Terug
Gepubliceerd op 14/04/2020

2020_CBS_03261 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - LBC Antwerpen nv, Vierde Havendok-Zuidkaai 275, 2030 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/004/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/04/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03261 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - LBC Antwerpen nv, Vierde Havendok-Zuidkaai 275, 2030 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/004/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring 2020_CBS_03261 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - LBC Antwerpen nv, Vierde Havendok-Zuidkaai 275, 2030 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/004/AV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Het college beslist op basis van het advies van de dienst vergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie.

Juridische grond

Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming; het besluit van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming.

Aanleiding en context

OVAM vraagt advies aan het college over een bodemsaneringsproject met als opdrachtgever(s) LBC Antwerpen nv - Leon Bonnetweg 28 - 2030 Antwerpen en opgesteld door AB Soil Remediation Experts bvba, Beekkantstraat 5, 9420 Erpe-Mere (referentie OVAM 3982).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist het gunstige advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren onder volgende voorwaarden:

  1. Het afvalwater moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde water te controleren.
  2. Het debiet van het opgevangen grondwater moet worden geregistreerd.
  3. Indien er afvalgassen vrijkomen, moeten deze worden geleid over een adequate luchtbehandelingsinstallatie die uitmondt in open lucht en die voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk 4.4. van Vlarem.
  4. De installaties voor het bodemsaneringsproject moeten ontoegankelijk zijn voor onbevoegden.
  5. Alle voorzieningen worden getroffen teneinde bevuiling van de openbare weg door het transport van de vuile grond te voorkomen. De wielen en buitenzijde van de vrachtwagens en van het werfmateriaal dienen indien nodig ter plaatse gereinigd te worden. De vervuilde grond wordt onmiddellijk afgevoerd naar een erkend verwerker. De vrachtwagens dienen te beschikken over vloeistofdichte en afdekbare laadruimtes.
  6. Bij de sanering dienen de aangrenzende nutsleidingen (water, elektriciteit, gas, telefoon...) op het openbaar domein gecontroleerd te worden op mogelijke aantasting. De saneerder dient hiervoor contact te nemen met de desbetreffende uitbaters.
  7. De vervuiling ter hoogte van het openbaar domein dient eveneens verwijderd te worden.
  8. De zuiveringsinstallaties dienen op de bronpercelen geplaatst te worden.
  9. Indien buiten de bodemsaneringszone abnormale hinderlijke geuren worden waargenomen, worden onmiddellijk corrigerende maatregelen getroffen om de emissies te beperken.
  10. Indien tijdens de werken de stofconcentraties in de lucht hinderlijk zijn voor de omgeving, zullen onmiddellijk corrigerende maatregelen getroffen worden om de stofontwikkeling te verminderen.
  11. De saneringsverantwoordelijke nodigt op de eerste voorbereidende werfvergadering de betrokken diensten van het havenbedrijf uit om de nodige praktische afspraken te maken rond werfinrichting, het gebruik van het openbaar domein en dergelijke. U meldt dit aan de technisch manager bodem op milieu@portofantwerp.com - 03/229 73 88).
  12. De aanvangsdatum en einddatum van de saneringswerken moeten worden meegedeeld aan de afdeling omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van de naam en telefoonnummer van de saneringsverantwoordelijke.
  13. Na afloop van de saneringswerken dient een exemplaar van het evaluatierapport worden overgemaakt aan de dienst vergunningen/milieu (milieuvergunningen@antwerpen.be).
  14. Gezien de risico’s die uitgaan van de verontreiniging, dient de sanering opgestart te worden binnen de maximale termijn van 5 jaar naar analogie met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning waarin gesteld wordt dat een vergunde inrichting in gebruik moet worden genomen binnen deze maximale termijn, op straffe van verval van de vergunning. Bovendien zorgt deze voorwaarde voor een aanvaardbare periode tussen de bekendmaking van de noodzaak tot bodemsanering en de werkelijke uitvoering hiervan.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
Stadsontwikkeling/vergunningen/milieuvergunningen het advies over te maken aan OVAM.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.