Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020010195 |
Gegevens van de aanvrager: |
Altin Mersini met als adres Glasgowstraat 57 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Glasgowstraat 57 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7sectie G nr. 2187S10 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Isoleren en bepleisteren van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- geen vergunde / vergund geachte toestand.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- gevel afgewerkt met geel pleisterwerk en schrijnwerk in wit PVC;
- vaststelling als bouwkundig erfgoed Sociale woonwijk Luchtbal.
Gewenste toestand
- geïsoleerde gevel afgewerkt met lichtgrijze crepi en schrijnwerk in wit PVC.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel: isoleren en bepleisteren.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
12 februari 2020 |
3 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen).
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door hoofdzakelijk eengezinswoningen.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op werken aan een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Om bovenstaande reden werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst voor monumentenzorg. Zij geven volgend, negatief advies:
“De aanvraag heeft betrekking op een rijwoning gelegen in de wijk Luchtbal. Het vroegere poldergebied ten noorden van de stad veranderde midden 19de eeuw door de aanleg van de spoorverbinding Antwerpen-Rotterdam (1852-54) en door het rechttrekken van de oude kronkelende Ekerseweg (zie +/- huidige Noorderlaan, doch lager gelegen) in 1870. Onder invloed van de nabijgelegen haveninstallaties groeide vanaf 1871 een woonkern in de zogenaamde Merkemse polder; de bereikbaarheid van deze buurt werd verbeterd door de aanleg van een stoomtramlijn in 1887. In 1914 werd het oorspronkelijk Ekerse gebied aangehecht bij Antwerpen. Omwille van de heersende woningnood kocht de stad in 1921 het zogenaamde "Engels Kamp", een Britse legerbasis (1914-20) met noodbarakken in de buurt van het Noordkasteel, ter hoogte van Kaai 115 (Albertdok). De slechte woontoestanden deden de bewoners al snel terug verhuizen; velen vonden in 1925-28 een onderkomen in de nieuwe tuinwijk tussen het Derde Havendok en de spoorlijn naar Nederland, waarvoor in 1924 een plan van aanleg was goedgekeurd. De straten van deze nieuwe wijk "De Luchtbal" werden, ter herinnering aan het Engels Kamp, genoemd naar Britse en Amerikaanse steden. In 1925 begon de "Maatschappij voor Goedkope Huisvesting" met de bouw van zesenvijftig huizen in Glasgow- en Dublinstraat. De verdere bebouwing (midden 20ste eeuw) van de Luchtbal, voornamelijk met appartementsblokken, gebeurde door de maatschappijen "S.M. Huisvesting" (tussen Havanastraat en Manchesterlaan) en "S.V. Onze Woning" (tussen Manchester- en Groenendaallaan). De haven en de talrijke bedrijven en firma's aan de Noorderlaan verschaften werkgelegenheid in de onmiddellijke omgeving.
De Luchtbal, eertijds een polderlandschap, werd omgevormd in een sociale woonwijk met een degelijke infrastructuur en groenvoorziening. Door de aanleg van de wijk, gedeeltelijk volgens dambordpatroon, wordt het verkeer plaatselijk beperkt.
