Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020018496 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Kay Vereeken met als contactadres Luchthavenlei zn te 2100 Deurne (Antwerpen) en mevrouw Leen VANDENDRIESSCHE met als contactadres Luchthavenlei EPC Building Box 210 - te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Luchthavenlei ZN te 2100 Antwerpen (Deurne) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 32sectie B nr. 773R4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een opleidingscentrum voor luchtvaartpiloten met een extra volume |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/10/2013: vergunning (20134215) voor het bouwen van een kantoorgebouw.
Vergunde toestand
- functie: kantoorgebouw/trainingscenter;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:grijze stalen golfplaatbekleding met zwart aluminium schrijnwerk.
Huidige toestand
- conform vergunde toestand;
- reclamepaneel tegen zijgevel van het kops volume.
Gewenste toestand
- functie: kantoorgebouw/trainingscenter;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: conform huidige materialen;
- geen reclamepaneel voorzien.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een kantoorgebouw met een extra volume;
- de uitbreiding omvat een trainingscenter voor luchtvaartpiloten.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
24 maart 2020 |
17 april 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
24 maart 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
24 maart 2020 |
6 april 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
24 maart 2020 |
31 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) |
24 maart 2020 |
25 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: luchthavengebied.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. )
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Op de verdieping in de bestaande kantoorruimtes wordt geen minimale vrije hoogte van 2,60 m voorzien;
het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. Het nieuwe dak is niet voorzien van groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het uitbreiden van een bestaand opleidingscentrum, opgebouwd uit prefab-units, voor luchtvaartpiloten. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van het gebouw blijft behouden en sluit aan bij de bedrijvigheid van de luchthaven.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaand gebouw wordt van een extra ruimte voorzien ter hoogte van de eerste verdieping. De nieuwe ruimte zal als simulatieruimte fungeren waar piloten opleiding kunnen volgen in de daarvoor voorziene toestellen. De footprint van het gebouw en de bestaande maximale bouwhoogte van circa 6,96 m blijven ongewijzigd. De nieuwe uitbreiding op de eerste verdieping heeft een oppervlakte van circa 51 m².
De schaal en bouwhoogte van de omliggende bebouwing wordt niet overschreden. Het voorgestelde bouwvolume is inpasbaar in de omgeving. Bijgevolg is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
In voorliggende aanvraag wordt het plat dak van de nieuwe uitbreiding niet voorzien van een groendak. Dit is in strijd met artikel 38 van de bouwcode. Het nieuw plat dak van ongeveer 51 m² moet worden voorzien van een groendak. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe uitbreiding wordt afgewerkt met grijze stalen golfplaatbekleding en voorzien van zwart aluminium schrijnwerk. De voorgestelde materialen van de uitbreiding zijn identiek aan die van de reeds bestaande constructie. De materialen zijn niet storend voor de nabije omgeving en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Luchtfoto’s tonen aan dat op het gebouw aircotoestellen voorzien zijn. Deze worden echter niet op de tekeningen in de aanvraag weergegeven. Tijdens de procedure werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke milieudienst. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig. Indien airconditioningsinstallaties geplaatst worden met een elektrisch vermogen van meer dan 5 kW, dient voor de milieutechnische aspecten een melding te gebeuren. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
In de stedenbouwkundige vergunning verleend op 31/10/2013 met dossiernummer 20134215 werd als voorwaarde opgelegd de bestaande bovenste verdieping van een minimale vrije hoogte van 2,60m conform artikel 21 van de bouwcode te voorzien. De bestaande constructie in voorliggende aanvraag voldoet niet aan deze voorwaarde. Als voorwaarde in deze vergunning wordt opnieuw opgelegd het vals plafond in de bestaande kantoorruimtes op de verdieping te verhogen tot een minimale afstand van 2,60 m tussen vloer en plafond.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De uitbreiding betreft slechts 51m² waardoor er geen bijkomende parkeerbehoefte gecreëerd wordt.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het nieuw plat dak te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
3. het vals plafond in de bestaande kantoorruimtes op de verdieping te verhogen tot een minimale afstand van 2,60 m tussen vloer en plafond, conform artikel 21 van de bouwcode;
4. indien airconditioningsinstallaties geplaatst worden met een elektrisch vermogen van meer dan 5 kW, dient voor de milieutechnische aspecten een melding te gebeuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
24 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
22 juni 2020 |
Verslag GOA |
7 mei 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het nieuw plat dak te voorzien van een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
3. het vals plafond in de bestaande kantoorruimtes op de verdieping te verhogen tot een minimale afstand van 2,60 m tussen vloer en plafond, conform artikel 21 van de bouwcode;
4. indien airconditioningsinstallaties geplaatst worden met een elektrisch vermogen van meer dan 5 kW, dient voor de milieutechnische aspecten een melding te gebeuren.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.