Terug
Gepubliceerd op 14/04/2020

2020_CBS_03228 - Omgevingsvergunning - OMV_2019156975. Weeltjens 4. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/04/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03228 - Omgevingsvergunning - OMV_2019156975. Weeltjens 4. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring 2020_CBS_03228 - Omgevingsvergunning - OMV_2019156975. Weeltjens 4. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019156975

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Victoria Smet met als contactadres Hoogeind 16 te 2940 Stabroek

Ligging van het project:

Weeltjens 4 te 2040 Zandvliet (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 20sectie B nr. 413Y

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          09/03/2018: weigering (20172961) voor het verbouwen van een eengezinswoning;

-          29/08/1991: weigering (86#910635) voor het uitbreiden van een eengezinswoning gezien de aanvraag niet in overeenstemming is met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan.

 

Vergund geachte toestand

 

-          vrijstaande eengezinswoning met 1 bouwlaag onder een zadeldak;

-          inplanting op 7,85 meter achter de rooilijn, 2,20 meter van de perceelsgrens;

-          bouwbreedte 12,75 meter, bouwdiepte 6,60 meter aan de rechterzijde en 6,85 meter aan de linkerzijde.

 

Huidige toestand

 

-          het vergund geacht volume werd achteraan uitgebreid;

-          een deel van het volume werd voorzien van isolatie en een gevelsteen;

-          links over een breedte van circa 5 meter ligt het zadeldak iets hoger en is bekleed met donkerkleurige dakpannen;

-          rechts over een breedte van circa 7,75 meter ligt het zadeldak iets lager en is bekleed met roodbruine dakpannen;

-          gelijkvloerse verdieping: leefruimte, keuken, bureau, badkamer en slaapkamer;

-          zolderverdieping: 2 slaapkamers.

 

Gewenste toestand

 

-          vrijstaande eengezinswoning met een footprint gelijk aan de vergund geachte toestand en 1 bouwlaag onder zadeldak.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen van een eengezinswoning;

-          slopen van een onvergunde achterbouw en verbouwen binnen het geacht vergunde volume;

-          herinrichten van de woning:

  • gelijkvloerse verdieping met dubbelhoge leefruimte met open keuken, badkamer, aparte wc en 2 slaapkamers;
  • dakverdieping: zolder.

-          wijzigen van raamopeningen in zij-, voor- en achtergevel;

-          vervangen van het bestaande buitenschrijnwerk door nieuw buitenschrijnwerk in hout;

-          kaleien van de gevels in witte kleurstelling;

-          wijzigen van de donkerkleurige dakpannen aan de linkerzijde van het zadeldak door roodbruine dakpannen, conform de dakpannen aan de rechterzijde van het zadeldak;

-          rooien van 5 coniferen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

14 januari 2020

4 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen

14 januari 2020

9 maart 2020

Gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

14 januari 2020

16 januari 2020

Voorwaardelijk gunstig

Water-link (AWW)

14 januari 2020

10 februari 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

14 januari 2020

24 januari 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

14 januari 2020

16 januari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

 

De woning is zonevreemd en ligt volgens het geldende plan in ruimtelijk kwetsbaar gebied, meer bepaald natuurgebied. De zonevreemde regelgeving wordt toegepast.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten , infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

§1. De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Er is geen tuinafsluiting voorzien of deze is niet weergegeven op de plannen;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

§1. Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Ongeacht de aanwezigheid van straatriolering dient een gescheiden rioolstelsel voorzien te worden;

  • artikel 43 Septische putten:

§1. Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Uit het advies van Aquafin blijkt dat er een DWA-riolering aanwezig is en dat er een septische put dient voorzien te worden met overloop naar de straatriolering;

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied maar heeft een beperkte oppervlakte zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling basisrechten zonevreemde constructies

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. De woning is zonevreemd en ligt volgens het geldende plan in ruimtelijk kwetsbaar gebied, meer bepaald natuurgebied.

 

Voorliggende aanvraag betreft, in overeenstemming met artikel 4.4.10. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), een hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructie, zijnde een woning, voor wat betreft het hoofdvolume.

 

Vergund geachte zonevreemde woningen gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied mogen niet uitgebreid worden, zie de weigeringen uit 1991 en 2018.

 

Voorliggende aanvraag betreft het slopen van de onvergunde uitbreiding en het verbouwen van het vergund geacht, niet verkrot volume.

 

Artikel 4.4.12 van de VCRO stelt dat:

 

In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel toegelaten.

 

Voorliggende aanvraag voldoet aan de basisrechten van zonevreemde constructies.

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning in een natuurgebied waar de zonevreemde regelgeving van toepassing is.

 

Schaal – bouwdichtheid

 

Voorliggende aanvraag betreft het slopen van de onvergunde uitbreiding en het verbouwen van het vergund geacht volume met één bouwlaag en zadeldak. Op het gelijkvloers bevindt zich na verbouwing een leefruimte, een keuken, een badkamer, een toilet en twee slaapkamers. Op de verdieping bevindt zich een zolder.

 

Het voorgestelde volume stemt overeen met het vergund geacht volume en komt daarom in aanmerking voor vergunning.

 

Ruimtegebruik

 

Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning in een natuurgebied. Er zullen door de ingreep geen natuurwaarden van belang geschaad worden.

