Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019064961 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
FOD Federale Overheidsdienst Financiën met als contactadres Koning Albert II-laan 33 te 1030 Brussel |
Ligging van het project: |
Spitsenstraat 2 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nr. 161/20 H |
Inrichtingsnummer: |
20190515-0091 |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
de exploitatie van een loods |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 15 april 1999 verleende de deputatie een vergunning voor het uitbaten een administratief gebouw en magazijn op naam van het Federale Ministerie van Financiën (kenmerk MLAV1/98-478). De vergunning liep tot 15 april 2019.
Inhoud van de aanvraag
De vergunningsaanvraag handelt over het exploiteren van bestaande infrastructuur van het Federale Ministerie van Financiën.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.600 liter |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
-30 voertuigen |
15.2. |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
|
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
6,60 kW |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
50 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500 liter |
19.6.2°a) |
opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton of meer dan 40 tot en met 200 m³ in een lokaal; |
200 m³ |
33.4.2°a) |
opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton in ander dan industriegebied, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 20 ton in een lokaal; |
20 ton |
40.2. |
opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48; |
30 ton |
41.5. |
opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton; |
55 ton |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
300 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategisch Coördinator/ stadshavendienst |
19 februari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
19 februari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant vraagt een nieuwe vergunning voor een project aan de Spitsenstraat 2 te Antwerpen. Het project omvat een administratief gebouw, een herstelwerkplaats en magazijnruimte.
In de kleine herstelwerkplaats voor motorvoertuigen worden eigen voertuigen onderhouden. Dit onderhoud is beperkt tot olieverversingen, het vervangen van ruitenwissers en banden, het bijvullen van koelvloeistof en dergelijke. Groter onderhoud, herstellingswerken en carrosseriewerkzaamheden worden er niet uitgevoerd. De werkplaats is uitgerust met drie hefbruggen en beschikt over twee kleine compressoren (samen 5,5 kW). In functie van deze activiteiten worden verse en gebruikte oliën en koelvloeistof opgeslagen. De opslag van oliën vindt plaats in 13 vaten van 200 liter (samen 2.600 liter), geplaatst op lekbakken. Daarnaast zullen nog beperkte gebruikshoeveelheden gevaarlijke producten in kleine verpakkingen en een voorraad autobanden aanwezig zijn in de werkplaats. De garage is volledig voorzien van een vloeistofdichte betonnen ondergrond, zonder aansluitingen op de interne riolering.
Het magazijn wordt gebruikt voor het tijdelijk opslaan van een variëteit aan producten, dit in het kader van de specifieke opdracht van de exploitant. Het betreft geen overslagmagazijn; het aantal bewegingen en handelingen met de opgeslagen producten is beperkt. Het risico op operationele accidenten in het magazijn is hierdoor beperkt. Ook het magazijn is uitgevoerd in een vloeistofdichte betonnen vloer. De toegang tot de gebouwen is strikt beperkt tot bevoegde werknemers. Het magazijn is uitgerust met branddetectie, een elektronisch brandalarm, rookluiken en brandblusinfrastructuur en is zo aangepast voor het opslaan van een breed gamma aan producten.
Op de inrichting worden tot 12 voertuigen gestald, waaronder twee vorkheftrucks voor gebruik in het magazijn. Het kantoor is verder uitgerust met een kleine airco (1,1 kW). Er wordt geen bedrijfsafvalwater gegenereerd, enkel een beperkt debiet huishoudelijk afvalwater. Dit wordt voorbehandeld in twee septische putten die aangesloten zijn op de openbare riolering. Voor de verwarming van het kantoorgebouw is een stookinstallatie van 300 kW aanwezig, gestookt op aardgas.
De onmiddellijke omgeving van het project heeft een eerder industriële uitstraling met opslagplaatsen en parkeerplaatsen voor vrachtwagens. Er wordt ten opzichte van de bestaande bedrijvigheid, zeker geen uitbreiding gevraagd. Bijkomende hinder is dan ook niet te verwachten.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt het risico op en de mate van hinder als gevolg van de exploitatie als aanvaardbaar beoordeeld. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.600 liter |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
-30 voertuigen |
15.2. |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
|
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
6,60 kW |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
50 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500 liter |
19.6.2°a) |
opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton of meer dan 40 tot en met 200 m³ in een lokaal; |
200 m³ |
33.4.2°a) |
opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton in ander dan industriegebied, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 20 ton in een lokaal; |
20 ton |
40.2. |
opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48; |
30 ton |
41.5. |
opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton; |
55 ton |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
300 kW |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.600 liter |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
12 voertuigen |
15.2. |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
3 hefbruggen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
6,60 kW |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
50 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500 liter |
19.6.2°a) |
opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton of meer dan 40 tot en met 200 m³ in een lokaal; |
200 m³ |
33.4.2°a) |
opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton in ander dan industriegebied, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 20 ton in een lokaal; |
20 ton |
40.2. |
opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48; |
30 ton |
41.5. |
opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton; |
55 ton |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
300 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
3 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
19 februari 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek |
29 februari 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
29 maart 2020 |
Start 2e openbaar onderzoek |
6 mei 2020 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
13 mei 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 augustus 2020 |
Verslag GOA |
15 mei 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
29 februari 2020 |
29 maart 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6 mei 2020 |
13 mei 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
De Vlaamse regering heeft op 24 maart 2020 via het noodbesluit omgevingsvergunning beslist om de openbare onderzoeken voor omgevingsvergunningen op te schorten. Daarom werd, conform het noodbesluit, nog een tweede openbaar onderzoek georganiseerd voor de resterende dagen.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
De standaardbrandweervoorwaarden dienen strikt nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.4.1° |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.600 liter |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
12 voertuigen |
15.2. |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
3 hefbruggen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
6,60 kW |
17.3.2.1.2.2° |
opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton; |
50 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
4.500 liter |
19.6.2°a) |
opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton of meer dan 40 tot en met 200 m³ in een lokaal; |
200 m³ |
33.4.2°a) |
opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton in ander dan industriegebied, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 20 ton in een lokaal; |
20 ton |
40.2. |
opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48; |
30 ton |
41.5. |
opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton; |
55 ton |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
300 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 20 mei 2020 voor onbepaalde duur.