Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020031751 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA Royal Living met als adres Belgiëlei 158 bus 4 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Berendrechtstraat 92-94 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9sectie I nr. 2408D11 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
omvormen van een meergezinswoning met winkelruimte naar een meergezinswoning met 5 woonentiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/01/2020: weigering (20193695) voor het verbouwen en functie wijzigen van een meergezinswoning met winkelruimte;
- 06/08/1954: vergunning (18#32886) gevelveranderingen;
- 23/04/1954: vergunning (18#32261) veranderingswerken;
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- pand van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing, ingericht met een gelijkvloerse winkel en 4 bovenliggende appartementen:
o 2 1-slaapkamerappartementen;
o 2 2-slaapkamerappartementen;
- het perceel is volledig bebouwd.
Huidige toestand
- pand van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing, ingericht met een gelijkvloerse kantoorruimte en 4 bovenliggende appartementen:
o 4 1-slaapkamerappartementen;
- het perceel is volledig bebouwd;
- het terras op de 1ste verdieping werd dicht gebouwd evenals de ruimte erboven.
Gewenste toestand
- meergezinswoning met 5 appartementen;
- de gelijkvloerse verdieping wordt rondom de achterbouw en achteraan ontpit en ingericht als één woonentiteit met een garage met één autoparkeerplaats;
- de 4 bovenliggende appartementen worden verbouwd.
Inhoud van de aanvraag
- het omvormen van een meergezinswoning (4 woonentiteiten) met winkelruimte naar een meergezinswoning met 5 woonentiteiten;
- het gelijkvloers wordt achteraan en deels aan de zijkanten ontpit;
- er wordt een gelijkvloers appartement met 2 slaapkamers voorzien en een garage met één autostaanplaats;
- de verticale circulatie wordt aangepast en de 4 bovenliggende appartementen worden intern verbouwd en voorzien van terrassen;
- de voorgevel wordt aan de nieuwe functies aangepast en afgewerkt met grijze tegels, wit pvc schrijnwerk en wit pvc garagepoort.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
1 april 2020 |
6 april 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
1 april 2020 |
24 april 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
31 maart 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
31 maart 2020 |
8 april 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
31 maart 2020 |
6 april 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Berendrechtstraat wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De beoogde functiewijziging van een meergezinswoning met vier woongelegenheden en een handelsgelijkvloers naar een meergezinswoning met vijf woongelegenheden is harmonie met de omgeving. Er werd voor voorliggende aanvraag advies gevraagd aan de dienst Ondernemen en stadsmarketing / Business en Innovatie. Het advies is gunstig en laat zich als volgt samenvatten:
“ Gunstig advies voor het omvormen van een (voormalige) handelsruimte / kantoorgelijkvloers naar een woonruimte op deze verdieping. Het pand is gelegen op een locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden. Gelet op het principe van clustering winkelvloeroppervlakte in afgebakende kernen, is behoud van commerciële ruimte op deze locaties niet op te leggen en kan er gelijkvloers woonruimte voorzien worden.”
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande handelsruimte op de gelijkvloerse verdieping wordt in voorliggende aanvraag omgevormd tot een 2- slaapkamerappartement met een oppervlakte van circa 87,4 m2. In functie van de nieuwe woonentiteit, wordt de gelijkvloerse bouwlaag ontpit. De ontpitting volgt de contouren van de hoger gelegen verdiepingen waardoor er, rekening houdend met de bestaande en vergunde situatie op het perceel, optimaal ontpit wordt. Open en onverharde binnengebieden zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen. De voorgestelde ontpitting wordt dan ook zeer gunstig onthaald.
Visueel-vormelijke elementen
Alle onderdelen van een gebouw, zo ook de gevelopbouw, de gevelgeleding en de materiaalkeuze, moeten in harmonie zijn met zowel de architectuur van de totale constructie als met het referentiebeeld. Dit referentiebeeld wordt gevormd door de buitenkant van de gebouwde omgeving en bestaat uit de gebouwen welke inzake harmonische samenhang het talrijkst zijn. De Berendrechtstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door baksteengevels. In voorliggende aanvraag wordt de gelijkvloerse gevelpui voorzien in grijze tegels, het nieuwe gelijkvloerse buitenschrijnwerk en de garagepoort worden voorzien in wit pvc schrijnwerk. Deze gevelwijzigingen zijn qua materiaalkeuze echter niet in harmonie met het gevelgeheel, noch met de omgeving. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd om de gelijkvloerse gevel uit te voeren in een gele gevelsteen uniform aan de bestaande, het gelijkvloerse buitenschrijnwerk inclusief de garagepoort uit te voeren in grijze aluminium en de voorziene gevelplint uit te voeren in blauwe hardsteen zoals in rood aangeduid op de plannen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In voorliggende aanvraag worden de bestaande en vergunde 1-slaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping heringericht. Elk appartement wordt voorzien van één of meerdere eigen private buitenruimte(s), wat de woonkwaliteit van de appartementen aanzienlijk verbetert.
De terrassen op de eerste en tweede verdieping ter hoogte van de linker perceelsgrens, zijn ingesloten door de hoger opgaande scheidingsmuur met de linker aanpalende. Om er echter voor te zorgen dat er vanaf deze terrassen geen storende zichten kunnen worden gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen, dienen de borstweringen van de terrassen aan de keukens van woningen 2 & 4, 0,6m terug te springen ten opzichte van de bouwdiepte van de scheidingsmuur. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De positionering van de leefruimte aan de voorgevel in het gelijkvloerse appartement, zorgt voor een levendige plint die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te wandelen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de meergezinswoning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. De handelsruimte op het gelijkvloers wordt ingericht als appartement. De 4 bovenliggende appartementen blijven behouden.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
Er wordt 1 parkeerplaats voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Er moeten voor het bijkomende appartement 3 fietsstalplaatsen voorzien worden:
1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3. Er worden achteraan in de garage 3 fietsstalplaatsen voorzien, deze zijn te bereiken via de inkomhal.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de gelijkvloerse gevel dient uitgevoerd te worden in een gele gevelsteen uniform aan de bestaande;
3. het gelijkvloerse buitenschrijnwerk in de voorgevel dient uitgevoerd te worden in grijze aluminium;
4. de gevelplint dient uitgevoerd te worden in blauwe hardsteen;
5. de borstweringen van de terrassen aan de keukens van woningen 2 & 4, moeten 0,6m terug springen ten opzichte van de bouwdiepte van de aanliggende scheidingsmuur;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
9 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
31 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
29 juni 2020 |
Verslag GOA |
14 mei 2020 |
naam GOA |
Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de gelijkvloerse gevel dient uitgevoerd te worden in een gele gevelsteen uniform aan de bestaande;
3. het gelijkvloerse buitenschrijnwerk in de voorgevel dient uitgevoerd te worden in grijze aluminium;
4. de gevelplint dient uitgevoerd te worden in blauwe hardsteen;
5. de borstweringen van de terrassen aan de keukens van woningen 2 & 4, moeten 0,6m terug springen ten opzichte van de bouwdiepte van de aanliggende scheidingsmuur;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.