Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020004557 |
Gegevens van de aanvrager: |
Zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV NAVITEC MARINE SERVICES met als adres Emdenweg 17 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Emdenweg 17 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie B nrs. 41P8, 41D9 en 41F9 |
Inrichtingsnummer: |
20191109-0009 (Navitec MS) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een kantoorgebouw en verandering van de exploitatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 30 maart 1973 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/55481/B/) voor inplanten smeerput.
- Op 3 februari 1978 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/58990-12834/B/) voor uitbreiden garage hefwerktuigen.
- Op 11 april 1980 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/59835-13678/B/) voor een garage.
- Op 2 februari 1995 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (5-94/B/1422/1995218) voor de uitbreiding van een loods.
- Op 29 juni 2007 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0168) voor de afbraak en heropbouw van een bedrijfsloods.
- Op 15 maart 2013 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/201325) voor het oprichten van een industrieel gebouw met logistieke functie.
- Op 4 oktober 2013 weigerde het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20133616) voor het oprichten van een industrieel gebouw met logistieke functie.
- Op 24 oktober 2014 weigerde het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20142106) voor het oprichten van een industrieel gebouw met logistieke functie.
- Op 16 februari 2018 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20173105) voor het bouwen van een industriële loods met logistieke functie.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:
- het slopen van een opslagmagazijn;
- het bouwen van een kantoorgebouw;
- het bouwen van een luifel;
- het bouwen van een afvalberging;
- het schilderen van de gevelbekleding van een bestaand gebouw;
- het plaatsen van publiciteit op een gevelvlak.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 27 juni 2002 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend aan de nv Navitec Marine Services voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit voor metaalbewerking.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft onder andere een transformator, propaantank, bijkomende productopslag en stalplaatsen voor bedrijfsvoertuigen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
23 voertuigen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+98,20 kW |
17.1.2.2.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; |
2.950 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
600 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; |
+61,14 kW |
46.1°a) |
wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
99,75 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
21 januari 2020 |
10 februari 2020 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
4 maart 2020 |
25 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen |
21 januari 2020 |
12 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu |
21 januari 2020 |
27 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL |
21 januari 2020 |
24 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
21 januari 2020 |
3 februari 2020 |
Geen bezwaar |
Water-link (AWW) |
21 januari 2020 |
12 februari 2020 |
Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingen en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. In het gebouw worden kantoren, vergaderruimtes, een keuken voor personeel, sanitair en een magazijn ondergebracht, ter ondersteuning van het bestaand bedrijf. Het nieuwe kantoorgebouw lijkt noodzakelijk voor de ondersteuning van de bedrijfsactiviteiten en dienen gezien te worden als een nevenfunctie van een groter industrieel geheel.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Leopolddok en het 4de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Wilmarsdonksteenweg heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Voor de spoorweg op circa 370 meter ten noordoosten van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag.
Er worden twee hemelwaterputten geplaatst met een totale inhoud groter dan bepaald door de verordening, namelijk met elks een inhoud van 10.000 liter. De aanvrager motiveert het groter hergebruik van het hemelwater daar het opgevangen water kan gebruikt worden voor het spoelen van alle toiletten in het gebouw.
De overloop van de hemelwaterputten wordt aangesloten op een nieuwe infiltratieput met een oppervlakte van circa 16,7 m² en een inhoud van 10.000 liter. Voor het dimensioneren van de infiltratievoorziening heeft de aanvrager de oppervlakte aan nieuwe verharding (413 m²) niet meegerekend omdat dit om waterdoorlatende klinkers zou gaan. Echter, motiveert de aanvrager niet wat de doorlaatbaarheid is van deze verharding. Bovendien is naast de nieuwe verharding te weinig groenzone aanwezig om het hemelwater daar te laten infiltreren. Daarom wordt aangeraden de oppervlakte van 413 m² aan nieuwe verharding mee aan te sluiten op de infiltratievoorziening die dan geherdimensioneerd dient te worden conform de gewestelijke hemelwaterverordening. Dan wordt er tegemoet gekomen aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. De publiek toegankelijke oppervlakte bedraagt minder dan 400 m².
