Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018131057 |
Gegevens van de aanvrager: |
AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen en de heer Hardwin De Wever met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Biekorfstraat 72, 92, 102-104, Everaertsstraat 69, 97-99 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nrs. 214A19, 214E19, 214W15, 214F19, 214K21 en 214T21 |
Inrichtingsnummer: |
20181211-0036 (Everaertstraat 69) en 20181106-0058 (Everaertsstraat 97-99) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
deels renoveren en exploiteren van een schoolcomplex |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/10/1912: toelating (1912#2193) voor het bouwen van een jongensschool met woonst voor de hoofdonderwijzer;
- 23/01/1912: toelating (1912#500) voor vijfentwintig huizen;
- 02/05/1921: toelating (1921#11384) voor het bouwen van een magazijn;
- 05/03/1971: vergunning (18#53965) voor het verbreden van twee poorten;
- 12/12/2001: vergunning (86#585) voor het verbouwen van een bestaand pand;
- 22/09/2017: vergunning (20171375) voor het restaureren en herbestemmen van een industriecomplex naar kantoorgebouwen CLB – vergunning niet uitgevoerd.
Vergunde/vergund geachte toestand
- projectgebied gevormd door verschillende gebouwen/percelen. Het geheel wordt afgebakend door de Biekorfstraat en de Everaertsstraat;
- functie:
- volume en gevelafwerking:
Huidige toestand
- Everaertsstraat 97-99:
- Biekorfstraat 76-100, Everaertsstraat 71-95:
- Biekorfstraat 70-74, Everaertsstraat 69:
Gewenste toestand
- volledige projectgebied ingericht als school (gemeenschapsvoorziening);
- bouwvolume:
- afwerking gewijzigde gevels (straatzijde):
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie van het volledige projectgebied naar gemeenschapsvoorziening;
- bouwvolume:
- constructieve werken:
- gevelafwerking binnengebied:
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 23 februari 2018 werd er door het college akte genomen van een CLB-kantoor gelegen aan de Everaertsstraat 69 te 2060 Antwerpen (MV2017/746). Voorheen was er op de percelen 7E 214 W15, F19, K21, M21 en E19 een bedrijf gevestigd dat theatertextiel produceerde (MV2007/313 – melding). In de beschrijvende nota van onroerend erfgoed wordt er ook verwezen naar een complex met schrijnwerkerij, opslagplaatsen en een mosterdfabriek.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het deels renoveren en exploiteren van een schoolcomplex gelegen aan de Biekorfstraat 72, 92, 102-104, Everaertsstraat 69, 97-99 te 2060 Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertstraat 97-99 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250,00 kVA |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
100,00 kg |
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertsstraat 69 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
2x 500,00 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
11,10 kW |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
133,00 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
150,00 kg |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
400,00 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
16 december 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
16 december 2019 |
3 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
16 december 2019 |
17 december 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
16 december 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
16 december 2019 |
20 december 2019 |
Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
16 december 2019 |
17 december 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
16 december 2019 |
19 december 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
16 december 2019 |
7 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid |
16 december 2019 |
8 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
16 december 2019 |
20 december 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
16 december 2019 |
2 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
16 december 2019 |
20 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
16 december 2019 |
27 januari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 4 zone voor maatschappelijke functies - (ma1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 04/07/2019.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met artikel 24 van de bouwcode.
De EHBO ruimte en de kitchenette op de gelijkvloerse verdieping (Everaertsstraat 97-99) beschikken niet over een rechtstreekse toevoer van licht en zicht.
De refter/learning street (binnengebied, beneden- en eerste verdieping) beschikken niet over een rechtstreekse toevoer van licht en lucht.
Gezien de EHBO ruimte en de kitchenette ruimtes zijn die occasioneel en zeer kort worden gebruikt in tijd, zonder vaste bezetting kan een afwijking voor deze ruimtes toegestaan worden.
Gezien de erfgoedwaarde van het pand is gezocht naar een innovatieve planschikking (loft achtige open ruimtes gekoppeld aan een vide) en een uitgewerkt verwarmings-/verluchtingssysteem van de refter/learnning street waardoor deze ruimtes voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. Een afwijking van bovenstaande kan aldus worden toegelaten.
De aanvraag is strijdig met artikel 27 en artikel 30 van de bouwcode
Zo wordt de open ruimte bijna volledig verhard aangelegd en werd geen grondlaag met een minimale dikte van 1,00 meter voorzien boven de uitbreiding van de ondergrondse kelder.
