2020_CBS_04434 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2018145687. Scheldelaan zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 21 april 2017 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/1010.6) voor de actualisering van het Sigmaplan in het havengebied aan de rechteroever van de Zeeschelde;

-        Op 2 oktober 2006 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (503.765) voor het aanleggen van een fietspad langs de Scheldelaan.

Inhoud van de aanvraag

Het bouwen van een steiger als halte voor de Waterbus, in twee fases:

-          Een tijdelijke steiger in afwachting van de permanente steiger;

-          Een permanente steiger

-          Aanleggen van de nodige verhardingen

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

De aanvraag is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).

De aanvraag ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bijzonder natuurgebied met overdruk waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten. Deze zijn mede bestemd voor werken voor waterzuivering en daarbij behorende afvoerleidingen naar de Schelde alsmede voor de aanleg van de ondergrondse leidingstraten tussen beide Schelde-oevers. Werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten, op voorwaarde dat het natuurlijk milieu er maximaal wordt behouden en beschermd of hersteld.

Over dit gebied loopt een overdruk met als aanduiding Bestaande leidingstraten.

De aanvraag ligt tevens in een Bestaande waterweg (Schelde). Deze gebieden zijn bestemd voor de plaatsing van de nodige infrastructuur om de scheepvaart mogelijk te maken.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het gewestplan.

De aanvraag is niet geheel in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het

gewestplan. Volgens artikel 4.4.7 §2 tweede lid VCRO kan er voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben wel afgeweken worden van de geldende voorschriften. Het toepassingsgebied van artikel 4.4.7 §2 wordt geregeld in het “Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1. 5°, artikel 4.4.7 §2 en artikel 4.7.1 §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening”. De concrete aftoetsing van de aanvraag aan dit Besluit van de Vlaamse Regering komt verder aan bod in het deel “Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening”.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde gewestplan tevens van toepassing. Hier gelden tevens de bestemmingsvoorschrift Bestaande waterweg en Bijzonder natuurgebied.

Op circa 285 meter ten westen van de aanvraag is het gewestplan St.Niklaas-Lokeren van toepassing. Volgens dit gewestplan is de bestemming Bestaande waterwegen van toepassing.

Binnen de straal van 500 meter loopt ten oosten de afbakeningslijn van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen. De gebieden ten oosten van de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Volgens dit GRUP gelden hier de bestemmingen Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. De helling zal worden uitgevoerd conform de normbepalingen zodat de steiger toegankelijk zal zijn voor mindervaliden.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft het voorzien van een extra halte (=steiger) voor het nieuwe openbaar vervoersmiddel, de Waterbus, welke zal worden geplaatst in de Schelde ten zuiden van de Van Cauwelaertsluis en ten noorden van Fort Filip. Deze steiger bestaat uit een drijvend ponton die wordt gepositioneerd door middel van een geleidingsconstructie, een scharnierende loopbrug en een helling voor voetgangers en fietsers. De helling wordt aangesloten op het jaagpad dat werd aangelegd in het kader van de Sigmawerken. Het jaagpad dient hiervoor aangepast te worden.

In afwachting van deze werken, wordt een tijdelijke steiger aangelegd enkele meters ten noorden van de locatie van de permanente steiger. Waar de helling naar de permanente steiger zich voor de damwand zal bevinden, wordt de helling naar de tijdelijke steiger achter de damwand voorzien zodat deze, door middel van een tijdelijke verharding, kan aansluiten op het bestaande fietspad dat zich voorlopig nog langs de Scheldelaan bevindt tot de werken van het Sigmaplan volledig uitgevoerd zijn.

Zodra de permanente steiger in gebruik kan worden genomen, zal de tijdelijke steiger worden verwijderd. Voorliggende vergunning wordt dan ook aangevraagd in twee fases. Fase 2, de werken voor de permanente steiger, zal aangevat worden binnen de vijf jaar na het einde der werken van fase 1, de uitvoering van de tijdelijke steiger. Indien de werken van fase 2 niet aangevat kunnen worden binnen die vijf jaar, vervalt fase 2 en zal de tijdelijke steiger een permanent karakter krijgen.

Aangezien met de aanvraag de verbetering van de bereikbaarheid van bedrijven in het havengebied via het openbaar vervoer wordt vooropgesteld, is het project functioneel inpasbaar.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is deels in strijd met de geldende voorschriften. De loopbrug en de helling liggen in Bijzonder natuurgebied. Met toepassing van artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het “Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1 5°, artikel 4.4.7 §2 en artikel 4.7.1 §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening” kan in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die ruimtelijk een beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften. Voor het bouwen van de steiger wordt beroep gedaan op artikel 3 §2.3 d) van dat Besluit van de Vlaamse Regering: de handelingen hebben betrekking op de wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande openbare spoorwegen, waterwegen of waterlopen, of andere openbaarvervoersvoorzieningen.

