Terug
Gepubliceerd op 25/05/2020

2020_CBS_04422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022697. Kattenberg 133. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 20/05/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022697. Kattenberg 133. District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_04422 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022697. Kattenberg 133. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020022697

Gegevens van de aanvrager:

Eveline en Nele Pieters - Ceustermans met als adres Bothastraat 17 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Kattenberg 133 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 25sectie A nr. 88D

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

het verbouwen van een meergezinswoning zonder wijzigen van het aantal woonunits

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/03/1947: toelating (179#10558) verbouwing;

-          24/03/1947: toelating (1273#54) maken van inrijpoort in de gevel.

Vergund geachte toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woonunits.

-          bouwvolume:

  • een pand bestaande uit 3 bouwlagen onder een zadeldak.

-          gevelafwerking:

  • voorgevel heeft een similibezetting;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • dorpels en plinten in blauwe hardsteen.

Huidige toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woonunits;

-          bouwvolume:

  • een pand bestaande uit 3 bouwlagen onder een zadeldak.

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderde gevel;
  • buitenschrijnwerk in wit kunststof.

Gewenste toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woonunits.

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met wijzigen van dakvorm zonder wijziging aan de scheimuren.

-          gevelafwerking:

  • isoleren van de gevel en afwerken met een lichtkleurige groengrijze bepleistering;
  • buitenschrijnwerk voorzien in naturel hout;
  • aluminium garagepoort in een groene kleur;
  • voordeur in geperforeerd staal in een groene kleur;

 

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van de achterbouw tussen het hoofdgebouw en de achterliggende scheimuur;

-          plaatsen van een nieuwe spiltrap in de nieuwe buitenruimte;

-          nieuwe trap is nieuwe circulatie voor de toegang tot de 2 wooneenheden;

-          de duplex op de 2de verdieping wordt voorzien van een nieuwe steektrap;

-          de dakvorm wordt gewijzigd en in een uitsparing aan de voorzijde plaatst men een dakterras.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

17 maart 2020

24 april 2020

Ongunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 april 2020

11 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

17 maart 2020

16 april 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de opstand van de scheimuur met de linker aanpalende bedraagt minder dan 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.  

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging.  De bestaande meergezinswoning met twee woongelegenheden blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Kattenberg. 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De bestaande drie bouwlagen hoge achterbouw wordt volledig gesloopt.  In de vrijgekomen buitenruimte wordt een buitentrap voorzien die toegang verleent tot de studio op de eerste verdieping en de duplex op de tweede en derde verdieping van de hoofdbouw. De nieuwe vrijgekomen achtergevel van de hoofdbouw wordt voorzien van enkele grote ramen die voor meer lichttoetreding zorgen langs de achterzijde van de woongelegenheden.  De bestaande interne trappenhal wordt afgebroken waardoor een ruimte ontstaat die optimaal kan worden ingericht voor de woongelegenheden.

 

Het hellende dak van de hoofdbouw wordt aan de voorzijde voorzien van een dakterras waardoor de duplex die zich op de tweede en derde verdieping bevindt, voorzien wordt van een private buitenruimte wat de woonkwaliteit van deze woongelegenheid ten goede komt. Aan de achterzijde van de hoofdbouw wordt de dakvorm uitgebreid met een perceelsbrede dakuitbouw.  Deze bevindt zich volledig tussen de bestaande hoofdbouwen van de linker-  en de rechter aanpalenden waardoor kan worden geoordeeld dat de dakuitbouw geen negatieve gevolgen heeft voor de bezonning van de aanpalende percelen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De vergunde voorgevel in similibezetting werd in het verleden wit geschilderd.  In voorliggende aanvraag wenst men de voor- en achtergevel te isoleren en te voorzien van een nieuwe bepleistering in lichte groen-grijze kleur.  Een lichte kleurstelling is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.  Ook het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.  Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. 

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een omgevingsvergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

 

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

 

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

 

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De achtergevel van de hoofdbouw wordt in voorliggende aanvraag voorzien van enkele grote ramen. Deze zorgen voor meer lichttoetreding langs de achterzijde van de woonentiteiten wat de woonkwaliteit ten goede komt.  De nieuwe buitenruimte waarop de ramen in de achtergevel gericht zijn, bevindt zich ingesloten tussen de hoge gemene muren met de aanpalende woningen. Bijgevolg hebben de ramen in de nieuwe achtergevel, met uitzondering van het badkamerraam op de derde verdieping, geen negatieve gevolgen op de privacy van de naastgelegen percelen. Op basis van de aangeleverde dossierstukken kan worden afgeleid dat vanuit het hierboven vermelde badkamerraam hinderlijke inkijk kan worden verwacht naar de aanpalende woning in de Bothastraat 37. Als voorwaarde voor vergunning wordt daarom opgelegd dat dit raam dient uitgevoerd te worden in ondoorzichtige beglazing.

 

Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient er aandacht besteed te worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein.  Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

De inname van het openbaar domein is een dwingend criterium binnen het afwegingskader. Er moet na de werken voldoende ruimte overblijven zodat een vlot voetgangersverkeer mogelijk blijft. Er wordt gestreefd naar een obstakelvrije ruimte van 1,80 meter, waarbij 1,50 meter (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum. 

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen. Zo dient de loopzone van het trottoir obstakelvrij te zijn en minstens 1.50 m breed, zodat twee mensen er comfortabel naast elkaar kunnen lopen en een rolstoelgebruiker er gemakkelijk kan draaien. Deze 1,50m (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum. Dit impliceert dat wanneer men zijn buitengevel langs de buitenzijde wenst te isoleren, er voor de aanvang van de werken een minimale obstakelvrije ruimte van 1,64m (1,50m obstakelvrije ruimte moet er overblijven na het uitvoeren van de werken over 0,14m) moet zijn, van aan de rooilijn tot aan de boordsteen.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de meergezinswoning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het badkamerraam in de achtergevel op de derde verdieping te voorzien van ondoorzichtige beglazing;

3.      de dakuitbouw in de achtergevel dient naast de scheidingswand met de linkeraanpalende over een breedte van minstens 30cm te worden voorzien van een niet brandbare dakbekleding die valt onder brandreactieklasse BROOF (t1);

4.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal  dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter;

5.      de arrière-corps moet behouden blijven en vrij te worden gelaten van materiaal en isolatie;

6.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

7.      de bestaande plint dient te worden behouden door deze te verplaatsen en na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken;

8.      de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, moeten onzichtbaar uitgevoerd worden;

9.      de nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

10.  wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

17 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

30 april 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juni 2020

Verslag GOA

12 mei 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het badkamerraam in de achtergevel op de derde verdieping te voorzien van ondoorzichtige beglazing;

3.      de dakuitbouw in de achtergevel dient naast de scheidingswand met de linkeraanpalende over een breedte van minstens 30cm te worden voorzien van een niet brandbare dakbekleding die valt onder brandreactieklasse BROOF (t1);

4.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal  dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter;

5.      de arrière-corps moet behouden blijven en vrij te worden gelaten van materiaal en isolatie;

6.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie;

7.      de bestaande plint dient te worden behouden door deze te verplaatsen en na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken;

8.      de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, moeten onzichtbaar uitgevoerd worden;

9.      de nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie;

10.  wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.