Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020019635 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mohamed mastour met als adres Stadionstraat 81 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Stadionstraat 81 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 9sectie I nr. 2409S3 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Huidige toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- uitgebreide, perceelsbrede achterbouw:
- geïsoleerd voorgevel, afgewerkt met een licht grijze crepi en buitenschrijnwerk in grijs pvc.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een eengezinswoning:
- isoleren van de voorgevel en afgewerkt met een licht grijze crepi en buitenschrijnwerk in grijs pvc.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Bij volume-uitbreiding moet de bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.
De voorziene uitbreiding van de achterbouw is niet in harmonie met de omgeving.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het verbouwen van de bestaande eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat het uitbreiden van een eengezinswoning door een bijkomende bouwlaag en een verruiming van de achterbouw op het gelijkvloers en de 1ste verdieping. De toevoeging van een extra bouwlaag is ruimtelijk aanvaardbaar. Met een verschil van 29 cm sluit de bouwhoogte aan op de bestaande bouwhoogte van het linker buurpand.
De bouwdiepte wordt uitgebreid op het gelijkvloers van 13,52m naar 15,09m en op de 1ste verdieping van 12,64 m over de helft van het perceel naar een perceelsbrede uitbouw van 12,72m diep. Deze volumeuitbreiding is niet gunstig te adviseren.
De uitbreiding op het gelijkvloers sluit niet aan op de uitbreiding van de vergunde bouwdiepte van 12,25 m van de linker woning (nr. 79). Daarenboven wordt hierdoor ook de tuin te ondiep (ca. 7,50m), wat de woonkwaliteit aantast.
Ook de perceelsbrede toename van de bouwdiepte op de 1ste verdieping is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet aanvaardbaar. De bouwdiepte sluit niet aan op de bouwdiepte van de rechterwoning (nr. 83) wat de lichtinval in de koer van deze woning sterk impacteert.
De aanvraag is daardoor onverenigbaar met een goede ruimtelijke ordening en met artikel 10 van de bouwcode, waardoor geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel is een bakstenen gevel in een gele/ beige kleur die gedetailleerd is met horizontale geledingen en ontlastingsbogen boven de ramen en deuren. Deze detailleringen werden voorzien in een lichtgroene en witte kleur. De aanvrager wenst de gevel te isoleren en af te werken in lichtgrijze crepi, waardoor de gevel volledig vervlakt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het niet wenselijk om de bestaande gedetailleerde gevel te verwijderen of onzichtbaar te maken. De gewenste gevel heeft een te grote impact op de beeldwaarde van de woning en van de straat. De omgeving wordt immers gekenmerkt door voornamelijk bakstenen gevels in een rode, bruine of gele tint. Een gevel in crepi met een grijze kleur is dus niet kenmerkend.
Het wijzigen van de gevel is in strijd met artikel 6 en 11 van de bouwcode en onverenigbaar met een goede ruimtelijke ordening. Bijgevolg wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op basis van de aangeleverde foto’s wordt vastgesteld dat de voortuin volledig verhard is aangelegd. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het wenselijk dat de voortuin zo groen en onverhard mogelijk wordt aangelegd. De verharding dient beperkt te worden tot één noodzakelijk toegangspad naar de voordeur. De achtertuin, die door de uitbreiding van de achterbouw in oppervlakte wordt beperkt, wordt door de aanleg van een terras van 4 meter diep, voor het merendeel verhard. Zowel de voor- als de achtertuin dienen beperkt te worden van verharding.
Een groene voortuin heeft namelijk een aangenamer uitzicht in de straat. Door beide tuinen maximaal te ontharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt.
Er wordt opgemerkt dat de aanvraag niet voldoet aan artikel 40 en 41 van de bouwcode. Er wordt geen gescheiden rioolstelsel aangeboden aan de straat. Bij een nieuwe aanvraag dient de aanvrager 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer gescheiden aan te bieden aan de straat. Verder voldoet de aansluiting niet aan de opgestelde voorwaarden in artikel 41. De aanvraag dient ook hieraan te voldoen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
25 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 mei 2020 |
Verslag GOA |
6 april 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.