Terug
Gepubliceerd op 27/07/2020

2020_CBS_06281 - Omgevingsvergunning - OMV_2020042411. Spillemansstraat 70. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06281 - Omgevingsvergunning - OMV_2020042411. Spillemansstraat 70. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06281 - Omgevingsvergunning - OMV_2020042411. Spillemansstraat 70. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020042411

Gegevens van de aanvrager:

de heer Wannes Van den Bossche met als adres Spillemansstraat 70 bus 301 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

Spillemansstraat 70 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 26 sectie B nr. 905N9

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

voorzien van een teruggetrokken daklaag voor het onderliggende appartement

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/12/1931: toelating (1399#13042) voor vergrotings- en veranderingswerken.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak.

Huidige toestand

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte van 13,07 meter;

-          gevels voorzien in rood metselwerk en houten buitenschrijnwerk gedragen door een plint in lichtgrijs geschilderde cementering.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder plat dak en een teruggetrokken daklaag;

-          kroonlijsthoogte van 13,07 meter en een totale hoogte van 15,97 meter;

-          gevels voorzien in rood metselwerk gedragen door een plint in lichtgrijs geschilderde cementering. Teruggetrokken daklaag uitgevoerd in licht vergrijsd hout en zwart geplooid aluminium. Houten buitenschrijnwerk voor de eerste 3 bouwlagen en zwart aluminium buitenschrijnwerk op de bovenste 2 verdiepingen.

Inhoud van de aanvraag

-          voorzien van een teruggetrokken daklaag als uitbreiding van het onderliggende appartement;

-          inrichten van een dakterras en een groen dak;

-          aanpassen van het buitenschrijnwerk ter hoogte van de 3de verdieping;

-          de onderliggende gevel en verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

2 juni 2020

7 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: het nieuwe zwarte aluminium buitenschrijnwerk op de 3de verdieping is niet in harmonie met het gevelgeheel;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuren met zowel de linker als de rechter aanpalende hebben geen opstand van 0,30m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt verbouwingen aan een bestaande meergezinswoning met behoud van de bestemming in kwestie waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Op het bestaande gebouw met 4 bouwlagen wordt een teruggetrokken daklaag met groendak geplaatst. Vanuit het oogpunt schaal en ruimtegebruik is het toevoegen van de voorgestelde daklaag stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het betreft een hoekgebouw dat grenst aan een plein, waardoor de verhoging aanvaard kan worden. De schaal van het gebouw wordt niet overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe uitbouw wordt grotendeels voorzien in een houten gevelafwerking met een licht vergrijsde kleur. De afwerking van de afvoerkanalen wordt voorzien in geplooid aluminium in een zwarte kleur. Het buitenschrijnwerk (ramen, deuren, dakrand,…) wordt voorzien in zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het dakvolume heeft geen negatieve invloed op de beeldwaarde van het gebouw en de straat. Ook vanop het plein is deze beperkte uitbouw visueel niet storend en aanvaardbaar.

De aanvraag voorziet eveneens het wijzigen van het buitenschrijnwerk op de 3de verdieping van hout naar zwart aluminium. De onderliggende bouwlagen behouden hun houten buitenschrijnwerk. De wijziging van het schrijnwerk op alleen de bovenste laag van het bestaande gebouw heeft een negatieve invloed op het gevelgeheel. In datzelfde geheel kan niet worden toegelaten om enkel op de 3de verdieping een ander buitenschrijnwerk te voorzien. In voorwaarde wordt bijgevolg opgelegd om het buitenschrijnwerk van de 3de verdieping uit te voeren overeenkomstig de kleur, materiaal en profilering als de onderliggende bouwlagen. De nieuwe teruggetrokken verdieping maakt echter geen deel uit van het gevelgeheel waardoor zwart aluminium buitenschrijnwerk hier wel kan worden toegelaten.

 

Mits voldaan aan de opgelegde voorwaarde zijn de aangevraagde gevelwijzigingen vanuit visueel en vormelijk oogpunt aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het bovenste appartement wordt uitgebreid met een dakverdieping die een polyvalente ruimte, dakterras en groendak herbergt. Deze uitbreiding verbetert de kwaliteit van het appartement. De aanpassingen aan de interne indeling in het bestaande appartement hebben eveneens een positieve invloed op de woonkwaliteit.

