Terug
Gepubliceerd op 27/07/2020

2020_CBS_06123 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2020057730. Frans Standaertlei 81. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06123 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2020057730. Frans Standaertlei 81. District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_06123 - Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden - OMV_2020057730. Frans Standaertlei 81. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

 

Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2020057730

Gegevens van de aanvrager:

Bart Palmers met als contactadres Starrenhoflaan 44 bus 19 te 2950 Kapellen

Eigenaars:

Hugo Dirks met als adres Lage Kaart 116 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:Frans Standaertlei 81

Kadastrale gegevens:

afdeling 33 sectie H nr. 539S7

Vergunningsplichten:

verkavelen van gronden

Voorwerp van de aanvraag:

verkavelen van een perceel in 1 lot voor woningbouw

 

Omschrijving aanvraag

 

Relevante voorgeschiedenis

-         geen.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          woning op Nijverheidslei 51.

 

Huidige toestand

-          perceel met een oppervlakte van 515 m²;

-          woning op Nijverheidslei 51;

-          tuin in L-vorm die uitkomt in Frans Standaertlei.

 

Gewenste toestand

-          lot 1 met een oppervlakte van 300 m² aan Frans Standaertlei:

  • eengezinswoning;
  • type halfopen bebouwing;
  • 2 bouwlagen onder hellend dak;
  • bouwdiepte 9 meter;
  • kroonlijst- en nokhoogte aan te passen aan die van de woning op Frans Standaertlei 83;
  • voortuinstrook 4,77 meter diep;
  • zijtuinstrook minimum 3 meter breed;

-          bebouwd restperceel aan Nijverheidslei met een oppervlakte van 215 m²;

-          vellen van bomen;

-          afbreken van een aanbouw.

 

 

Inhoud van de aanvraag

-          verkavelen van een perceel in 1 lot voor woningbouw;

-          vellen van bomen;

-          afbreken van een aanbouw.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

25 mei 2020

18 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS

25 mei 2020

4 juni 2020

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

25 mei 2020

10 juni 2020

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen

25 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

25 mei 2020

27 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

-          artikel 1.2 – inrichting, punt 3. Tuin: verhardingen in de tuin worden steeds aangelegd in waterdoorlatende materialen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 12 – levendige plint: de woning op lot 1 kan beschikken over een voorgevelbreedte tot maximaal 11,07 m – indien de woning een voorgevelbreedte van minder dan 8 m zou hanteren, wordt het onmogelijk inpandig te parkeren;
  • artikel 19 – tuinafsluitingen: de voorschriften laten in de voortuin een afsluiting toe hoger dan 1 meter, als ze open is.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

Normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod

Niet van toepassing.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet een lot voor een eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde maatvoering van de bebouwing op lot 1, 9 m diep, een vrije zijtuinstrook van minimaal 3 m en een hoogte en dakhelling die aansluiten op het buurpand (nr. 83), is geheel ruimtelijk aanvaardbaar en stedenbouwkundig ingepast in zijn gebouwde context. Bovendien blijft op deze manier voldoende onbebouwde tuinruimte over aan de achterzijde, hetgeen een kwalitatieve woonomgeving garandeert. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Bodemreliëf

Er worden in de verkaveling geen noemenswaardige reliëfwijzigingen voorzien.

 

Mobiliteitsimpact

De voorschriften laten een minimum voorgevelbreedte van 6 meter toe. Hierdoor is een inpandige garage niet mogelijk conform artikel 12 van de bouwcode. Het is wenselijk om de minimumbreedte van de voorgevel te wijzigen naar minimaal 8,01 meter zodat een inpandige garage moet worden voorzien en de vrije zijtuinstrook op deze manier wordt gevrijwaard. Dit voorschrift dient te worden aangepast.

 

Verenigbaarheid met het ruimtelijk uitvoeringsplan

De voorziene volumetrie beantwoordt zowel qua bouwhoogte, -diepte en gehele inplanting aan de randvoorwaarden en richtlijnen van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan in kwestie en zorgen voor een correcte ruimtelijke inpassing. 

 

 

Advies aan het college

1. de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en aangevuld:

  • het voorschrift wat betreft Oppervlakte gebouw (artikel 2.1.) wordt gewijzigd met de bepaling dat een minimale voorgevelbreedte van 8,01 m dient te worden voorzien;
  • in het voorschrift wat betreft Terrassen (artikel 2.12.) wordt de bepaling over waterdichte vlakken geschrapt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding voortuinstrook (artikel 3.1.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
  • paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;
  • opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter;
  • de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding zijtuinstrook (artikel 3.2.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
  • paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;
  • opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter;
  • de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding achtertuinstrook (artikel 3.3.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat de tuin zoveel mogelijk groen en onverhard moet gehouden worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van:
  • 20 vierkante meter voor tuinen tot 60 vierkante meter
  • 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter

