Terug
Gepubliceerd op 27/07/2020

2020_CBS_06082 - Omgevingsvergunning - OMV_2020058889. Aernout en Willemlaan 15. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06082 - Omgevingsvergunning - OMV_2020058889. Aernout en Willemlaan 15. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06082 - Omgevingsvergunning - OMV_2020058889. Aernout en Willemlaan 15. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020058889

Gegevens van de aanvrager:

de heer Fakiri Babrak met als adres Aernout en Willemlaan 15 te 2050 Antwerpen

Ligging van het project:

Aernout en Willemlaan 15 te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nr. 717Z2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren en verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/02/2020: Proces verbaal (11002_2020_12054_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning;

-          19/07/1963: vergunning (18#45360) voor het bouwen van 64 eengezinswoningen.

Vergunde toestand

-          eengezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak met een bouwdiepte van 9 meter;

-          materialisatie: lichtgele gladde gevelsteen gecombineerd met accenten in een grijze gevelsteen.

Huidige toestand

-          intern heringerichte eengezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak:

-          bouwdiepte gelijkvloers: 12 meter;

-          bouwdiepte verdiepingen: 9 meter;

-          materialisatie:

  • lichtgele gladde gevelsteen gecombineerd met accenten in een grijze gevelsteen;
  • naturel houten schrijnwerk in het raam naar het terras;
  • donkergrijs aluminium schrijnwerk voor de overige delen.

Gewenste toestand

  • idem aan de bestaande toestand;
  • verhoogde scheidingsmuur, deels massief, deels met ondoorzichtig paneel;
  • dakterras op dak van achterbouw gelijkvloers.

Inhoud van de aanvraag

-          gelijkvloerse uitbreiding;

-          verhogen rechter scheidingsmuur;

-          gevelwijzigingen.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van Rf 2 uur. Enkelvoudige scheidingsmuren dienen uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal met een minimale dikte van 0,18 meter.
    De linkse scheidingsmuur ter hoogte van de achterbouw wordt vanaf een hoogte van 3,50 meter verder opgetrokken in een ondoorzichtig paneel. Dit materiaal voldoet niet aan deze voorwaarden.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving waarin overwegend eengezinswoningen voorkomen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de regularisatie van een uitbreiding op het gelijkvloers van een woning in een groepswoningbouwproject. Op het dak van deze uitbouw wordt een dakterras voorzien.

Het referentiebeeld wordt bepaald door beletagewoningen met een bouwdiepte van 9 meter over 3 bouwlagen. Meerdere woningen in de wijk werden reeds uitgebreid met een perceelsbrede achterbouw van 2,5 meter tot 3 meter diep.

De aanvraag omvat een gelijkaardige perceelsbrede uitbreiding van een hoekwoning met een bouwdiepte van 3 meter. Deze achterbouw sluit aan op de bouwdiepte en –hoogte van de linker aanpalende woning, die weliswaar niet vergund is. Het aangevraagde volume is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Bovenop de achterbouw wordt een dakterras voorzien waardoor ook de scheidingsmuur wordt voorzien tot 4,35 meter. Er wordt een massieve scheidingsmuur voorzien met een hoogte van ca. 3,50 meter die verder wordt verhoogd met een ondoorzichtig paneel tot ca. 4,35 meter. Een dergelijke scheimuurhoogte is niet kenmerkend in deze omgeving, zoals ook werd geoordeeld in een recente, gelijkaardige vergunningsaanvraag (20191819) voor het perceel te Aernout en Willemlaan 27. Een scheimuur tot 4,35 meter hoog wordt daarom en naar analogie van voornoemde vergunningsaanvraag ongunstig geadviseerd.

Als voorwaarde van deze vergunning wordt opgelegd dat de linkse scheidingsmuur, ter hoogte van de aanbouw, beperkt moet worden tot 30 cm boven de vloerpas van het betreffende dak, conform artikel 34 van de bouwcode.

Omdat de aanvraag gelegen is op het einde van een huizenrij kan uitzonderlijk een dakterras wel gunstig geadviseerd worden, aangezien het terras tot op de rechterperceelsgrens kan voorzien worden. Het ophogen van de zijgevel beperkt zich immers tot borstweringshoogte. Overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek dient het terras over de volledige diepte een afstand te vrijwaren van 1,90 meter ten opzichte van de linkerperceelsgrens. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het referentiebeeld van de wijk wordt bepaald door een lichtgele gladde gevelsteen gecombineerd met accenten in grijze gevelsteen. De oorspronkelijke kleur van het schrijnwerk is onduidelijk. In de huidige situatie worden in de wijk diverse kleuren en materialen gebruikt voor schrijnwerk. De regularisatie van het huidige schrijnwerk kan bijgevolg gunstig beoordeeld worden.

 

De rechterzijgevel grenst aan het openbaar domein. Deze gevel werd opgehoogd over de diepte van de uitbouw in dezelfde grijze gevelsteen als de tuinmuur. Dit wordt gunstig beoordeeld.

Er wordt vastgesteld dat er geen borstwering op de gevelplannen wordt getekend van het dakterras. De vormgeving van deze noodzakelijke borstwering bepaalt echter in grote mate het gevelbeeld. De wijk kenmerkt zich door zijn expliciete baksteenarchitectuur. Daarom wordt geadviseerd om de zijgevel ter hoogte van het dakterras tot op borstweringshoogte uit te voeren in grijze gevelsteen zodat het terras zich mooi integreert in het straatbeeld. 

Daarnaast wordt opgemerkt dat het materiaal van de linkerscheimuurverhoging in strijd is met artikel 34 van de bouwcode. Deze scheimuur wordt voor een deel verhoogd door een ondoorzichtig paneel, terwijl dit een massief materiaal zou moeten zijn met een minimale dikte van 18 cm. Bijgevolg zou, indien deze scheimuurverhoging vergund zou worden, in voorwaarde moeten worden opgelegd om de scheimuur uit te voeren conform artikel 34 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Hoewel geadviseerd wordt om de scheimuur te beperken in hoogte wordt opgemerkt dat op de snede het getrapte gabariet van de linkerbuur niet overeenkomt met het achtergevelplan. Het is niet duidelijk of de aanvraag dan ook voldoet aan de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (artikel 678).

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de hoogte van de rechtse scheidingsmuur, ter hoogte van de aanbouw, te beperken tot 30cm boven de vloerpas van het dak van de aanbouw, conform artikel 34 van de bouwcode;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.     tussen de linkerperceelsgrens en het dakterras dient een afstand gevrijwaard te worden van 1,90 meter;

4.     de zijgevel ter hoogte van het dakterras in eenzelfde grijze baksteen te verhogen tot borstweringshoogte. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

2 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 augustus 2020

Verslag GOA

10 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de hoogte van de rechtse scheidingsmuur, ter hoogte van de aanbouw, te beperken tot 30cm boven de vloerpas van het dak van de aanbouw, conform artikel 34 van de bouwcode;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.     tussen de linkerperceelsgrens en het dakterras dient een afstand gevrijwaard te worden van 1,90 meter;

4.     de zijgevel ter hoogte van het dakterras in eenzelfde grijze baksteen te verhogen tot borstweringshoogte. 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.