Terug
Gepubliceerd op 25/07/2020

2020_CBS_05894 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met nieuwe wegen en/of grondafstand - OMV_2020020600. District Deurne. Eduard Van Steenbergenlaan 4 - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05894 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met nieuwe wegen en/of grondafstand - OMV_2020020600. District Deurne. Eduard Van Steenbergenlaan 4 - Goedkeuring 2020_CBS_05894 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met nieuwe wegen en/of grondafstand - OMV_2020020600. District Deurne. Eduard Van Steenbergenlaan 4 - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16/03/2020

14/04/2020

0

0

0

0

18/05/2020

07/06/2020

0

0

0

0

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer:

OMV_2020020600

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Bernaerts & Palmans met als adres Gustaaf Peetersstraat 62 te 2520 Ranst

Eigenaars:

Sonja Nys met als adres Pater Nuyenslaan 37 te 2970 Schilde

Ligging van het project:

Eduard Van Steenbergenlaan 4-6 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32 sectie B nrs. 557V2 en 557C4

Vergunningsplichten:

verkavelen van gronden

Voorwerp van de aanvraag:

afsplitsen van een lot voor woningbouw

Omschrijving aanvraag

Relevante voorgeschiedenis 

  • 17 juni 1970: vergunning (19704177) voor het bouwen van een woning. 

Vergunde/vergund geachte toestand 

  • woning op huisnummer 6. 

Huidige toestand 

  • twee percelen met een totale oppervlakte van 535 m² die toebehoren aan eenzelfde eigenaar;
  • eengezinswoning op huisnummer 6:
    • type gesloten bebouwing;
    • drie bouwlagen, plat dak;
    • bruine gevelsteen;
    • voortuinstrook 5 meter diep;
  • houten tuinhuis. 

Gewenste toestand 

  • bouwgrond met een oppervlakte van 313 m² voor woningbouw:
    • eengezinswoning/meergezinswoning;
    • type halfopen bebouwing;
    • maximum 3 bouwlagen, plat dak;
    • maximum bouwdiepte 13 meter op alle bouwlagen;
    • voortuinstrook 5 meter diep;
    • zijtuinstrook 3 meter breed met mogelijkheid tot het bouwen van een carport;
  • afbreken van een houten tuinhuis. 

Inhoud van de aanvraag 

  • verkavelen van een perceel in 1 lot voor woningbouw.

Argumentatie

De gemeenteraad besliste in zitting van 29 juni 2020 (jaarnummer 376) om zijn goedkeuring te hechten aan de gedeeltelijke opheffing van buurtweg 14 zoals voorgesteld op het plan 'grafisch plan aanpassing BW 14'.

Het college neemt kennis van onderstaand verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.  

Adviezen 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

5 maart 2020

14 april 2020

Gunstig

Fluvius System Operator

5 maart 2020

11 maart 2020

Gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

5 maart 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

PROXIMUS

5 maart 2020

12 maart 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen

5 maart 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

5 maart 2020

10 maart 2020

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

5 maart 2020

14 april 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

5 maart 2020

9 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.  

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6: de aanvraag moet in harmonie zijn met de omgeving wat betreft de afwerkingsmaterialen van de gebouwen;
  • artikel 27§3: de verkavelingsvoorschriften laten meer oppervlakte aan constructies en verharding in de tuin toe dan bepaald in dit artikel. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.  
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.  

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

Normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod

Niet van toepassing. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Wat betreft artikel 6 van de bouwcode: zie Visueel-vormelijke elementen. 

De voorschriften laten verhardingen en constructies, zoals paden, terrassen, zwembad en een bijgebouw toe. Conform artikel 27 van de bouwcode dienen mogelijke bebouwing en verhardingen in de tuinzone beperkt te worden tot een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte. 

Functionele inpasbaarheid 

De aanvraag omvat het verkavelen van een grond. Er wordt 1 lot aangeboden voor woningbouw. De beoogde functie ‘wonen’ is inpasbaar in de omgeving. Zowel eengezinswoning als meergezinswoning wordt toegelaten als hoofdbestemming. 

Het voorzien van een woning sluit aan bij de kenmerkende woonfuncties aanwezig op de omliggende percelen in de Eduard Van Steenbergenlaan. 

Als nevenbestemming zijn functies toegelaten complementair aan het wonen, zoals voorzien in de voorschriften van de verkaveling. Het wonen geeft de hoofdtoon aan en blijft zonder meer de hoofdbestemming. 

In de tuinzone mogen volgens de voorliggende voorschriften bijgebouwen (bergplaats of tuinhuis) worden opgericht. Deze zijn inherent verbonden met de hoofdbestemming van het hoofdgebouw.  

De toegelaten functies zijn in overeenstemming met de bestemming als woongebied van het perceel. 

