2020_CBS_03133 - Bestek GAC_2019_00921 - Concessie voor het exploiteren van een booking- en ticketingplatform voor toeristische en culturele producten van stad Antwerpen en externe aanbieders - Gunning - Goedkeuring

Artikel 56, §3, 4° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Er werd een gemotiveerd gunningsverslag opgemaakt dat als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd.

Inzake de kwalitatieve selectie werd de inschrijver betrouwbaar en geschikt bevonden.

De offerte van de inschrijver werd regelmatig bevonden en als volgt beoordeeld:

In toepassing van artikel 55 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten wordt de concessie gegund aan de inschrijver waarvan de offerte algeheel het economisch voordeligst is voor de aanbestedende overheid.

In toepassing van artikel 46, § 1, 1° van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, samen gelezen met artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, onderzoekt de aanbestedende overheid de regelmatigheid van de offertes.

Naar analogie met artikel 57 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, kan de aanbestedende overheid – wanneer ze de noodzaak daartoe aantoont – een opdracht plaatsen die één of meer vaste gedeelten en één of meer voorwaardelijke gedeelten omvat. Hoewel de sluiting van de opdracht betrekking heeft op de volledige opdracht, is de aanbestedende overheid enkel gebonden door de vaste gedeelten. De uitvoering van de voorwaardelijke gedeelten is afhankelijk van een beslissing van de aanbestedende overheid die aan de opdrachtnemer wordt meegedeeld overeenkomstig de in de opdrachtdocumenten bepaalde modaliteiten. De uitvoering van het voorwaardelijk gedeelte mag de algemene aard van de opdracht niet wijzigen.

Naar analogie met artikel 57 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, kan de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten nadere regels bepalen omtrent de mogelijkheid tot één of meer verlengingen van de opdracht. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, moet over het algemeen beperkt blijven tot vier jaar na het sluiten van de opdracht. De verlenging mag geen aanleiding geven tot een wijziging van de algemene aard van de opdracht.

Voor het afsluiten van een concessie voor het exploiteren van een booking- en ticketingplatform voor toeristische en culturele producten van stad Antwerpen en externe aanbieders, werd onderhandelingsprocedure sui generis met bekendmaking GAC_2019_00921 uitgeschreven. Op 25 november 2019 diende Zanzibar bvba, Pottenbrug 2, 2000 Antwerpen, met ondernemingsnummer 0462.214.205 een offerte in.

In afwachting van een ruling met betrekking tot het btw-statuut van AG CIA/Erfgoed, is het correcte bedrag van deze concessie nog niet gekend. Er worden dus twee bedragen voorgelegd aan het college, waarbij het grootste bedrag ervan uitgaat dat het AG geen ruling verkrijgt, waardoor er voor de concessionaris een btw-kost zou ontstaan op de aankoop van tickets bij het AG.
Het verschil tussen beide bedragen bedraagt dus de impact van de ruling op de concessionaris.

De concessievergoeding zal grotendeels via exploitatie uitbetaald worden. Een deel ervan wordt echter voorbehouden voor de softwareontwikkeling op maat van de stad. Dit wordt via investering betaald.

De ontvangsten met betrekking tot verkochte tickets worden in eerste instantie door de opdrachtnemer aan de aanbestedende overheid overgemaakt. Deze stort daarna het gepaste commissiebedrag terug naar de opdrachtnemer.

Vanaf het punt dat de gehele concessie winstgevend is zonder betaling van de concessievergoeding, zal er een winstverdeling plaatsvinden. De eerste 150.000 euro wordt hierbij vrijgesteld. Van alle overige winst zal 40% naar de aanbestedende overheid vloeien.

Mits goedkeuring op het college, na 21 april 2020, zal bij budgetopmaak/wijziging in 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025 telkens 86.295 euro inclusief btw overgezet worden van budgetpositie 6202 naar budgetpositie 6141.

Mits goedkeuring op het college, na 21 april 2020, zal er bij aanpassing meerjarenplan een verschuiving zijn van budgetpositie 664600 naar budgetpositie 211. Bovendien zullen de budgetten van 2023, 2024 en 2025 verschoven en herschikt worden naar 2020, 2021 en 2022.

De concrete bestelbons zullen hierna aan het college worden voorgelegd ter goedkeuring.

Zonder afname van het voorwaardelijk gedeelte zou de opdracht financiëel onhaalbaar zijn voor de aanbestedende overheid. Zij beslist om dit voorwaardelijk gedeelte af te nemen.