van de bouwcode. Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. Op de plannen in de aanvraag is geen afvalberging voorzien. Als voorwaarde wordt opgenomen om een afvalberging inpandig en conform dit artikel van de bouwcode te voorzien.

 

De aanvraag betreft een kinderdagverblijf. Omwille van het gezondheidsaspect werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst energie en milieu Antwerpen – luchtkwaliteit en geluid. Deze dienst gaf een gunstig advies mits voorwaarden. Deze voorwaarden werden integraal overgenomen in de vergunning.

 

Het aangeleverde beeldmateriaal laat zien dat er aan de achterzijde van het pand aan houten schutsel is voorzien op het terras van de eerste verdieping en klimaatbeheersingstoestellen aan de achtergevel. Deze zijn niet vergund. Het houten schutsel is toegevoegd om het terras uit te breiden. Dit dient hersteld te worden in de vergunde situatie, dus met afstand van de buren. Zo staat het ook op de plannen van de nieuwe aanvraag opgetekend. Als de klimaatbeheersingstoestellen voldoen aan artikel 16 van de bouwcode, kunnen ze geregulariseerd worden (2 meter van de perceelgrens en niet meer dan 43dB). Deze maken geen deel uit van de aanvraag en zijn daarom in huidige aanvraag niet te beoordelen. Deze zullen dan ook worden uitgesloten van vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Een handelspand met eengezinswoning wordt volledig omgevormd tot kinderdagverblijf. Geen van bestaande functies blijft behouden.

 

De kribbe is in totaal ongeveer een 400m². Dit is minder dan 500m² en bovendien in een bestaand gebouw. De parkeerbehoefte is 0 plaatsen.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er is inpandig 1 parkeerplaats. Voor het ophalen en afzetten kan de ruimte op de oprit gebruikt worden.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor het personeel moeten inpandig 2 fietsstalplaatsen voorzien worden (400m²/100m² x 0,60 = 2,4). Er is hiervoor voldoende plaats in de garage. Dit wordt opgenomen als voorwaarde bij de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.   te voldoen aan de verordening inzake toegankelijkheid;

 

3. de personeelsruimte op het gelijkvloers enkel te gebruiken als berging voor het personeel;

4.    het nieuwe dakvlakraam van de verzorgruimte op de zolderverdieping te voorzien met minstens één vierkante meter lichtdoorlatende oppervlakte, conform artikel 24 van de bouwcode;

5.  een afgescheiden en verluchte ruimte voor afvalberging van 4m² inpandig te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

6.  eventuele zaak-gebonden reclame enkel geplakt of gespoten op de gevelopeningen te voorzien waarbij deze maximaal 50 % van de openingen bedekt, conform artikel 33 van de bouwcode;

7.  indien de ramen worden vernieuwd, wordt gekozen voor raamgehelen met een isolatiewaarde van minstens 33 dB(A);

8.  twee fietsstalplaatsen voor het personeel te voorzien in de inpandige garage, conform artikel 29 van de bouwcode.

 

Uitsluitingen

 

1.      geen vergunning wordt verleend voor de snoezelruimte als verblijfsruimte;

2.      geen vergunning wordt verleend voor het houten schutsel op het terras op de eerste verdieping;

3.      geen vergunning wordt verleend voor de klimaatbeheersingstoestellen aan de achtergevel;

4.   de glazen wand tussen de leefruimte achter de ontvangstruimte en de leefruimte aan de tuin te verwijderen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

24 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 juni 2020

Verslag GOA

30 april 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.   te voldoen aan de verordening inzake toegankelijkheid;

3.      de personeelsruimte op het gelijkvloers enkel te gebruiken als berging voor het personeel;

4.     het nieuwe dakvlakraam van de verzorgruimte op de zolderverdieping te voorzien met minstens één vierkante meter lichtdoorlatende oppervlakte, conform artikel 24 van de bouwcode;

5.      een afgescheiden en verluchte ruimte voor afvalberging van 4m² inpandig te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;

6.      eventuele zaak-gebonden reclame enkel geplakt of gespoten op de gevelopeningen te voorzien waarbij deze maximaal 50 % van de openingen bedekt, conform artikel 33 van de bouwcode;

7.      indien de ramen worden vernieuwd, wordt gekozen voor raamgehelen met een isolatiewaarde van minstens 33 dB(A);

8.      twee fietsstalplaatsen voor het personeel te voorzien in de inpandige garage, conform artikel 29 van de bouwcode.

 

Uitsluitingen

 

1.      geen vergunning wordt verleend voor de snoezelruimte als verblijfsruimte;

2.      geen vergunning wordt verleend voor het houten schutsel op het terras op de eerste verdieping;

3.      geen vergunning wordt verleend voor de klimaatbeheersingstoestellen aan de achtergevel;

4.   de glazen wand tussen de leefruimte achter de ontvangstruimte en de leefruimte aan de tuin te verwijderen.

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.