 

Het raam op de nieuwe verdieping langsheen de zijgevel Spillemansstraat nr. 68 wordt geplaatst op 1,60 m van de rechterperceelsgrens. Volgens burgerlijk wetboek dient dit 1,90 m te zijn, om zo rechtstreekse zichten te vermijden. Door het voorzien van lamellen over het gehele raam en de beperkte afwijking van 30 cm kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de gangbare privacy die in een stedelijke omgeving als aanvaardbaar wordt geacht hier niet wordt overschreden. Bovendien betreft het naastgelegen perceel een woongebouw met slechts twee bovengrondse bouwlagen, waar inkijk onbestaande is. Het raam met lamellen kan bijgevolg worden toegestaan en hindert de privacy van de nabijgelegen percelen niet.

 

In slaapkamer 2 wordt op de plannen een raam ingetekend ter hoogte van de zijgevel Spillemansstraat nr. 68. Dit raam is niet vergund, is smal en langwerpig uitgevoerd en staat op slechts 1,65 m hoogte, waardoor rechtstreekse inkijk op het nabijgelegen perceel mogelijk is. Bovendien maakt dit raam een eventuele uitbreiding op nr. 68 onmogelijk. Dit raam kan daarom niet in aanmerking komen voor vergunning. Het dient te worden verwijderd. De slaapkamer kan via de schacht voorzien worden van licht en lucht. Het is echter niet duidelijk hoe groot het bestaande raam is. Conform artikel 24 van de bouwcode moet dit minimaal 1,5 m² groot zijn om deze ruimte als verblijfsruimte te kunnen gebruiken. Dit wordt in voorwaarde opgelegd.

 

Op het plan van de nieuwe daklaag loopt de borstwering langs de voorzijde van de gevel van de Spillemansstraat door tot op de perceelsgrens en is er geen borstwering ter hoogte van de zijgevel met de Spillemansstraat nr. 68 voorzien. Dit komt niet overeen met de geveltekening waar de borstwering op een afstand van 100cm ten opzichte van de zijgevel lijkt om te plooien, wat een wenselijke situatie is in functie van veiligheid. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om een doorlopende borstwering te voorzien op de 4de verdieping op een afstand van 1 meter ten opzichte van alle perceelgrenzen. 

 

Volgens de snedes hebben de scheidingsmuren met zowel de linker als rechter aanpalende geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Aangezien het hier om een groendak gaat is het voldoende om tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm te voorzien, om zo de (brand)veiligheid te garanderen. Dit wordt opgelegd in voorwaarde.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het buitenschrijnwerk op 3de verdieping te voorzien in eenzelfde materiaal, kleur en profilering als dat van de onderliggende bouwlagen;

3.      een doorlopende borstwering op de 4de verdieping te voorzien op een afstand van 1 meter ten opzichte van alle perceelsgrenzen;

4.      het smalle langwerpige raam in slaapkamer 2 in de scheidingsmuur met nr. 68 dichtmaken;

5.      het raam van slaapkamer 2 dat grenst aan de schacht dient minstens een oppervlakte van 1,5 m² te hebben. Indien dit niet het geval is, mag de ruimte niet gebruikt worden als verblijfsruimte;

6.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

2 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 augustus 2020

Verslag GOA

16 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het buitenschrijnwerk op 3de verdieping te voorzien in eenzelfde materiaal, kleur en profilering als dat van de onderliggende bouwlagen;

3.      een doorlopende borstwering op de 4de verdieping te voorzien op een afstand van 1 meter ten opzichte van alle perceelsgrenzen;

4.      het smalle langwerpige raam in slaapkamer 2 in de scheidingsmuur met nr. 68 dichtmaken;

5.      het raam van slaapkamer 2 dat grenst aan de schacht dient minstens een oppervlakte van 1,5 m² te hebben. Indien dit niet het geval is, mag de ruimte niet gebruikt worden als verblijfsruimte;

6.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.