Terug
Gepubliceerd op 06/04/2020

2020_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020010257. Karel Oomsstraat 24. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 03/04/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020010257. Karel Oomsstraat 24. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_03040 - Omgevingsvergunning - OMV_2020010257. Karel Oomsstraat 24. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020010257

Gegevens van de aanvrager:

Tom Berckmoes met als contactadres Schoenstraat 40 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Karel Oomsstraat 24 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1554F10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

vellen van twee bomen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          30/11/2018: vergunning (20183001) voor het vellen van 1 boom Castenea sativa (tamme kastanje).

Huidige toestand

-          de bomen staan in een park horende bij een school op een plaatst waar dagelijks veel mensen passeren;

-          de eerste beuk op 1 meter van het hoofdgebouw heeft een verminderde conditie en grote delen hebben geen blad meer;

-          de tweede beuk op 5 meter van het hoofdgebouw en is volledig afgestorven.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vellen van twee beuken in functie van de veiligheid.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

17 februari 2020

2 maart 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

17 februari 2020

3 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan .

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt het vellen van 2 bomen. De ene boom is volledig afgestorven en de andere boom heeft een sterk verminderde conditie.

Het goed is gelegen binnen een groen stadsweefsel op een perceel dat omringd wordt door bomen. Het behoud van bomen wordt steeds vooropgesteld tenzij kan aangetoond worden dat de conditie ervan zeer slecht is. Dit wordt hieronder verder gemotiveerd.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op werken die gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Artikel 5 §1 van de bouwcode stelt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf volgend advies:

In kern vormt het kasteel Fester een vroeg- of midden-19de-eeuws landhuis in neoclassicistische stijl, dat deel uitmaakte van de bebouwing van de Warandewijk, de exclusieve woonbuurt rond het huidige Koning Albertpark. Het gebouw was uiterlijk in 1869 tot zijn overlijden in het bezit van de kunstschilder Nicaise De Keyser (1813-1887), directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, en zijn echtgenote Bella Telghuys. De Keyser liet het landhuis in 1875 in neorenaissancestijl aanpassen en uitbreiden door de architect Joseph Schadde. In 1882 volgde de verbouwing van het koetshuis in de tuin tot schildersatelier door de aannemer August Vermeulen. Na aankoop liet Henri Fester het bestaande gebouw tussen 1892 en 1910 in meerdere fasen verbouwen en uitbreiden tot zijn huidige vorm in neo-Vlaamserenaissance-stijl, naar ontwerpen door architect Henri Thielens. Het kasteel Fester groeide zo uit tot een van de belangrijkste residenties in de Warandewijk, waar zich rond de eeuwwisseling enkele van de meest vooraanstaande Antwerpse families van Duitse herkomst vestigden. Pas voltooid werd het kasteel tijdens de Duitse invasie op 8 en 9 oktober 1914 verwoest door beschietingen. Het gebouw waarvan enkel nog de muren overeind stonden, diende tijdens of na de Eerste Wereldoorlog dan ook in grote mate te worden heropgebouwd. De familie Fester was eigenaar van het kasteel minstens tot de jaren 1930. In de naoorlogse periode huisvestte het gebouw het Rijksinternaat voor Schipperskinderen of de "Schippersschool", en vanaf 1984 het Rijksinstituut voor Kunstsecundair Onderwijs, vandaag de campus beeldende en audiovisuele kunst, drama en muziek van de!Kunsthumaniora.

Henri Fester (1849-1939) was zakenman, een belangrijk promotor en mecenas van de muziek en de beeldende kunsten, en een prominent lid van de Duitse kolonie in Antwerpen. Zijn vader Jules Fester had zich in 1840 vanuit Frankfurt in Antwerpen gevestigd. Na studies in zijn geboortestad Antwerpen en in Zwitserland, richtte Henri Fester in 1874 samen met Adolf Mund de verzekeringsmaatschappij Mund & Fester op, gevestigd aan de Groenplaats, die in 1876 een nog steeds actief filiaal opende in Hamburg. Hij was medestichter van de Société de Musique en van de Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten (1903-36), één van de belangrijkste concertverenigingen in België die belangrijke dirigenten en solisten naar Antwerpen uitnodigde, waaronder de componisten Gustav Mahler, Sergei Prokofiev, Sergei Rachmaninov en Igor Stravinsky. Daarnaast liet Fester zich opmerken als regeringscommissaris van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium, als stichter en geldschieter van de Bachvereniging en van het Toonkunstenaarsverbond, en als lid en begunstiger van de Antwerpse kunstenaarsvereniging Kunst van Heden/L’Art Contemporain (1905-55), opgericht ter promotie van de eigentijdse Belgische kunst.

Het kasteel Fester behoort tot de belangrijkste realisaties van architect Henri Thielens, die in Antwerpen actief was in de periode 1880-1914, vooral als ontwerper van klassieke burgerhuizen. Zijn eerste opdrachten voor Henri Fester waren in 1892 de uitbreiding van het bestaande landhuis met een salon en oranjerie aan de achterzijde, en in 1899 de plaatsing van het tuinhek met poorten. De belangrijkste ingreep bestond uit de volledige heropbouw van het voorgevelfront in 1900, gepaard met een belangrijke verbouwing en herinrichting van het interieur zoals de nieuwe vestibule en traphal. In 1902 volgde de verbouwing van een bestaand bijgebouw tot stallen en remise, en in 1908 de toevoeging van een kleine annex met badkamers tegen een van de zij- of achtergevels. Het ontwerp uit 1910 voor de nieuwe wintertuin en het muzieksalon, die tegen de middenpartij van de achtergevel werden aangebouwd, is toe te schrijven aan de architect Joseph Hertogs. Deze fraaie, overkoepelde rotonde uit ijzer en glas, rustend op een open colonnade, werd overigens in 1929 gesloopt. In 1911 liet Fester door Hertogs een pendant van twee herenhuizen in de Van Putlei ontwerpen, mogelijk bedoeld als vastgoedinvestering. Wie verantwoordelijk was voor de heropbouw en herinrichting van het kasteel Fester na de verwoestingen van 1914, gepaard met detailwijzigingen aan met name de geveltoppen, is niet bekend.