Minimaal dienen alle gelijkvloerse publiek toegankelijke delen van het gebouw te voldoen aan de bepalingen van de verordening (conform artikel 3, tweede alinea). Daarnaast dienen ook de niet gelijkvloerse publiek toegankelijke delen van het gebouw te voldoen, tenzij een vertrek op een andere locatie eenzelfde functie vervult en toegankelijk is volgens de bepalingen van de verordening. Het project vertoont geen manifeste strijdigheden met de verordening. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009, Belgisch Staatsblad 2 september 2009, laatst gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2011, Belgisch Staatsblad 2 augustus 2011) dienen te worden nageleefd voor de publiek toegankelijke delen van het gebouw, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening; in het bijzonder dienen de publiek toegankelijke delen van het gelijkvloers toegankelijk te worden uitgevoerd.
Sectorale wetgeving
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte uitbreiding van de verharde oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt op voorwaarde dat de infiltratievoorziening wordt geherdimensioneerd (zie deel verordening hemelwater).
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op de oostzijde van een industrieterrein, gelegen tussen het Leopolddok en het 4de Havendok, wordt een nieuw kantoorgebouw gebouwd daar de bestaande kantoren niet meer voldoen aan de huidige normen. De afbraak van deze bestaande kantoren maakt echter geen deel uit van voorliggende aanvraag. Voor de bouw van het nieuwe kantoorgebouw dient eerst een bestaand opslagmagazijn met een oppervlakte van circa 515 m² afgebroken te worden.
Het nieuwe kantoorgebouw wordt tegen de bestaande werkplaats gebouwd en heeft een grondoppervlakte van circa 578 m² (34 meter x 17 meter). De maximale hoogte van het gebouw betreft 7,5 meter, circa 1,9 meter lager dan de naastliggende werkplaats. Het kantoorgebouw omvat twee verdiepingen en zal ingericht worden met vergaderlokalen, burelen, sanitaire voorzieningen, kleedruimtes en douches, eetruimtes en een magazijn met onthaalruimte. De vrije hoogte van de ruimtes op het gelijkvloers betreft 2,7 meter en van de ruimtes op de eerste verdieping 3 meter.
Op de linkerzijgevel van het kantoorgebouw wordt tevens gevelpubliciteit aangevraagd. Deze publiciteit betreft het bedrijfslogo en heeft een breedte van 5,75 meter en een hoogte van 1,5 meter. Het logo bestaat uit doosletters die uitwendig verlicht zullen worden met spots.
Aan de oostzijde van het kantoorgebouw wordt een luifel voorzien met een oppervlakte van circa 66 m². Onder de luifel wordt een fietsenstalling voorzien. Aan de zuidzijde wordt de fietsenstalling afgeschermd door een wand met een hoogte van 10 meter. Tevens wordt een verharding met een oppervlakte van circa 413 m² aangelegd die dienst zal doen als parking voor wagens.
In de zuidoostelijke hoek van de parking wordt een afvalberging voorzien. Deze afvalberging heeft een grondoppervlakte van circa 12,5 m² (2,5 meter x 5 meter) en een hoogte van circa 2,6 meter.
