Terug
Gepubliceerd op 23/03/2020

2020_CBS_02752 - Duurzame stad - Evaluatie en eindrapport van pilootproject Hitteverklikker - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 20/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02752 - Duurzame stad - Evaluatie en eindrapport van pilootproject Hitteverklikker - Kennisneming 2020_CBS_02752 - Duurzame stad - Evaluatie en eindrapport van pilootproject Hitteverklikker - Kennisneming

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

Het doel van het eindrapport is het evalueren van het pilootproject “Hitteverklikker” en nagaan hoe een opschaling ervan vorm zou moeten krijgen. Uit de evaluatie kunnen een aantal leerlessen getrokken worden die hieronder kort worden samengevat:

Inhoudelijke leerlessen:

  • de hittevoorspelling was correct. Het feit dat deze voorspelling gebaseerd is op een definitie van een warmteperiode waarin alleen een maximumtemperatuur zit gevat, verhindert echter om het stedelijk hitte-eilandeffect voldoende te bevatten. Het is nodig om een stedelijke hitteperiode te baseren op zowel een maximum- als een minimumtemperatuur;
  • de getoonde informatie (objectieve weerdata) op de website was te complex voor de meeste gebruikers. Een doorgedreven “vertaling” op maat van gebruikers naar effect van hitte op het gevoel en activiteiten is aangewezen;
  • de tips en voorzorgsmaatregelen werden over het algemeen positief onthaald, er is wel optimalisatie mogelijk op vlak van inhoud en coherentie;
  • de interactieve kaart met koele plekken werd niet goed onthaald, het gebruik was te moeilijk voor de doelgroep en er was verwarring over de inhoud en de betekenis van de koele plekken.

Organisatorische leerlessen:

  • voor pilootprojecten als de Hitteverklikker is een onderzoeksprotocol nodig (net zoals dat in een wetenschappelijk fysiek lab gebeurt). Op deze manier wordt een raamwerk gecreëerd waarbinnen het pilootproject wordt uitgewerkt. Het aflijnen van de doelstellingen, timing en verwachtingen maken deel uit van dit protocol;
  • de opzet van een technologisch complexe toepassing waarbij verschillende technische partners zijn betrokken vereist een strakke coördinatie met duidelijke aanspreekpunten en een duidelijke procesflow in geval van problemen of defecten;
  • er moet voldoende tijd voorzien worden om de technische aspecten van een tool zoals de Hitteverklikker te testen/valideren. Deze validatie moet ook opgenomen worden in de projectplanning.

Strategische leerles:

  • de Hitteverklikker kan moeilijk wedijveren met de courante weerberichtgeving via tv, radio en krant. Het is dus allicht beter om de boodschap van de Hitteverklikker te integreren in de gekende kanalen zoals de mobiele app van het KMI, Be-Alert,… .

Conclusie: het gebruik en zelfs de impact van een tool als de Hitteverklikker staat of valt met de meerwaarde die het biedt voor de gebruikers en met het bereik ervan. In zijn huidige vorm biedt de Hitteverklikker voorlopig te weinig meerwaarde t.o.v. de gangbare landelijke weerberichtgeving omdat:

  • de boodschap “in de stad is het warmer omwille van het stedelijk hitte-eilandeffect” onvoldoende tot uitdrukking is gekomen in de voorspellingen;
  • de boodschap van de Hitteverklikker niet kan wedijveren met de gekende kanalen zoals het weerbericht op tv, radio en andere mediakanalen.

In plaats van de Hitteverklikker in de huidige vorm op te schalen tot een stadsbrede tool, wordt voorgesteld om de hittewaarschuwingen los te koppelen van het bestaande platform en de boodschap via andere kanalen tot bij de doelgroepen te brengen. Deze aanpak leidt tot een aantal beleidsaanbevelingen:

  • wetenschappelijk fundament van de stedelijke hittevoorspelling verder onderbouwen. Verwarring omtrent definities en bevoegdheden over hitte aankaarten bij hogere overheden;
  • verdiepen en verbeteren van aspecten van de bestaande hitteverklikker;
  • de hittevoorspelling en -waarschuwing inbedden in bestaande communicatiekanalen en op een brede manier toegankelijk maken.

Aanleiding en context

Op 31 januari 2014 (jaarnummer 1019) keurde het college het rapport ‘Opmaak van een hittekaart en studie van het stedelijk hitte-eilandeffect voor Antwerpen’ goed. Hierin werden de uitdagingen van de stedelijke opwarming op het Antwerpse grondgebied onderzocht. Uit deze studie bleek dat het temperatuurverschil tussen de stad en het platteland in de zomermaanden kan oplopen tot 8 à 9 graden Celsius. De studie voorspelde ook dat dit temperatuurverschil in de stad nog met 50% kan toenemen ten gevolge van de klimaatverandering. Dit fenomeen is toe te schrijven aan de de beperkte afkoelingscapaciteit van een bebouwde en verharde omgeving tijdens de nacht. Dit heet het stedelijk hitte-eilandeffect. Hittegolven kunnen in een stad dus méér voorkomen óf langer duren dan voorspeld wordt door het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) in Ukkel.

Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de Antwerpenaren. Tijdens een hittegolf wordt hittestress ervaren, wat vooral voor jonge kinderen, ouderen en mensen met medische problemen (cardiovasculair en respiratoir) nefast kan zijn. Volgens berekeningen van het Milieurapport Vlaanderen (MIRA) vielen er tijdens de hittegolven van 2003 en 2010 respectievelijk 2300 en 2400 extra doden ten gevolge van hitte in ons land. Voor Antwerpen zijn er geen concrete cijfers beschikbaar, maar we weten wel dat door het stedelijk hitte-eilandeffect stadsbewoners extra kwetsbaar zijn voor hittestress. Daarom werd in 2014 een lokaal hittemeetpunt op het terrein van het EcoHuis in Borgerhout geïnstalleerd. Gedurende 4 jaar werden op basis van deze data lokale hittevoorspellingen gemodelleerd en waarschuwingen verstuurd naar de betrokken stadsdiensten in geval van een hittegolf. Op 31 januari 2020 (jaarnummer 931) keurde het college het bestek goed om deze opdracht te verlengen tot einde 2025 .

Maar hiermee worden nog steeds niet de meest kwetsbare doelgroepen bereikt. Deze uitdaging werd in 2018 opgepikt door de stuurgroep van de Smart Zone (Sint-Andries) die technologische oplossingen zoekt voor stedelijke uitdagingen. Samen met Stadslab2050 werd een opdracht in de markt gezet om een antwoord te vinden op de vraag: “Hoe kan technologie ingezet worden om tijdens een hittegolf de meest kwetsbare doelgroepen te waarschuwen en hen aan te zetten tot gedragsverandering?” Het resultaat was het pilootproject "Hitteverklikker", een tool die - voortbouwend op het bestaande hittemeetpunt in Borgerhout - de lokale hittevoorspelling koppelt aan een waarschuwingssysteem en de gebruiker aanzet tot gedragsverandering. Er werd een website gemaakt waarop de hittevoorspelling wordt getoond, gekoppeld aan tips en voorzorgsmaatregelen en een interactieve kaart met koele plekken in de wijk Sint-Andries.

De testperiode liep gedurende de zomer van 2019 en werd gevolgd door een uitgebreide evaluatie op basis van gesprekken met medewerkers en interviews bij de gebruikers. Het eindrapport dat nu ter kennisneming wordt gegeven geeft een weerslag van deze evaluatie en somt de lessen op die uit het pilootproject kunnen getrokken worden. Tenslotte worden - op basis van de lessen - een aantal beleidsaanbevelingen geformuleerd met als doel de bestaande stedelijke hittevoorspellingen en -waarschuwingen te optimaliseren.

Beleidsdoelstellingen

2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0202 - Antwerpen wordt een klimaatrobuuste stad

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van het eindrapport "pilootproject Hitteverklikker". 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/EMA

Om het wetenschappelijk fundament van een stedelijke hittevoorspelling verder te onderbouwen door:

  • samen met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid te bekijken hoe het stedelijk hitte-eilandeffect kan worden geïntegreerd in de huidige hittewaarschuwingen. Dit kan door de definitie voor hitte te herdefiniëren op basis van een maximum- én minimumtemperatuur;
  • de verwarring omtrent verschillende definities voor hitte uit te klaren met de bevoegde instanties (Koninklijk Meteorologisch Instituut, Agentschap Zorg en Gezondheid en Federale Overheidsdienst voor de Volksgezondheid).

SW/EMA

Om de verschillende onderdelen van de bestaande Hitteverklikker te verdiepen en verbeteren door:

  • de tips en voorzorgsmaatregelen te optimaliseren;
  • de kaart met koele plekken uit te breiden en gebruiksgerichter te maken;
  • het concept 'hittestress' en objectieve weerdata beter te vertalen naar gebruiksgerichte informatie.

SSW/EMA, samen met Digipolis, OS

Om de hittevoorspelling en -waarschuwing te integreren in bestaande communicatiekanalen en op een brede manier toegankelijk te maken door:

  • te trachten het hitte-alarm te integreren in bestaande waarschuwingsdiensten en commerciële meteodiensten zoals de app van het KMI en Be-Alert;
  • het hitte-alarm te ontsluiten via een open API (application programming interface) zodat die kan opgepikt worden door externe ontwikkelaars; 
  • het hitte-alarm en de tips en voorzorgsmaatregelen op te nemen in bestaande stedelijke websites en op de informatieschermen in stedelijke musea, bibliotheken en zwembaden;
  • het hitte-alarm via de stedelijke communicatiekanalen en de persdienst te verspreiden.

Bijlagen

  • 20200302_EindverslagHitteverklikker_DEF.pdf