De oudste bebouwing in de tuinwijk is van 1925-29 (volgens T. Eyckerman onder meer door J. Smolderen) en situeert zich in het noordoosten, tegen de spoorweg aan. Gekenmerkt door gegroepeerde eengezinswoningen van één of twee bouwlagen onder pannen bedaking, in enkele straten met omringende tuin (onder meer Dublinstraat). De verschillende huistypes zijn telkens per één of meerdere straten gegroepeerd, hoekhuizen met winkelfunctie, onder meer Bostonstraat. Bakstenen of gecementeerde en beschilderde lijstgevels geritmeerd door verspringende gevellijnen en kroonlijsten (Baltimore-, Boston-, Glasgow-, Philadephiastraat) of puntgevels. Enkelhuizen gebouwd volgens spiegelbeeldschema, waarbij deurtravee vaak origineel benadrukt onder meer uitspringend en hoger opgaand in Baltimorestraat, deuren gevat in groene geglazuurde tegels in Dublin- en Grimsbystraat. Rechthoekige muuropeningen, soms rondboogdeuren. Aansluitend bij de tuinwijk werd de nodige infrastructuur voorzien. Na de oorlog en het herstel van de oorlogsschade, kende de Luchtbal in de jaren '50 een enorme bouwbedrijvigheid door S.V. Onze Woning (zuidelijk deel) en S.M. Huisvesting (noordelijk deel). Door de mentaliteitsverandering inzake sociale woningbouw werd thans meer geopteerd voor vrijstaande blokken, waartussen open ruimten met gras- en bloemperken, en ontstond een meer open bebouwing dan bij de vooroorlogse blokken met binnenplaatsen. Om het beeld van de wijk Luchtbal te voltooien, vermelden we nog de nieuwe kerk van Onze-Lieve-Vrouw Boodschap van 1965 en de aanleg van sportvelden en sporthal in de jaren 1960-'70.
De desbetreffende woning behoort tot het oudste deel van de wijk. Het is een enkelhuis van twee bouwlagen uitgewerkt als lijstgevel met in oorsprong een gecombineerd parement bestaande uit baksteenmetselwerk en pleister. Het oorspronkelijk houten geschilderd schrijnwerk is gewijzigd.
De erfgoedwaarde van de wijk zit hem in de locuswaarde met name groepswoningbouw in een stedenbouwkundig samenhangend geheel. De tuinwijk is opgericht volgens een vastgelegde structuur en de gebouwen vormen een harmonieuze eenheid omwille van hun uniforme opbouw en materiaalgebruik. De locuswaarde van het erfgoedgeheel verwijst dus niet naar specifieke eigenschappen of kwaliteiten maar naar generieke structuren zoals de ‘footprint’ van het erfgoedgeheel, de bouwlijnen, de rooilijnen, de bouwvolumes, herhalingen en ruimtelijke relatie.
Afweging:
Men wenst de voorgevel te isoleren. Kenmerkend voor de woning is het gecombineerd gevelparement bestaande uit pleister en baksteen. Hoewel de gevel zeer sober is uitgewerkt en het parement reeds volledig werd bepleisterd, ondersteunt de woning nog steeds de uitstraling van de wijk. Ze draagt bij aan de architecturale context door haar vormgeving en materiaalgebruik. Ze draagt bij aan de stedenbouwkundige context door haar vorm, inplanting, homogeniteit of dynamiek in het straatbeeld en haar contextwaarde. Ze is waardevol als element van een geheel. Daarbij geldt de historiek van het geheel als motivering voor de waarde van de relicten die ertoe behoren. Hierdoor achten wij het niet wenselijk dat er een façade wordt geplaatst voor de oorspronkelijke gevel. Zowel de muuropeningen als de dieptewerking van de gevel worden hierbij gewijzigd. Op die manier wordt de uniformiteit van de wijk doorbroken en wordt er afbreuk gedaan aan de beeldwaarde van de gevel.”
De straatgevel waar deze aanvraag deel van uitmaakt bevat reeds enkele bepleisterde gevel. Daarenboven is de gevel van de aanvraag reeds wit geschilderd. Bezwaarlijk kan gesteld worden dat het isoleren en bepleisteren een dermate afbreuk doet aan de uniformiteit van de wijk en de beeldwaarde van de gevel. Het advies wordt vanuit ruimtelijk oogpunt dan ook niet bijgetreden.
Bij het isoleren en bepleisteren van de gevel dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails, die als voorwaarde zullen worden opgelegd in de vergunning. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk, die niet zichtbaar zijn na afwerking. De natuurstenen raamdorpels dienen na isolatie minstens 5 cm uit het geveloppervlak te steken. Dit alles om een vervlakking van het gevelbeeld tegen te gaan.
Rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt tevens opgelegd om het gevelpakket (isolatie en bepleistering) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden:
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
26 januari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
12 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
12 mei 2020 |
Verslag GOA |
26 maart 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Algemene voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.