Daarnaast betreft de aanvraag het schilderen van de voorgevel van de naastliggende werkplaats. De bestaande gele kleur wordt geschilderd in een grijstint zodat dit gebouw qua kleurgebruik aansluit op de reeds bestaande magazijnen.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
In voorliggende aanvraag wordt een parking voorzien met 12 parkeerplaatsen, waarvan één aangepaste en voorbehouden parkeerplaats. Tevens wordt een fietsenstalling voorzien voor 10 fietsen. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Er werd advies gevraagd aan de lokale politie/verkeerspolitie. Zij hebben geen bezwaar tegen voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het terrein ligt midden in havengebied in een omgeving gekenmerkt door magazijnen en opslagplaatsen. De ruimtelijke impact is eerder beperkt. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel – vormelijke elementen
Het kantoorgebouw wordt opgetrokken uit een staalconstructie en afgewerkt met zwarte sandwichpanelen. De voor- en linkerzijgevel worden deels bekleed met cortenstaal. Om het hitte-eilandeffect tegen te gaan, is het niet wenselijk om de sandwichpanelen van het hoofdgebouw in een donkere kleur uit te voeren. Om aan deze bekommernis tegemoet te komen, wordt als voorwaarde opgelegd dat de gevelbekleding uitgevoerd dient te worden in een lichtgrijze kleur. De volgende RAL-kleuren zijn toegestaan: 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047. Het cortenstaal is nog voldoende neutraal en eerder een accent in het geheel en dus aanvaardbaar.
Door het bestaande te behouden gebouw grijs te schilderen past dat deel van het gebouw zich ook beter bij de rest van het gebouwengeheel en de omgeving.
De luifel wordt opgetrokken uit een staalconstructie en afgewerkt met cortenstaal. De wand ten zuiden van de fietsenstalling betreft een betonwand die eveneens wordt afgewerkt met cortenstaal.
De parking wordt aangelegd in klinkers. De overige buitenruimte wordt aangelegd als groene zone.
De afvalberging wordt opgetrokken uit zwarte sandwichpanelen. Wegens de kleine oppervlakte van het bijgebouw draagt dit niet sterk bij tot het hitte-eiland effect. De zwarte kleur is nog voldoende in harmonie met het in lichtgrijs en cortenstaal uit te voeren hoofdgebouw.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de nabijheid van spoorwegen werd advies gevraagd aan de beheerder van deze sporen. Het advies van Infrabel is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de algemene voorwaarden met betrekking tot bouwaanvragen en naar het bekomen van een aparte Infrabel-toelating in functie van het opleggen van bepaalde veiligheidsvoorwaarden. Deze voorwaarden worden beschouwd als uitvoeringsmodaliteiten en kunnen aan de vergunning worden gehecht.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een hoofdwaterleiding werd tevens het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Het advies van Water-Link is gunstig.
Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Op 10 februari 2020 bracht de Brandweer Zone Antwerpen een ongunstig advies uit voornamelijk omwille van het ontbreken van digitale plannen die voldoen aan de richtlijnen van het normenboek. De aanvrager heeft daaropvolgend een voorbespreking gehouden met de brandweer op 24 februari 2020. Op 3 maart 2020 werden aangepaste brandweerplannen door de aanvrager opgeladen in het dossier in het Omgevingsloket. De Brandweer Zone Antwerpen heeft op 25 maart 2020 een tweede advies uitgebracht. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.
Er werd een advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.
De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Navitec Marine Services nv is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het uitvoeren van herstellingen aan boord van schepen. In beperkte mate gebeuren herstellingswerkzaamheden ook in de werkplaatsen zelf.
De exploitant wenst een nieuw kantoorgebouw te bouwen op de site. De bedrijfsgebouwen bestaan verder uit enkele ateliers en opslagruimtes.
De lopende milieuvergunning werd verleend door de deputatie. Ten gevolge van een wijzing van de indelingslijst is het college van burgemeester en schepenen de vergunningverlenende overheid geworden.
Er wordt een hoogspanningsruimte gebouwd, waarin een nieuwe transformator met een individueel nominaal vermogen van 250 kVA wordt geplaatst.
Tijdens het plaatsbezoek op 9 maart 2020 in het kader van de lopende omgevingsvergunningsaanvraag was nog niet bekend of het een droge of een oliegekoelde transformator zal betreffen.
De bestaande (niet vergunde) bovengrondse opslagtank met propaangas wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe ondergrondse opslagtank met een inhoud van 2.950 liter. Deze wordt onder de nieuw aan te leggen parking voor personenwagens geplaatst.
