Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019159505 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Mohammed El Jattari met als adres De Manstraat 81 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Turnhoutsebaan 204 te 2100 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nrs. 42D2 en 42E2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen en herbouwen van handelspand met eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/10/2019: weigering (20191875) voor het slopen en herbouwen van handelspand met eengezinswoning;
- 19/04/1967: vergunning (627#24391) voor het plaatsen van reclame;
- 04/06/1934: vergunning (329#11023) voor het bouwen van open loodsen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- gesloten bebouwing met handelsruimte, magazijnen en geïntegreerde eengezinswoning;
- volume:
- gevel:
Huidige toestand
- conform vergunde toestand.
Gewenste toestand
- nieuwbouw met kantoorfunctie op het gelijkvloers en eengezinswoning op de verdieping. Beide functies hebben een aparte toegang, maar worden enigszins verweven aan de tuinzone;
- volume:
- gevel:
- beukenboom in de achtertuin.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande eengezinswoning met handelsgelijkvloers;
- bouwen van een pand met kantoor op het gelijkvloers en eengezinswoning op de verdieping;
- met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woning zijn volgende gegevens beschikbaar: 4-slaapkamerwoning met een netto-oppervlakte van circa 245 m².
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
13 januari 2020 |
24 februari 2020 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
13 januari 2020 |
14 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
13 januari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn |
13 januari 2020 |
28 januari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
13 januari 2020 |
4 februari 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
13 januari 2020 |
5 februari 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
13 januari 2020 |
13 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
13 januari 2020 |
29 januari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Provenciaal Groendomein Rivierenhof, goedgekeurd op 25 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: parkgebied: wonen-park
.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 5 Parkgebied: wonen-park:
de gebouwen dienen te bestaan uit maximaal 2 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 7,0 m voor de voorbouw. In geval van schuine of gebogen daken bedraagt de nokhoogte maximaal 12,0 m. De gewenste voorbouw heeft een kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk 8,9 m en 13,4 m.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de voorschriften opgenomen in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voorliggende aanvraag voorziet in een kroonlijsthoogte van 8,90 m. De maximaal toegelaten kroonlijsthoogte is 7 m. Een afwijking op deze voorschriften betreffende afmetingen kan worden toegestaan na openbaar onderzoek. De kroonlijst heeft ongeveer dezelfde hoogte als de linkerbuur (circa 9 m). In harmonie met de aanpalende aan deze zijde van de straat verspringen de kroonlijsten in hoogte ten opzichte van elkaar. De hoogte van 8,90 m is dan ook stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft een nieuwbouw van een woning met een kantoorfunctie op het gelijkvloers. Het gebouw is qua functie in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De parkeerbehoefte van het woongedeelte is 1. De parkeerbehoefte van de commerciële ruimte is te verwaarlozen door de beperkte grootte en de gerichtheid op de onmiddellijke omgeving.
|
De plannen voorzien in 1nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er is een autostalplaats voorzien in de garage.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
|
Fietsvoorzieningen:
Er worden 5 fietsstalplaatsen in een fietsenberging in de tuin voorzien voor de woning boven het winkelpand. Naast de garage is plaats voor een aantal fietsen van bezoekers van de winkel.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuwbouw wordt voorzien aan de zijde van de straat, dat gekenmerkt wordt door gebouwen van 2 bouwlagen met een hellend dak. In voorliggende aanvraag wordt een nieuwbouwvolume voorzien van eveneens 2 bouwlagen onder een hellend dak. De maximale bouwdieptes van het gelijkvloers en verdieping zijn respectievelijk 18 m en 12 m. Het nieuw volume is qua bouwlagen en bouwdieptes in overeenstemming met de voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
De bestaande achterbouw aan de linker perceelgrens wordt deels gesloopt en in gebruik genomen als losstaand bijgebouw. De oppervlakte van het bijgebouw is ongeveer 50 m² en wordt voorzien van een groendak. Gezien de bestaande bebouwing in de achtertuin grotendeels gesloopt wordt waardoor meer open ruimte voorzien wordt en het voorgesteld losstaand bijgebouw niet storend is voor de landschappelijke omgeving langs Ter Rivierenhof zijn de werken stedenbouwkundig aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt afgewerkt met een lichtgrijs bepleistering en voorzien van zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het hellend dak wordt voorzien van grijze dakpannen. De voorgestelde gevelafwerking is niet storend voor de omgeving en is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Aan de voorgevel ter hoogte van het gelijkvloers is een terugsprong voorzien van ongeveer 2 m diep en 5,20 m breed. Volgens de voorschriften van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn dergelijke terugsprongen van de gelijkvloerse verdieping langs de openbare wegenis toegelaten, echter dient deze voldoende verlicht te worden. Aan de hand van de tekeningen is het onduidelijk of de insprong van verlichting is voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
De achtergevel wordt eveneens uitgevoerd in een lichtgrijze bepleistering en voorzien van zwart aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context kan de gevelafwerking aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Tijdens de procedure werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke groendienst. Deze dienst geeft een voorwaardelijk gunstig advies:
“De bomen in het park het Rivierenhof achter de perceelsgrens dienen beschermd te worden tijdens de werken. Dit houdt in dat er een hekwerk in de tuin wordt gezet om materiaalopslag op de wortels (in de tuinzone) en takbreuk te vermijden.” Dit wordt mee opgenomen als voorwaarde bij de vergunning.
De plannen voorzien twee dakterrassen en een buitentrap van de eerste verdieping naar de achtertuin. De terrassen en de buitentrap voldoen aan artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek inzake zichten op het naastliggend goed, waardoor geen hinder ontstaat inzake privacy.
Bijgevolg voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot en zijn de werken, mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de gelijkvloerse insprong aan de voorgevel van verlichting voorzien;
2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
3. de voorwaarde van De Lijn strikt na te leven;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
5. de bomen in het park het Rivierenhof achter de perceelsgrens dienen beschermd te worden tijdens de werken. Dit houdt in dat er een hekwerk in de tuin wordt gezet om materiaalopslag op de wortels (in de tuinzone) en takbreuk te vermijden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 december 2019 |
Volledig en ontvankelijk |
13 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
21 januari 2020 |
Einde openbaar onderzoek |
19 februari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
26 juni 2020 |
Verslag GOA |
3 april 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
21 januari 2020 |
19 februari 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de gelijkvloerse insprong aan de voorgevel van verlichting voorzien;
2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
3. de voorwaarde van De Lijn strikt na te leven;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
5. de bomen in het park het Rivierenhof achter de perceelsgrens dienen beschermd te worden tijdens de werken. Dit houdt in dat er een hekwerk in de tuin wordt gezet om materiaalopslag op de wortels (in de tuinzone) en takbreuk te vermijden.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.