2020_CBS_06270 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020049653. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-     Op 26 augustus 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/77990-91/142) voor de tussenopslag van chemisch afval – bouw E503.

-     Op 28 mei 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2014648) voor G900 – het aanleggen van een montageplein. 

-     Op 17 oktober 2019 verleende de deputatie een omgevingsvergunning (OMV_2019104018) voor het bouwen van een nieuwe RX-bunker op blokveld G900. 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het bouwen van een milieupark, waaronder:

-     het aanleggen van een verharding; 

-     het bouwen van een luifel; 

-     het plaatsen van een omheining. 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 9 december 2010 verleende de deputatie van de provincie een milieuvergunning voor de verdere exploitatie en verandering van een chemische opslagplaats, horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 5 juli 2027.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de verplaatsing van de chemische opslagplaats (milieupark).

Aangevraagde rubrieken

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Scheldelaan ten westen van de aanvraag– Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Scheldelaan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 390 meter ten westen van de aanvraag loopt tevens een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

Op minimaal circa 440 meter ten westen van de aanvraag bevindt zich, buiten de afbakeningslijn van het zeehavengebied Antwerpen, de bestemming Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur.

Op circa 360 meter ten noordwesten van de aanvraag is binnen de afbakening van het zeehavengebied het GRUP Hoogspanningslijn Lillo – Zandvliet (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009, deels vernietigd door de Raad van State op 29 juni 2011) nog van toepassing met als bestemming Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op de aspecten hergebruik en infiltratie. Aangezien er geen mogelijkheden tot recuperatie zijn, wordt er geen hemelwaterput voorzien. Het hemelwater wordt echter wel via het brakwater afgevoerd dat ter hoogte van het blokveld G900 een open gracht betreft waar het hemelwater op natuurlijk wijze in de bodem kan infiltreren. De overloop van de gracht gaat naar koelwatercircuit waar het hemelwater hergebruikt wordt als koelwater. Het hemelwater wordt dus in zekere mate wel hergebruikt, al gebeurt dit niet via opvang in een hemelwaterput.

De aanvraag voorziet een aanneembare oplossing om tegemoet te komen aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening. De afwijkingen op vlak van realisatie van een hemelwaterput en van een infiltratievoorziening kunnen gunstig geadviseerd worden.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Sectorale wetgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 6.933 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 27 mei 2020 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 14836. Er is een correct verband tussen de aangevraagde ingrepen en deze die worden vermeld in de archeologienota. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen

In het westen van een grootschalige industriële bedrijfssite in het noorden van de Antwerpse haven wordt, op een deels ontwikkeld blokveld (G900), een nieuw milieupark voorzien. Dit nieuwe milieupark dient ter vervanging van het reeds bestaande milieupark (E503 en E509) dat gelegen is op blokveld E500 op dezelfde bedrijfssite.

Voor het nieuwe milieupark wordt een verharding aangelegd en een luifel gebouwd. De nieuwe verharding heeft een totale oppervlakte van circa 6.467 m². De verharding van de zones waar afval wordt opgeslagen in afvalcontainers (zones 1, 2 en 3) wordt aangelegd in beton. De overige verharding wordt aangelegd in asfalt.

In het zuidwesten van het milieupark wordt een luifel gebouwd waaronder afval wordt opgeslagen. De luifel wordt gefundeerd op een betonnen funderingsplaat met aan de noord-, zuid- en westzijde opstaande wanden met een hoogte van circa 1,1 meter. De funderingsplaat fungeert hierdoor eveneens als inkuiping en heeft een oppervlakte van circa 300 m² (30 meter x 10 meter). De luifel wordt opgetrokken in staal en de westgevel en een deel van de noord- en zuidgevels worden afgewerkt met grijze metalen beplating. De luifel heeft een maximale hoogte van circa 5,9 meter.

Tevens wordt rondom het milieupark een omheining geplaatst. De omheining sluit aan op een reeds bestaande omheining waardoor de bestaande en de nieuwe constructies op het blokveld G900 één geheel vormen. De omheining heeft een hoogte van 2 meter en wordt uitgevoerd in een groene kleur. Aan de noord- en oostzijde worden twee toegangspoorten in staal voorzien.