De exploitant is ertoe gehouden om alle relevante documenten zoals het attest van goedkeuring en de resultaten van de verplichte periodieke onderzoeken ter inzage te houden van de toezichthoudende overheid.
Men vraagt de opslag van 600 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen aan. Deze producten worden boven lekbakken opgeslagen.
Wegens veranderingen in het aantal airco-units en door twee bijkomende compressoren wordt de totale geïnstalleerde drijfkracht van 10,40 kW naar 108,60 kW gebracht voor indelingsrubriek 16.3.2.a.
De gebruikte koelvloeistof in de nieuwe airconditioning-units betreft R32, een toegelaten koelmiddel. De exploitant is ertoe gehouden om alle relevante documenten zoals de instructiekaarten en het logboek ter inzage te houden van de toezichthoudende overheid.
De hoeveelheid metaalbewerkingstoestellen die over de verschillende werkplaatsen verdeeld zijn, wordt uitgebreid zodat de geïnstalleerde totale drijfkracht van de metaalbewerkingstoestellen uitbreidt van 130 kW tot 191,14 kW.
De exploitant geeft aan dat de vergunde opslag van 600 liter oliën niet langer van toepassing is.
Hierdoor is de betreffende indelingsrubriek 17.3.7.1 niet meer van toepassing en wordt deze geschrapt uit de vergunning.
Het jaarlijks debiet van het huishoudelijk afvalwater is lager dan de indelingsdrempel van 600 m³/jaar waardoor de eerder vergunde rubriek voor deze lozing niet meer van toepassing is en kan geschrapt worden uit de vergunning. De plaatsing van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) is echter wel verplicht bij lozingen op oppervlaktewater. Tijdens het plaatsbezoek van 9 maart 2020 bleek dat deze installatie nog niet geplaatst was. Het is aangewezen om de plaatsing van de IBA op te leggen als bijzondere milieuvoorwaarde, zoals in andere dossiers, weliswaar rekening houdend met de timing voor het nieuwe kantoorgebouw.
Het bedrijf beschikt over drie wasmachines en twee droogkasten die worden gebruikt om de kledij van de eigen werknemers te wassen en drogen. De totale geïnstalleerde drijfkracht van deze toestellen bedraagt 99,75 kW.
Er wordt geoordeeld dat het waswater kan beschouwd worden als huishoudelijk afvalwater.
Tenslotte wordt ook het stallen van voertuigen (andere dan personenwagens) aangevraagd: 23 voertuigen zoals onder meer heftrucks en bestelwagens worden ’s nachts binnen gestald, verspreid over de ateliers en opslagruimtes.
De overige vergunde inrichtingen en activiteiten blijven ongewijzigd.
Gemiddeld zijn er 10 transportbewegingen per dag door de bestelwagens van Navitec Marine Services zelf. Externe leveringen zijn beperkt tot drie maal per week.
Er wordt geen mobiliteitshinder verwacht ten gevolge van de geplande veranderingen.
Er wordt in het dossier gesteld dat mogelijke geluidshinder enkel intern kan voorkomen (omwille van het gebruik van bepaalde machines) en dat er naar de buitenwereld toe geen geluidshinder vanwege de activiteiten van Navitec Marine Services NV voorkomt.
Het risico op geluidshinder kan tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt.
Op 25 maart 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig. advies. De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen opgevolgd te worden.
Het aanvraagdossier omvat een project-m.e.r.-screening, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Er wordt geoordeeld dat er geen aanzienlijke effecten zijn. Een MER is bijgevolg niet vereist.
De risico’s voor het milieu ten gevolge van de beoogde verandering worden tot een aanvaardbaar niveau beperkt.