Verhardingen in de tuin worden steeds aangelegd in waterdoorlatende materialen;

  • het voorschrift wat betreft Afsluitingen op de perceelsgrens – Materiaal (artikel 3.4.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek. Indien de zij- en achtertuin worden afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm;
  • in het voorschrift wat betreft Afsluitingen op de perceelsgrens – Uitvoering (artikel 3.4.B.) wordt ‘tenzij ze open is’ geschrapt;

2. de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd;
3. alle constructies zoals aangeduid op het verkavelingsplan dienen te worden gesloopt;
4. de hoogstammige Magnolia moet behouden blijven;
5. bij het bouwen van een nieuwe woning, dienen de bestaande bomen op openbaar domein met onderstaande, niet-limitatieve maatregelen beschermd te worden:

  • bomen afschermen met een vast en niet-verplaatsbaar hekwerk van min. 2m hoog type Heras of gelijkwaardig;
  • alle onderdelen van het hekwerk dienen aan elkaar vastgemaakt te worden;
  • minimaal 2m x 2m rondom de stam afschermen met hekwerk;
  • de aannemer mag niet aan de bomen snoeien om stellingen, materieel, ... te kunnen plaatsen of leveren;
  • voor het kunnen plaatsen van een bouwkraan mogen geen takken van de bomen gezaagd worden. Een bouwkraan moet, wanneer zij volledig is opgesteld, een zodanige hoogte hebben dat de onderkant van de last de toppen van de bomen niet raakt bij het ronddraaien van de kraan. De bouwkraan moet buiten de wortelzone van de bestaande bomen opgesteld worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 mei 2020

Volledig- en ontvankelijk

25 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 juli 2020

Verslag GOA

7 juli 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren , die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

Voorwaarden

1. de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften dienen strikt toegepast te worden. Ze worden evenwel met volgende bepalingen gewijzigd en aangevuld:

  • het voorschrift wat betreft Oppervlakte gebouw (artikel 2.1.) wordt gewijzigd met de bepaling dat een minimale voorgevelbreedte van 8,01 m dient te worden voorzien;
  • in het voorschrift wat betreft Terrassen (artikel 2.12.) wordt de bepaling over waterdichte vlakken geschrapt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding voortuinstrook (artikel 3.1.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:

  • paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;
  • opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter;
  • de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding zijtuinstrook (artikel 3.2.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden:
  • paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;
  • opritten naar een vergunde garage en naar vergunde autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter;
  • de ruimte voor het stallen van een voertuig indien noodzakelijk voor het realiseren van de parkeernorm en indien deze het groene karakter van de tuinzone voldoende waarborgt;
  • het voorschrift wat betreft Verharding achtertuinstrook (artikel 3.3.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat de tuin zoveel mogelijk groen en onverhard moet gehouden worden. Verharding in de tuin wordt beperkt toegestaan en enkel in functie van het optimaal gebruik van de tuin als buitenruimte, zoals een pad, een terras of tuinhuis, met een maximum van:
  • 20 vierkante meter voor tuinen tot 60 vierkante meter
  • 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter

Verhardingen in de tuin worden steeds aangelegd in waterdoorlatende materialen;

  • het voorschrift wat betreft Afsluitingen op de perceelsgrens – Materiaal (artikel 3.4.A.) wordt gewijzigd met de bepaling dat de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek. Indien de zij- en achtertuin worden afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm;
  • in het voorschrift wat betreft Afsluitingen op de perceelsgrens – Uitvoering (artikel 3.4.B.) wordt ‘tenzij ze open is’ geschrapt;
2. de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd;

3. alle constructies zoals aangeduid op het verkavelingsplan dienen te worden gesloopt;
4. de hoogstammige Magnolia moet behouden blijven;
5. bij het bouwen van een nieuwe woning, dienen de bestaande bomen op openbaar domein met onderstaande, niet-limitatieve maatregelen beschermd te worden:

  • bomen afschermen met een vast en niet-verplaatsbaar hekwerk van min. 2m hoog type Heras of gelijkwaardig;
  • alle onderdelen van het hekwerk dienen aan elkaar vastgemaakt te worden;
  • minimaal 2m x 2m rondom de stam afschermen met hekwerk;
  • de aannemer mag niet aan de bomen snoeien om stellingen, materieel, ... te kunnen plaatsen of leveren;
  • voor het kunnen plaatsen van een bouwkraan mogen geen takken van de bomen gezaagd worden. Een bouwkraan moet, wanneer zij volledig is opgesteld, een zodanige hoogte hebben dat de onderkant van de last de toppen van de bomen niet raakt bij het ronddraaien van de kraan. De bouwkraan moet buiten de wortelzone van de bestaande bomen opgesteld worden.

Artikel 3

Het college beslist de bijgevoegde plannen goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.