Deze handeling mag niet worden uitgevoerd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, tenzij die handeling door de aard, ligging en oppervlakte ervan geen significante impact heeft op het ruimtelijk kwetsbare gebied. De aanvrager voegt een passende beoordeling met verscherpte natuurtoets toe waarin de effecten op de natuur worden onderzocht.

Uit de impactbeoordeling blijkt dat er binnen het Natura 2000-gebied geen betekenisvolle verstoring van fauna en flora zal optreden. Tijdens de aanlegfase is een mogelijke invloed op (potentieel) aanwezige soorten in en rondom het projectgebied niet volledig uit te sluiten. Daarom worden wel enkele milderende maatregelen voorgesteld om verstoring te beperken:

-          De mogelijke verstoring van de waterbodem beperken vb. door geen zware machines te gebruiken, door rijplaten te gebruiken, ….

-          Zowel tijdens de aanlegfase als de exploitatiefase dient verlichting zo veel mogelijk beperkt te zijn / vermeden te worden, neerwaarts gericht zijn en afgewend worden van de Schelde.

Wat de natuurtoets betreft en meer bepaald de impact op het VEN-gebied, wordt ook daarin gesteld dat er geen vermijdbare en onherstelbare schadelijke effecten te verwachten zijn ter hoogte van het VEN-gebied, indien rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende maatregelen zoals hierboven beschreven.

Bijgevolg is er voldoende aangetoond dat de aanvraag geen significante impact heeft op het ruimtelijk kwetsbare gebied.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door de aanwezigheid van pijpleidingen in de nabijheid van de werken, werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen.

Petrochemical Pipeline Services (PPS) bracht een ongunstig advies uit daar er onvoldoende gegevens in het dossier aanwezig zijn om de impact van de aangevraagde werken op de onder hun beheer zijnde pijpleiding te kunnen inschatten. Conform het advies van PPS is het noodzakelijk dat de aanvrager van de omgevingsvergunning de exacte ligging van de leiding opneemt in de plannen, terreinprofielen en dwarsprofielen en dat er overleg plaats zal moeten vinden tussen de aanvrager en PPS-Pipelines om te bekijken of, en onder welke voorwaarden de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. PPS kaart ook het gebrek aan info over de werfinrichting, aanrijroutes en de beschermingsmaatregelen welke genomen dienen te worden ter bescherming van de leiding.

In de adviezen van de overige bevraagde pijpleidingbeheerders komen gelijkaardige opmerkingen in verband met de veiligheidszone rondom pijpleidingen en de veiligheidsvoorschriften waaraan voldaan moeten worden terug. Van die pijpleidingbeheerders worden (voorwaardelijk) gunstig adviezen ontvangen. Gelet op de uitgebrachte adviezen van die overige pijpleidingbeheerders, en mits tegemoetkoming aan de opmerkingen van PPS kan de vergunningverlenende overheid eventueel ook van PPS nog een (voorwaardelijk) gunstig advies ontvangen.

Daar de aanvraag de aanleg van een aanmeerfaciliteit betreft, die een invloed kan hebben op de interventiemobiliteit, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Voorliggende aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte. Door het aanleggen van deze halte kunnen meer weggebruikers gestimuleerd worden deze (alternatieve) vervoersmodus te gebruiken.

De stadsdienst mobiliteit heeft geen specifieke opmerkingen over de aanvraag geuit.

De ervaring met bestaande haltes van de Waterbus leert dat gebruikers verzoeken om schuilinfrastructuur waar men tijdens het wachten terecht kan (bijvoorbeeld bij neerslag of hevige wind). Dit verhoogt het reizigerscomfort aanzienlijk. Ook een aantal fietsbeugels waar fietsen (tijdelijk) in gestald kunnen worden, zijn aan te bevelen. In die zin wordt gevraagd om na te gaan of deze bijkomende infrastructuur ter hoogte van de halteplaats voorzien kan worden, en om deze zo mogelijk ook effectief te installeren.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover PPS een gunstig advies of advies met uitvoerbare voorwaarden kan uitbrengen:

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- de milderende maatregelen uit de passende beoordeling en de verscherpte natuurtoets zijn na te leven;

- de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie zijn strikt na te leven;

- de voorwaarden uit het advies van Air Liquide zijn strikt na te leven;

- de voorwaarden uit het advies van Total Olefins Antwerp zijn strikt na te leven.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

*De Vlaamse regering heeft op 24 maart 2020 via het noodbesluit omgevingsvergunning beslist om de openbare onderzoeken voor omgevingsvergunningen op te schorten tot en met 24 april 2020. Daarom kon het geplande openbaar onderzoek niet tijdig afgerond worden. Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens het openbaar onderzoek.

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.