 

Op het perceel komt deels bos voor zoals aangeduid op het inplantingsplan in het advies van het Agentschap Natuur en Bos. Deze zone bevindt zich op circa 23 meter achter de achtergevel van de woning en dient integraal behouden te blijven. Dit zal opgenomen worden als voorwaarde bij vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels worden aan de linkerzijde van het volume over een breedte van circa 5 meter volledig voorzien van gevelmetselwerk. Dit wordt dan samen met de bestaande buitenmuren volledig wit gekaleid opdat een uniforme eenheid wordt bekomen. De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.

 

Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in natuurkleurig hout met dorpels in natuursteen.

Het dak wordt volledig uitgevoerd in roodbruine dakpannen.

Het materiaalgebruik stemt overeen met de kenmerkende polderarchitectuur en komt in aanmerking voor vergunning.

 

Het bekomen van een uniforme eenheid door het volledig wit kaleien van bestaande en nieuwe gevels en het volledig uitvoeren van het dak in roodbruine dakpannen wordt opgenomen als voorwaarde bij vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode die stelt dat de voortuin moet afgesloten worden met een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Echter verdient een levende afsluiting de voorkeur, gelet op de ligging in natuurgebied. Dit wordt opgenomen als voorwaarde bij vergunning.

 

Voorliggende aanvraag vermeldt op het plan van de nieuwe toestand van de eerste verdieping dat er een zolderruimte wordt voorzien. Echter in de nota van de architect wordt er vermelding gemaakt van het behouden van 1 slaapkamer onder het zadeldak. Omwille van de beperkte hoogte van de verdieping is een verblijfsruimte op de verdieping niet mogelijk. Het gebruik van de verdieping als slaapkamer wordt uitgesloten van vergunning.

 

Voorliggende aanvraag betreft het rooien van 5 bomen ter hoogte van de voorgevel.

De stedelijke dienst groen en begraafplaatsen adviseert het vellen van de 5 bomen gunstig op voorwaarde dat het groenvolume voldoende gecompenseerd wordt in de directe omgeving.

Dit zal opgenomen worden als voorwaarde bij vergunning.

 

Aangezien Aquafin in hun advies aangeeft dat er een DWA-riolering aanwezig is, dient hier conform artikel 43 van de bouwcode een septische put voorzien te worden met een inhoud van minstens 2.000 liter en met een overloop naar de straatriolering. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Hetzelfde advies van Aquafin stelt ook dat alle hemelwater op eigen terrein dient te infiltreren. In voorliggende aanvraag wordt een infiltratievoorziening met 824 liter met een infiltratieoppervlakte van 2,16 m² geïnstalleerd waardoor aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt voldaan. Echter verdient de infiltratievoorziening in de vorm van een wadi de voorkeur, gelet op de ligging in natuurgebied.

Als voorwaarden bij de vergunning wordt opgelegd dat het hemelwater volledig op eigen terrein moet infiltreren, er mag geen overloop naar de openbare riolering worden gerealiseerd. De infiltratievoorziening moet bovengronds gebeuren, bijvoorbeeld in de vorm van een wadi.

Rekening houdend met deze voorwaarden wordt opgemerkt dat de infiltratievoorziening best wordt overgedimensioneerd, zodat piekdebieten kunnen opgevangen worden op eigen terrein.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het strikt opvolgen van het advies van het Agentschap Natuur en Bos;

2.      het integraal behouden van het bos dat aangeduid staat in het advies van het Agentschap Natuur en Bos;

3.      het wit kaleien van bestaande en nieuwe muren;

4.      het uitvoeren van het volledige dak in roodbruine dakpannen;

5.      het afsluiten van de voortuin met een levendige afsluiting met een hoogte van maximum 1 meter;

6.      het compenseren van het gevelde groenvolume (5 bomen) in de directe omgeving;

7.      het strikt opvolgen van het advies van Aquafin;

8.      het voorzien van een septische put met een inhoud van minstens 2.000 liter met een overloop naar de straatriolering;

9.      alle hemelwater moet op eigen terrein infiltreren, het hemelwater mag niet worden aangesloten op de openbare riolering;

10.  het voorzien van een bovengrondse infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening dient men te overdimensioneren zodat piekdebieten kunnen opgevangen worden op eigen terrein;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

Het gebruik van de verdieping als verblijfsruimte wordt uitgesloten van vergunning.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 december 2019

Volledig en ontvankelijk

14 januari 2020

Start openbaar onderzoek

22 januari 2020

Einde openbaar onderzoek

20 februari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 juni 2020

Verslag GOA

27 maart 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 januari 2020

20 februari 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het strikt opvolgen van het advies van het Agentschap Natuur en Bos;

2.      het integraal behouden van het bos dat aangeduid staat in het advies van het Agentschap Natuur en Bos;

3.      het wit kaleien van bestaande en nieuwe muren;

4.      het uitvoeren van het volledige dak in roodbruine dakpannen;

5.      het afsluiten van de voortuin met een levendige afsluiting met een hoogte van maximum 1 meter;

6.      het compenseren van het gevelde groenvolume (5 bomen) in de directe omgeving;

7.      het strikt opvolgen van het advies van Aquafin;

8.      het voorzien van een septische put met een inhoud van minstens 2.000 liter met een overloop naar de straatriolering;

9.      alle hemelwater moet op eigen terrein infiltreren, het hemelwater mag niet worden aangesloten op de openbare riolering;

10.  het voorzien van een bovengrondse infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening dient men te overdimensioneren zodat piekdebieten kunnen opgevangen worden op eigen terrein;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

 

Het gebruik van de verdieping als verblijfsruimte wordt uitgesloten van vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.