Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020063580 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Paolo Favero met als adres De Vrièrestraat 27 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Vrièrestraat 27 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nrs. 0 en 3569Y |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/10/2019: weigering (20192338) voor het opdelen van een woning in 2 appartementen;
- 28/11/1934: vergunning (18#1649) bijbouwen kamer.
Vergunde toestand
- eengezinswoning;
- herenwoning van 3 bouwlagen plus een mansardeverdieping met een zij/achterbouw van 2 bouwlagen onder plat dak, gelegen op een hoek.
Huidige toestand
- herenwoning opgedeeld in 2 woonentiteiten;
- vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID 208272) ‘Drie Rentenierswoningen’;
- schrijnwerk in pvc;
- verwijderde bossage in tuinmuur/garage langs Coquilhatstraat.
Gewenste toestand
- gerenoveerd inventarispand ingericht als eengezinswoning
- gewijzigde gevels.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en renoveren van een eengezinswoning:
- er worden extra en gewijzigde raamopeningen voorzien in de zij- en achtergevel in aluminium schrijnwerk;
- wijzigen van de voorgevels:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 5 juni 2020 | 13 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een ééngezinswoning. Wonen is kenmerkende in de omgeving en de aanvraag is dan ook functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het aantal woongelegenheden ten opzichte van de vergunde toestand blijft ongewijzigd. Er worden ook geen volumewijzigingen voorzien. De aanvraag kan daarom om dit aspect gunstig geadviseerd worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De werken situeren zich in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Om deze redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is gunstig onder voorwaarden en luidt als volgt:
“Ensemble van drie neoclassicistische burgerhuizen op de hoek van de De Vrièrestraat en de Coquilhatstraat, samen met het aangepaste huis op nr. 31 gebouwd als rentenierswoningen voor de heer Bloch naar een ontwerp van Guillaume Van Oenen van 1896.
De woningen in de De Vrièrestraat tellen drie bouwlagen, het huis in de Coquilhatstraat maar twee onder mansardedak, om daar aan te sluiten bij de lagere huizenrij. Hoekpand (nr. 27) onder leien mansardedak, twee traveeën in de De Vrièrestraat en twee brede traveeën in de Coquilhatstraat, met aansluitend een lagere achterbouw en tuinmuur. Lijstgevels met houten kroonlijst op klossen en modillons, hardstenen plint, verzorgde neoclassicistische bepleistering met imitatievoegen, kordons, driehoekige frontons als bekroning van de tweede bouwlaag, rechthoekige muuropeningen.
De woningen op nrs. 29 en 31 zijn spiegelende enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak en sluiten qua parement aan bij het hoekpand, met centrale balkons op de verdiepingen; de gevel van nr. 31 is volledig vervlakt. De lijstgevel van de woning in de Coquilhatstraat nr. 24 heeft een andere detaillering, maar heeft eveneens imitatievoegen over de hele gevel; fraai centraal dakvenster geflankeerd door oeils-de-boeuf. Schrijnwerk grotendeels bewaard. Het schrijnwerk van het hoekpand nummer 27 is vervangen door a-typisch geprofileerd schrijnwerk in pvc. De tuinmuur met garage in de Coquilhatstraat is van zijn bossage ontdaan. Het lijkt alsof deze ingrepen onvergund gebeurden.
Het complex in kwestie heeft een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde in de zuidwijk. Het behoort tot de authentieke bebouwing, nl typisch eind 19de-eeuwse burgerwoningen. Dezelfde vorm en structuur als moment van ontstaan zijn nog afleesbaar. Bovendien werd het linkerpand samen opgetrokken met de buurpanden nr. 29 en 31 en het pand in de Coquilhatstraat 24. Het behoud van dit neoklassiek ensemble staat voorop gelet op het behoud van het karakter van de zuidwijk. Het grondplan conformeert zich aan de 19de-eeuwse standaardplattegrond met enfilades van salons bezijden een trappenhal met functionele ruimtes achteraan. Het is niet duidelijk of er nog waardevolle interieurelementen zoals binnendeuren, schouwen, lijstplafonds bewaard bleven. Op de plannen bestaande toestand werd geen enkele schouw weergegeven.
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar voor de interne werkzaamheden. Deze houden rekening met de planopbouw en de oorspronkelijke indeling. De nog aanwezig interieurelementen waaronder lijstplafonds, schouwen, parketvloeren, lambrisering, stucwerk, binnenschrijnwerk… dienen bewaard.
Het pand heeft een stadslandschappelijke waarde. Enerzijds wordt er ingezet op het behoud van volume, schaal en korrel. Anderzijds is bijzondere aandacht voor de gevel.
Gezien de architecturale en esthetische waarde van het herenhuis worden voorwaarden opgelegd met betrekking tot het buitenschrijnwerk in de voorgevel en het gevelparement.
- Het pvc schrijnwerk (ramen en voordeur) dient uitgesloten uit de vergunning en vervangen naar oorspronkelijk model (materiaal, profilering en afwerking). Zowel de profilering als de materialisatie doen afbreuk aan de belevings- en beeldwaarde van dit waardevolle inventarisgeheel. Het plaatsen van correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk zal het beeldbepalend karakter versterken. Detailtekeningen dienen aangeleverd aan de stedelijke dienst monumentenzorg voor bestelling. Indien gewenst kunnen wij typedetails aanleveren.
- Er wordt bekeken of de bossage op de tuinmuur met garage ter hoogte van de Coquilhatstraat kan hersteld worden zodat deze opnieuw aansluit bij het hoofdvolume (zoals in de vergunde toestand).”
Dit advies is gelijkaardig aan het verleende advies in het kader van de aanvraag met dossiernummer 20192338 voor dit perceel. Net zoals bij voorgaand dossier wordt het advies vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Alle wijzigingen aan de voorgevels worden uitgesloten van vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wenst de bestaande keuken achteraan rechts op de eerste verdieping te verbouwen naar een wintertuin die dienst kan doen als bureauruimte. Deze ingreep verbetert de woon- en leefkwaliteit van de woning.
Het terras achteraan op de eerste verdieping is in hoofdzaak gelegen aan de straatzijde. Aan de kant van het binnengebied is een groenbuffer voorzien. Hierdoor wordt inkijk naar omliggende eigendommen en achtergevels tot een minimum beperkt. Het terras is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
2. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevels.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 5 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 augustus 2020 |
Verslag GOA | 13 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
2. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevels.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.