Opgemerkt wordt dat ergens in het aanvraagdossier wordt gesteld dat men graag een vergunning voor onbepaalde duur zou verkrijgen, zonder dat men expliciet een hernieuwing van de vergunning aanvraagt. Een vroegtijdige hernieuwing van een omgevingsvergunning kan conform artikel 70 van het Omgevingsvergunningsdecreet enkel in welbepaalde gevallen aangevraagd worden, meer bepaald in het kader van een overdracht of een belangrijke verandering. Vermits deze gevallen hier niet van toepassing zijn, blijft de einddatum van de vergunning 27 juni 2022.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009, Belgisch Staatsblad 2 september 2009, laatst gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2011, Belgisch Staatsblad 2 augustus 2011) dienen te worden nageleefd voor de publiek toegankelijke delen van het gebouw, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening; in het bijzonder dienen de publiek toegankelijke delen van het gelijkvloers toegankelijk te worden uitgevoerd;
- indien de bestrating van de inrit en de parking (413 m²) niet 100% kan instaan voor de infiltreerbaarheid van het hemelwater, dient deze verharding bijkomend aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening dient in dat geval geherdimensioneerd te worden conform de gewestelijke hemelwaterverordening en aangesloten te worden op een koolwaterstofafscheider;
- de bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;
- de sandwichpanelen van het kantoorgebouw dienen uitgevoerd te worden in een lichtgrijze kleur. Toegestane RAL-kleuren zijn: 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047;
- de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden;
- de voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
23 voertuigen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
+98,20 kW |
17.1.2.2.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; |
2.950 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
600 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; |
+61,14 kW |
46.1°a) |
wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
99,75 kW |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
2 verdeelslangen |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
23 voertuigen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
108,60 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
3.000 liter |
17.1.2.2.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; |
2.950 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
6,88 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
600 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; |
191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) |
ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
60 liter |
46.1°a) |
wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
99,75 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
Geadviseerde brandweervoorwaarden
De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie van 25 maart 2020 dienen strikt te worden nageleefd. De aangepaste brandweerplannen die op 3 maart 2020 werden aangeleverd naar aanleiding van de voorbespreking met de brandweer dienen te worden nageleefd.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 januari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
21 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
25 januari 2020 |
Einde openbaar onderzoek |
23 februari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
4 juli 2020 |
Verslag GOA |
31 maart 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
25 januari 2020 |
23 februari 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009, Belgisch Staatsblad 2 september 2009, laatst gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2011, Belgisch Staatsblad 2 augustus 2011) dienen te worden nageleefd voor de publiek toegankelijke delen van het gebouw, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening; in het bijzonder dienen de publiek toegankelijke delen van het gelijkvloers toegankelijk te worden uitgevoerd;
- indien de bestrating van de inrit en de parking (413 m²) niet 100% kan instaan voor de infiltreerbaarheid van het hemelwater, dient deze verharding bijkomend aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. De infiltratievoorziening dient in dat geval geherdimensioneerd te worden conform de gewestelijke hemelwaterverordening en aangesloten te worden op een koolwaterstofafscheider;
- de bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat;
- de sandwichpanelen van het kantoorgebouw dienen uitgevoerd te worden in een lichtgrijze kleur. Toegestane RAL-kleuren zijn: 7004, 7030, 7032, 7035, 7038, 7044, 7047;
- de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden;
- de voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
Brandweervoorwaarden
De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie van 25 maart 2020 dienen strikt te worden nageleefd.De aangepaste brandweerplannen die op 3 maart 2020 werden aangeleverd naar aanleiding van de voorbespreking met de brandweer dienen te worden nageleefd.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
6.5.1° |
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; |
2 verdeelslangen |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250 kVA |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
23 voertuigen |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
108,60 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
3.000 liter |
17.1.2.2.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot 3.000 liter; |
2.950 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
6,88 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
600 liter |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; |
191,14 kW |
29.5.7.2°a)1) |
ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
60 liter |
46.1°a) |
wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. |
99,75 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. |
uiterlijk drie maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Uiterlijk zes maanden na finalisatie van het nieuwe kantoorgebouw wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de milieudienst van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2020004557. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 10 april 2020 voor een termijn van onbepaalde duur voor de stedenbouwkundige handelingen. De ingedeelde inrichting of activiteit heeft als eindtermijn 27 juni 2022, de einddatum van de lopende vergunning.