Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020121322 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Daems Eskander met als adres Arbeidersstraat 14 te 2140 Antwerpen |
Ligging van het project: | Arbeidersstraat 14 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 22 sectie A nr. 166Z |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/08/1988: vergunning (961#2820) voor het wijzigen van een dakkapel.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning;
- 1 bouwlaag met mansardedak.
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 102552) van Tuinwijken Groenenhoek als bouwkundig erfgoed;
- eengezinswoning;
- 1 bouwlaag met mansardedak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 8,15 m;
- voorgevel is afgewerkt met rode gevelsteen, rode dakpannen, wit buitenschrijnwerk in PVC in combinatie met zwart buitenschrijnwerk in aluminium.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 1 bouwlaag met mansardedak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 12 m;
- voorgevel is afgewerkt met rode gevelsteen, rode dakpannen, wit buitenschrijnwerk in PVC in combinatie met zwart buitenschrijnwerk in aluminium;
- wijzigen van het bodenreliëf door het voorzien van een verzonken terras;
- verwijderen van de hagen in de achtertuin.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het gelijkvloers aan de achterzijde;
- herinrichten van de eengezinswoning;
- wijzigen van de scheidingsmuren;
- wijzigen van de hagen in de achtertuin;
- wijzigen van het reliëf van het perceel over een diepte van circa 7,80 m achter de bestaande achtergevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 14 oktober 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het toevoegen van een ‘verzonken’ aanbouw. De aanbouw betreft twee bouwlagen tegen de rechter perceelgrens. Hierbij wordt het reliëf van het perceel met circa 1,1 meter verlaagd.
Het voorzien van een aanbouw over twee bouwlagen is niet kenmerkend in de omgeving. Echter gaat hier slechts over een zeer beperkt deel, dat bovendien maximaal aansluit bij het bouwvolume van de rechts aanpalende woning. Doordat de aanbouw met 1,1 meter verlaagd wordt, blijft ook de impact op het de kenmerkende zadeldakvorm beperkt. De nieuwe aanbouw is voldoende inpasbaar binnen de specifieke stedenbouwkundige context.
Bodemreliëf
Het verlaagde bodemreliëf achter de woning wordt doorgetrokken tot tegen de perceelgrenzen.
Dit sluit niet aan bij het reliëf van de aanpalende percelen. Dit heeft een negatieve impact op de aanpalende tuinen. Bovendien zorgt dit ervoor dat de kenmerkende groene hagen zullen verdwijnen.
In voorwaarden wordt opgelegd om de funderingsmuren, zichtbaar op plan ‘BA_RENOVATIE_G_N_2_Achtergevel’ en op een bouwdiepte vanaf 12m ten opzichte van de voorgevel, op een afstand van 60cm van de perceelgrenzen te voorzien om zo een zone te behouden die maximaal aansluit bij het maaiveldniveau van de links en rechts aanpalende tuinen, waarbij de wortelgroei van de te behouden hagen voldoende gegarandeerd blijft.
Visueel-vormelijke elementen
De achtergevel van de half verzonken verdieping wordt voorzien in gele baksteen en zwart aluminium buitenschrijnwerk. Dit is inpasbaar binnen de context van de achtergevel.
De bovenliggende verdieping van de aanbouw wordt voorzien van een houten afwerklaag. Deze werd echter onvoldoende verduidelijkt. In voorwaarden wordt opgelegd dit in natuurkleurig hout te voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning voldoet aan alle actuele normen wat betreft gebruiksgenot op voorwaarde dat het terras op de eerste verdieping beperkt wordt in diepte om de privacy van de linker aanpalende niet onaanvaardbaar te schenden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de funderingsmuren, zichtbaar op plan ‘BA_RENOVATIE_G_N_2_Achtergevel’ en op een bouwdiepte vanaf 12m ten opzichte van de voorgevel, op een afstand van 60cm van de perceelgrenzen te voorzien in plaats van op de perceelgrenzen;
2. de bestaande hagen op een bouwdiepte vanaf 12m ten opzichte van de voorgevel te behouden en zone tussen de hagen en de funderingsmuren, zichtbaar op plan ‘BA_RENOVATIE_G_N_2_Achtergevel’ en op een bouwdiepte vanaf 12m, als een onverharde zone te voorzien die aansluit bij het maaiveldniveau van de aanpalende percelen;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
4. het houten gedeelte van de achter- en zijgevel moet voorzien worden in natuurkleurig hout;
5. het terras op de eerste verdieping te beperken tot 2m diepte, ten opzichte van de achtergevel, en de overige zone als groendak te voorzien zoals de rest van het dak;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 14 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 december 2020 |
Verslag GOA | 24 november 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de funderingsmuren, zichtbaar op plan ‘BA_RENOVATIE_G_N_2_Achtergevel’ en op een bouwdiepte vanaf 12m ten opzichte van de voorgevel, op een afstand van 60cm van de perceelgrenzen te voorzien in plaats van op de perceelgrenzen;
2. de bestaande hagen op een bouwdiepte vanaf 12m ten opzichte van de voorgevel te behouden en zone tussen de hagen en de funderingsmuren, zichtbaar op plan ‘BA_RENOVATIE_G_N_2_Achtergevel’ en op een bouwdiepte vanaf 12m, als een onverharde zone te voorzien die aansluit bij het maaiveldniveau van de aanpalende percelen;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
4. het houten gedeelte van de achter- en zijgevel moet voorzien worden in natuurkleurig hout;
5. het terras op de eerste verdieping te beperken tot 2m diepte, ten opzichte van de achtergevel, en de overige zone als groendak te voorzien zoals de rest van het dak;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.