Terug
Gepubliceerd op 06/04/2020

2020_CBS_03015 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007576. Jozef Nellenslei 15. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 03/04/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03015 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007576. Jozef Nellenslei 15. District Deurne - Weigering 2020_CBS_03015 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007576. Jozef Nellenslei 15. District Deurne - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020007576

Gegevens van de aanvrager:

de heer METIN YARAMIS met als adres Jozef Nellenslei 15 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Jozef Nellenslei 15 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 29sectie A nr. 602S2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van verbouwingswerken aan een eengezinswoning: uitbouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1946: vergunning (329#19109) voor een verbouwing.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning;

-          twee bouwlagen onder de kroonlijst en één bouwlaag onder het zadeldak;

-          bouwdiepte:

  • gelijkvloerse verdieping: 12,15m met een beperkte uitbouw (toilet) aan de rechter perceelgrens tot een bouwdiepte van 13,31m;
  • eerste verdieping: 8,20m tegen de linker perceelgrens en 13,31m tegen de rechter perceelgrens;
  • zolderverdieping: 8.20m tegen de linker-, en 9.36m tegen de rechter perceelgrens;

-          perceelbrede dakkapel aan de achterzijde van het dak.

Huidige toestand

-          bouwdiepte:

  • gelijkvloerse verdieping: 16,08m;
  • eerste verdieping: 8,20m tegen de linker perceelgrens en 13,31m tegen de rechter perceelgrens;
  • zolderverdieping: 8.20m tegen de linker-, en 9.36m tegen de rechter perceelgrens;

-          dakkapel aan de voorgevel en perceelbrede dakkapel aan de achterzijde van het dak;

-          interne constructieve wijzigingen op de eerste verdieping;

-          gevel geschilderd in een grijstint met aluminium buitenschrijnwerk;

-          voortuin beperkt onthard, achtertuin ingericht met terras van 25m² en achteraan een berging.

Gewenste toestand

-          conform huidige toestand;

-          supprimeren van een binnenmuur op de gelijkvloerse verdieping;

-          geïsoleerd achtergevel, voorzien van een lichtgrijze crepi;

-          de voorgevel maakt geen onderdeel uit van deze aanvraag;

-          voortuin beperkt onthard, achtertuin ingericht met terras van 25m² en achteraan een berging.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume door een achterbouw;

-          wijzigen van de achtergevel;

-          verharden van de voor- en achtertuin;

-          plaatsen van een berging in de achtertuin.

-          interne constructieve wijzigingen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

alle verblijfsruimten dienen voorzien te worden van een direct toetreding van licht en lucht. Dit is niet het geval voor de keuken;

  • Artikel 27.3 Open ruimte:

verharding in de zij- achtertuin dient beperkt te blijven tot 1/3 van de oppervlakte. In de achtertuin (73m²) wordt een terras van 25m² voorzien en een berging van 15m². Dit komt overeen met een verharding van 53%
In de voortuin zijn enkel strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten.Er is meer verharding voorzien dan het toegangspad naar de voordeur;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak moet een opstand van 0,30m voorzien worden. Dit is niet het geval;

  • artikel 38 Groendaken:

Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak. Er wordt geen groendak voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen aanleiding om het college te adviseren af te wijken van de geldende voorschriften.             

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van eengezinswoning blijft behouden, waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een perceelbrede achterbouw op het gelijkvloers van ca. 4 meter diep. Deze uitbreiding is volumetrisch toelaatbaar, gelet op de bouwdiepte van de aanpalende percelen en de overblijvende tuinzone. Echter wordt in de achtertuin ook een terras en een berging voorzien. Dit leidt tot een te grote bebouwing en verharding in de tuinzone. Conform artikel 27 van de bouwcode dienen tuinen zoveel mogelijk onverhard te blijven. De verkleinde tuin, ten gevolge van de achterbouw, is door het terras en de berging nog slechts voor 47% onverhard wat ruimtelijk onaanvaardbaar is.

De berging staat enigszins los van de perceelsgrenzen. Voor een kwalitatieve inplanting dient een bijgebouw ofwel op minimaal 1 meter afstand van alle perceelgrenzen geplaatst te worden ofwel op de perceelsgrens zelf, uitgevoerd in een volwaardig gemetste muur. Omwille van de beperkte groenzone in de achtertuin en de niet-kwalitatieve inplanting van de berging, kan deze niet gunstig beoordeeld worden. Indien een vergunning verleend zou worden, zou deze dienen uitgesloten te worden van de vergunning.

De foto’s die zijn toegevoegd aan de aanvraag tonen dat er een open constructie werd geplaatst ter hoogte van het terras. Deze constructie zal vermoedelijke nog verder worden afgewerkt. De aanvraag biedt noch tekstueel noch planmatige informatie over dit volume. Indien een vergunning verleend zou worden, zou deze constructie uitgesloten moeten worden van de vergunning.

 

Aan het college wordt voorgesteld de aanvraag te weigeren omwille van strijdigheden met een goede ruimtelijke ordening wat betreft het ruimtegebruik van het perceel.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialisatie van de achtergevel met een witte crepi en aluminium grijs buitenschrijnwerk is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 24 van de bouwcode. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. In de nieuwe uitbouw wordt er een hoog raam geplaatst naar de tuinzone. Deze heeft echter een beperkte breedte van 1,73 meter, waardoor de lichtinval naar het centrum van de woning te beperkt is. Bovendien heeft de keuken geen rechtstreekse toegang tot licht en lucht.

 

Omwille van het gebrek van deze basiskwaliteit wordt aan het college voorgesteld de aanvraag te weigeren.

 

Het is verplicht om nieuwe platte daken aan te leggen met een groendak vanaf 20m². Het nieuwe dak van de aanbouw heeft een grootte van 21m². Het voorzien van een plat dak zou als voorwaarde opgelegd moeten worden, indien een vergunning verleend zou worden.

Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Hiervan kan dan ook niet afgeweken worden, tenzij het dak voorzien wordt van een brandvrije strook tussen de dakopstand en de vegetatie van het groendak, wat als voorwaarde zou kunnen worden opgelegd.

 

De aanvraag is in strijd met artikel 678 van het burgerlijk wetboek. Op de eerste verdieping werd er in badkamer 1 ter hoogte van de wc een raam geplaatst op 27 cm van rechter perceelsgrens. Dezelfde afwijking stelt zich aan de linkerperceelgrens waar er een raam geplaatst werd op 19 cm van de perceelsgrens. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

 

Conform artikel 27 van de bouwcode is enkel een toegangspad van 1,5 meter tot de voordeur toegelaten. De overige tuin dient onverhard dat zijn. Dat is niet het geval.

 

Gelet op bovenstaande opmerkingen, wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 januari 2020

Volledig en ontvankelijk

12 februari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 mei 2020

Verslag GOA

25 maart 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.