Hoofdgebouw

Het van bij oorsprong rechthoekige gebouw telt drie bouwlagen onder een schilddak (leien), dat het in 1914 verwoeste mansardedak vervangt. Zeven traveeën breed beantwoordt het voorgevelfront aan een symmetrische compositie, met kleine varianten in de detaillering. Het geheel is opgetrokken uit rode baksteen, verwerkt met witte natuursteen voor de pui, waterlijsten, speklagen, hoekkettingen, vensteromlijstingen en ornamenten, op een arduinen plint. Twee brede zijrisalieten bekroond door in- en uitgezwenkte geveltoppen flankeren de centrale gevelpartij, waarvan de middenas licht gearticuleerd is. De geboste begane grond fungeert als gedrongen sokkel voor de twee hoofdverdiepingen. Het linker risaliet wordt gemarkeerd door een brede rechthoekige erker waarboven een door hermen geflankeerd frontonvenster met cartouche. Een meer uitgesproken frontispice oplopend samengesteld uit een driezijdige erkerpartij, een loggia met gekoppelde zuiltjes en afdak en een geveltop onderscheidt het rechter risaliet. De centrale gevelpartij, die de twee inkomportalen met driehoekig fronton groepeert, en op beide verdiepingen belijnd wordt door een klassiek entablement met bewerkte fries, heeft drie dakkapellen als bekroning. Verder volgt de vensterordonnantie een vrij regelmatig schema. Het drukke ornamentele repertorium van maskerkoppen, voluten, balusters, frontons, obelisken, lamberkijnen, schelpmotieven, rolwerk en wortelmotieven, is ontleend aan de Hans-Vredeman-de-Vries-renaissance uit de latere 19de eeuw. Driezijdige annexen leunen tegen de rechter zijgevel en de achtergevel aan. Het houten schrijnwerk van de deuren en vensters inclusief metalen rolluikkasten is bewaard, evenals de gebuikte gietijzeren balkonleuningen; het traliewerk van de benedenvensters is verdwenen.

Zoals heringericht door Henri Thielens omvatte de begane grond in de linkervleugel de dienstlokalen keuken, washuis en 'état domestique', en in de rechtervleugel het kantoor met een afzonderlijke vestibule en de biljartzaal. In de middenvleugel leidde de ruime inkomhal met staatsietrap, ontdubbeld door een diensttrap, naar de diverse ontvangstsalons en de eetzaal op de bel-etage. Privé-vertrekken en slaapkamers namen de tweede verdieping in, de meidenkamers de zolder. Het interieur dat in zijn geheel van na 1914 dateert, is nog in belangrijke mate bewaard.

Koetshuis

Dit langgerekte gebouwtje van één bouwlaag en drie traveeën onder een mansardedak (leien), loodrecht ingeplant ten opzichte van de straat, is eveneens opgetrokken uit bak- en natuursteen. Met een geboste sokkel en een blinde bakstenen bovenbouw beantwoordt de sobere opstand aan het karakter van het hoofdgebouw.

Bijzonder fraai is het smeedwerk van beide inkomhekken in neorégencestijl. Deze worden geflankeerd door bewerkte arduinen postamenten, met een granaatappel of een smeedijzeren corbeille als bekroning.

Men wenst twee bomen te rooien op het domein. Deze bomen dateren uit de 19de-eeuwse oprichtingsfase. Eentje is volledig afgestorven. De andere komt niet meer in blad, heeft een sterk verminderde conditie en vertoont baststerfte. De toestand waarin de bomen verkeren, vormen een gevaar voor de schoolgebruikers en dagelijkse passanten. De bomen werden reeds enkele jaren gemonitord. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de teloorgang te wijten is aan bodemverdichting, de recente zware verbouwingen en de recente droogtejaren.

Vanuit oogpunt monumentenzorg kunnen we akkoord gaan met het rooien van beide bomen op voorwaarde dat de bomen gecompenseerd worden door 2 andere exemplaren.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stedelijke dienst Stadsbeheer, groen en begraafplaatsen werd op advies gevraagd. Het advies luidt als volgt:

De boom is in een zeer slechte conditie en heeft geen grote toekomstverwachting meer. Het probleem is niet duurzaam oplosbaar.

Doordat er een groot verlies is van groenvolume, wilt stad Antwerpen een heraanplanting van twee inheemse bomen van eerste grootte A. De heraanplanting van deze bomen moeten niet op dezelfde locatie geplant worden en mogen ergens anders op het domein geplaatst worden. De plantmaat moet minstens 14/16 cm zijn. De heraanplanting moet geplant zijn voor het volgende groeiseizoen. Meer informatie over boomsoorten kan u vinden op www.bomenwijzer.be.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden en zullen er voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De heraanplant van twee inheemse bomen van eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 cm ergens op het domein op minstens twee meter van iedere perceelsgrens ten laatste uitgevoerd voor het volgende groeiseizoen volgend op de kap.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 januari 2020

Volledig en ontvankelijk

17 februari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 mei 2020

Verslag GOA

25 maart 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      De heraanplant van twee inheemse bomen van eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 cm ergens op het domein op minstens twee meter van iedere perceelsgrens ten laatste uitgevoerd voor het volgende groeiseizoen volgend op de kap.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.