Mobiliteitsimpact 

De aanvraag omvat slechts 1 lot waarop enkel functies zijn toegelaten die weinig verkeer met zich meebrengen. In de aanvraag wordt een carport toegelaten in de zijtuinstrook. Gelet op het feit dat een carport niet kenmerkend is in de straat en directe omgeving, en dat een dergelijke constructie voor hinder zorgt op de naastliggende tuinen, is het voorzien van een carport niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.  

Een autostalplaats moet inpandig in het hoofdvolume worden voorzien. Dit zal echter in strijd zijn met artikel 12 §1 en §3 van de bouwcode. Voor de woning is een maximale voorgevelbreedte van 6,96 meter (kleiner dan 8 meter) toegelaten, wat het onmogelijk maakt een levendige plint te voorzien. Hier kan, rekening houdend met de onmiddellijke omgeving dat overwegend bestaat uit bel-étagewoningen met voorgevelbreedtes van minder dan 8 m waarin een garagepoort aanwezig is, een inpandige garage toegelaten worden met een maximum poortbreedte van 3 meter. De voorwaarde is wel dat op de bovenliggende verdiepingen levendige functies worden ingericht aan de straatzijde. Dit wordt aangepast in de voorschriften van de verkavelingsaanvraag. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid 

De aanvraag betreft een perceel gelegen in een gebied gekenmerkt door halfopen en gesloten bebouwing. De bebouwing in de straat bestaat uit drie bouwlagen met een plat dak.  

De voorschriften laten bebouwing van drie bouwlagen onder plat dak toe. De voorgevelbouwlijn ligt in het verlengde van de naastliggende woningen. De achtergevellijn ligt op minimum 9 m en maximum 13 m uit de voorgevel. De woning wordt voorzien van een zij- en achtertuin. De voortuinstrook is ongeveer 5 meter diep. Voor de kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw wordt maximaal 9 m voorgesteld.  

Het voorgestelde volume past in de bestaande straatwand en het gabarit van de naastliggende woning. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving. 

Visueel-vormelijke elementen 

De gevelmaterialen van het hoofdgebouw dienen conform artikel 6 van de bouwcode in harmonie te zijn met de omgeving. De voorgevels in de straat zijn overwegend afgewerkt met metselwerk. In de voorschriften van de verkavelingsaanvraag worden de toegelaten materialen aangepast naar metselwerk, eventueel te combineren met natuursteen.  

De voorgestelde voorschriften leggen een afwerking op voor de bijgebouwen in hetzelfde materiaal als het hoofdgebouw of met hout. 

Bodemreliëf 

Het gaat om een nagenoeg vlak terrein. Reliëfwijzigingen zijn enkel toegelaten om de bestaande niveauverschillen met de (openbare) wegenis op te heffen of te verkleinen of voor het bouwen van een eventuele kelderverdieping. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. De woongelegenheden in het project dienen voldoende wooncomfort te bieden.

Een netto-vloeroppervlakte kleiner dan 60 m² (vanaf 35 m²) kan hoogstens een studio herbergen.

Een netto-vloeroppervlakte kleiner dan 80 m² (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.

Een netto-vloeroppervlakte kleiner dan 110 m² (vanaf 80 m²) kan hoogstens een tweeslaapkamerappartement herbergen.

Een netto-vloeroppervlakte kleiner dan 130 m² (vanaf 110 m²) kan hoogstens een drieslaapkamerappartement herbergen. 

Advies aan het college

Aan het college wordt voorgesteld om de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde voorwaarden

  1. de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en aangevuld:
    • het voorschrift wat betreft ‘Hoofdbestemming hoofdgebouw’ (artikel 1.1.A.) wordt aangevuld met de bepaling dat 
      • een autostalplaats inpandig in het hoofdvolume moet worden voorzien met een maximum poortbreedte van 3 meter;
      • er op de bovenliggende verdiepingen aan de straatzijde levendige functies moeten worden ingericht;
    • in het voorschrift wat betreft ‘Verschijningsvorm hoofdgebouwen’ (artikel 2.1.D.) worden baksteen geverfd in lichte kleuren of sierbepleistering en de combinatie met hout en metaal geschrapt en worden de afwerkingsmaterialen voor schuine daken geschrapt;
    • in het voorschrift wat betreft ‘Inplanting bijgebouwen’ (artikel 2.2.A.) worden de bepalingen over de carport geschrapt en het artikel wordt aangevuld met de bepaling dat de oppervlakte aan verhardingen en constructies beperkt moet blijven tot maximum 1/3 van de totale tuinoppervlakte;
    • het voorschrift wat betreft ‘Duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten’ (artikel 2.3.) wordt aangevuld met de bepaling dat de oppervlakte aan verhardingen en constructies beperkt moet blijven tot maximum 1/3 van de totale tuinoppervlakte.

Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Er lijkt immers een tegenstrijdigheid te bestaan in de aangepaste verkavelingsvoorschriften. Enerzijds vermeldt voorschrift 1.1.A dat een autostaanplaats inpandig moet voorzien worden (in lijn met de algemeen aanwezige context in de nabije omgeving), anderzijds vermeldt voorschrift 1.3 dat het niet-bebouwde gedeelte ook een private parking tot de mogelijkheden van verharding kan behoren.

Het college sluit zich aan bij de beoordeling van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, die stelt dat een autostaanplaats/carport in de zijtuinstrook hier niet wenselijk is, gelet op de impact ervan op de tuinzone van het naastgelegen rechtse buurpand. Het college wenst evenwel de openheid te laten aan de aanvrager om een inpandige garage te voorzien, dan wel een autostaanplaats in de voortuin aan te leggen.

Het college geeft de opdracht aan de gemeentelijke omgevingsambtenaar om de verkavelingsvoorschriften in deze zin nog aan te passen. Het gaat dan (o.m.) om volgende aanpassingen:

  • In voorschrift 1.1.A ‘Hoofdbestemming hoofdgebouw(en)’ dient het volgende aangepast te worden: “Eengezins- of meergezinswoning met inbegrip van zorgwoningen. Een autostalplaats kan inpandig in het hoofdvolume worden voorzien met een maximum poortbreedte van 3 meter. Op de bovenliggende verdiepingen moeten levendige functies worden ingericht aan de straatzijde.”
  • Voorschrift 1.3 ‘Verhardingen’ aan te passen als volgt: De verharding van niet bebouwde perceelsdelen op privaat terrein moet worden beperkt tot opritten, paden, terrassen en private parking. Een autostaanplaats in open lucht kan enkel voorzien worden in de voortuinstrook.
  • In voorschrift 2.2.A ‘Inplanting’ werd het luik aangaande de carport geschrapt. De toelichting vermeldt evenwel nog steeds dat een carport in de zijtuinstrook is toegelaten. Dit dient conform het bijgestelde voorschrift mee aangepast te worden.
  • Voorschrift 2.4.2. ‘Verhardingen’ is aan te passen in lijn met voorschrift 1.3 ‘Bestemming niet bebouwd gedeelte’: “Verhardingen moeten beperkt blijven tot de bouwzone voor hoofdgebouwen. Noodzakelijke verhardingen voor tuinpaden, terrassen, oprit en/of autostaanplaats mogen voorzien worden met waterdoorlaatbare en opbreekbare materialen. Een autostaanplaats in open lucht kan enkel voorzien worden in de voortuinstrook.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 februari 2020

Volledig- en ontvankelijk

5 maart 2020

Start 1e openbaar onderzoek

16 maart 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

14 april 2020

Start laatste openbaar onderzoek

18 mei 2020

Einde laatste openbaar onderzoek

7 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

29 juni 2020

Uiterste beslissingsdatum

16 oktober 2020

Verslag GOA

9 juni 2020

naam GOA

Katrine Leemans

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

  • de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en aangevuld:
    • het voorschrift wat betreft ‘Hoofdbestemming hoofdgebouw’ (artikel 1.1.A.) wordt aangevuld met de bepaling dat:
      • een autostalplaats inpandig in het hoofdvolume kan worden voorzien met een maximum poortbreedte van 3 meter;
      • er op de bovenliggende verdiepingen aan de straatzijde levendige functies moeten worden ingericht;
    • het voorschrift 1.3 wat betreft ‘Verhardingen’ aan te vullen met de bepaling dat een autostaanplaats in open lucht enkel voorzien kan worden in de voortuinstrook.
    • in het voorschrift wat betreft ‘Verschijningsvorm hoofdgebouwen’ (artikel 2.1.D.) worden baksteen geverfd in lichte kleuren of sierbepleistering en de combinatie met hout en metaal geschrapt en worden de afwerkingsmaterialen voor schuine daken geschrapt;
    • in het voorschrift wat betreft ‘Inplanting bijgebouwen’ (artikel 2.2.A.) worden de bepalingen over de carport geschrapt en het artikel wordt aangevuld met de bepaling dat de oppervlakte aan verhardingen en constructies beperkt moet blijven tot maximum 1/3 van de totale tuinoppervlakte;
    • het voorschrift wat betreft ‘Duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten’ (artikel 2.3.) wordt aangevuld met de bepaling dat de oppervlakte aan verhardingen en constructies beperkt moet blijven tot maximum 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
    • Het voorschrift 2.4.2 wat betreft ‘Verhardingen’ wordt aangevuld met de bepaling dat ook een autostaanplaats als noodzakelijke verharding kan worden beschouwd, maar dat deze enkel voorzien kan worden in de voortuinstrook.

Artikel 3

Het college beslist de bijgevoegde plannen goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.