Het nieuwe milieupark dient ter vervanging van een bestaand milieupark en maakt de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. De aanvraag past zich functioneel in binnen het industrieveld.

Opgemerkt wordt dat de sloop van de verhardingen en constructies van het bestaande milieupark geen voorwerp uitmaken van voorliggende aanvraag. De aanvrager heeft via informele communicatie laten weten dat de afbraakwerken zullen gekoppeld worden aan de aanvraag van nieuwe constructies (leidingbruggen en warmtewisselaar) die op dezelfde locatie ingepland worden. In afwachting van deze afbraakwerken zullen de bestaande constructies en verhardingen geen nieuwe functie krijgen. Geadviseerd wordt om de bestaande constructies en verhardingen te verwijderen indien, nadat het nieuwe milieucontainerpark aangelegd en operationeel is, het te verlaten milieupark in de nabije toekomst geen nieuwe functie krijgt.

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag kadert in de verdere ontwikkeling van een industrieel bedrijf. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

BASF baat op blokvelden E503 en E509 een chemische op- en overslagplaats uit voor de tijdelijke opslag van afvalstoffen in afwachting van een regelmatige afvoer (milieupark).

Met onderhavige aanvraag wenst men het milieupark te verhuizen naar blokveld G900. In grote lijnen blijft de werkwijze en de opzet hetzelfde, behoudens enkele optimalisaties en wijzigingen die zich weerspiegelen in een nieuw werkplan en een aanpassing van hoeveelheden in de betrokken rubrieken. Het betreft de op- en overslag van afvalstoffen die niet aan verwerking verbonden zijn (uitbreiding met 12,3 ton tot een totaal van 111,8 ton), de opslag van 43.200 liter brandbare afvalvloeistoffen (afname met 46.800 liter) en de opslag van gevaarlijke afvalstoffen (+ 32,8 ton tot 132,6 ton).

Het nieuwe milieupark is ingedeeld in verschillende zones waar de afvalstoffen worden opgeslagen in afwachting van periodieke afvoer:

- overdekte en afsluitbare opslag voor (zeer) ontvlambare, brandbare, (zeer) giftige, schadelijke, corrosieve, oxiderende, milieugevaarlijke, lange termijn schadelijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen in vaten, dozen, boxen of IBC’s;

- boxen voor defecte TL-lampen;

- containers, waarin afvalstoffen in bulk opgeslagen worden;

- een overdekte stapelplaats (shelter) voor diverse afvalstoffen (toners, AEEA, droge batterijen, afgedraaide olie …);

- opslagplaats voor vertrouwelijk papier.

In het opgestelde werkplan wordt beschreven dat de verpakte gevaarlijke afvalstoffen in een gesloten en gecompartimenteerde opslag geplaatst worden die zodanig zijn opgebouwd en ingedeeld dat steeds voldaan wordt aan de afstandsregels.

Het milieupark is voorzien van een vloeistofdichte asfaltlaag. Onder de gesloten opslag, de overdekte stapelplaats en de afzetcontainers is een betonnen ondergrond voorzien. De gesloten opslag van verpakte afvalstoffen is inwendig voorzien van lekbakken en is overdekt opgesteld. De overdekte stapelplaats is uitgerust met een vloeistofdichte lekbak om eventuele lekkages ter plaatse op te vangen. Het hemelwater dat op het milieupark valt, wordt na passage over een KWS-afscheider, in een regenwaterkanaal geloosd. Bij calamiteiten en/of blusactiviteiten wordt de afloop afgesloten en dienen de vloeistofdichte ondergrond en opstaande randen als opvang voor het regenwater, verontreinigd restwater en bluswater. Dit potentieel verontreinigd water zal vervolgens worden opgezogen en naar een externe verwerker getransporteerd worden.

In het dossier wordt weergegeven dat de vergunde opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijk schroot (75 ton) niet langer van toepassing. De opslag van 500 liter butaan en 1.500 liter zuurstof is evenmin nog van toepassing en kan ook uit de vergunning geschrapt worden.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

Aandachtspunt: de bestaande constructies en verhardingen van het te verlaten milieupark te verwijderen indien, nadat het nieuwe milieucontainerpark aangelegd en operationeel is, het in de nabije toekomst geen nieuwe functie krijgt.

Geadviseerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.