Gezien de erfgoedwaarde van het pand kan niet voldaan worden aan deze voorwaarde en kan een afwijking toegestaan worden.
De diepte van de bestaande kelder bepaalt de aanlegdiepte van de uitbreiding. Bovenop is er alleen ruimte voor bestrating, geen teelaarde.
Als compensatie wordt op een centrale positie op het speelplein een grote boom geplant in een plantenbak.
Functionele inpasbaarheid
Het aangevraagde betreft het bouwen van een lagere schoolcomplex in een woongebied. Het is eigen aan de stedelijke context dat er zich binnen het woonweefsel scholen situeren, de ene functie ondersteunt de andere functie en deze hinderen elkaar niet.
Deze functie is verenigbaar met de woonfuncties van de omgeving en is daarmee in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Cultuurhistorische aspecten
Het complex is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het dossier werd bijgevolg in de voorafgaande fases uitgebreid doorgesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg.
In het project wordt voldoende zorg besteed aan de aanwezige erfgoedwaarden. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert dan ook gunstig.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
In het complex voor de nieuwe gemeenschapsvoorziening vormen nieuwbouw, bestaande gebouwen en buitenruimtes een coherent geheel. Het complex heeft twee toegangen aan de Everaertsstraat ter hoogte van huisnummer 69 en 97-99 en een toegang aan de Biekorfstraat 102. De hoogspanningscabine heeft een aparte toegang langs de Biekorfstraat 92. De site bestaat uit heel verschillende ruimtes, gebouwen en sferen. Het ontwerp maakt gebruik van de verschillende karakteristieken van de bestaande gebouwen en versterkt deze waar mogelijk.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De voorgestelde nieuwbouw komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De overige werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen een gedeeltelijke afbraak waarbij open ruimte gecreëerd wordt in functie van de speelplaats. In voorliggende aanvraag werd voldoende rekening gehouden met de erfgoedwaarde van de site. Zowel schaal, ruimtegebruik als erfgoedwaarde blijven gerespecteerd.
De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
Het bouwblok wordt aan weerskanten omsloten door burgerlijke rijwoningen met een uniform kleur- en materiaalgebruik. Het merendeel van de bestaande panden is opgetrokken in geglazuurd metsel- en tegelwerk in veelal tweekleurige patronen. De kleur wit overheerst in de buitengevels, in combinatie met okergele, groene en grijze accentkleuren. Alleen het pand Biekorfstraat 92 heeft een gele basiskleur waarmee werd benadrukt dat zich hier een ingang naar het binnengebied bevond, met alleen op de verdieping een kleine woning. Deze ingang is vormgegeven als getoogde poort.
Binnen de uniforme context van de woonwijk neemt een drietal beeldbepalende bakstenen gebouwen (blok A, F en H) een uitzonderlijke positie in, die ook allemaal een uitzonderlijke functie hadden als schoolmeesterswoning, mosterdfabriek en opslaggebouw. Het gebruik van rode baksteen onderstreept het uitzonderlijke karakter en de afwijkende invulling van deze gebouwen.
Het voorliggende project voorziet in de restauratie van de beeldbepalende gebouwen A, F en H. Ze behouden na de renovatie hun bakstenen uiterlijk en daarmee hun uitzonderlijke positie.
De gekozen materialen, kleuren en patronen van de nieuwe toevoegingen zijn een eigentijdse interpretatie van de vormentaal en het kleurpalet van de bestaande vroeg 20ste eeuwse architectuur van de bestaande burgerhuizen die het gezicht van de Everaertsstraat en de Biekorfstraat bepalen.
Bodemreliëf
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied. Het betreft een projectgebied boven 3.000 m² (3.292 m²) en een ingreep boven 1.000 m² (uitgraving van circa 1.105 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door ABO nv op 18/06/2019 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 04/07/2019. Het projectgebied bevindt zich op de locatie van het voormalige lunet van Stuyvenberg, een militair bouwwerk uit de 19de eeuw. Het bijhorende programma van maatregelen beval een vervolgonderzoek met ingreep in de bodem, nl. een proefputtenonderzoek, eventueel aangevuld met een proefsleuvenonderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11514). Het programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Evaluatie luchtkwaliteit en geluidshinder
Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en omgevingslawaai. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij de adviesverlening in het kader van planning van een school rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van het kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164).
Volgens de prognosekaart is de locatie onderhevig aan concentraties NO2 van 21-30 µg/m³. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect luchtkwaliteit.
De locatie is gemiddeld onderhevig aan geluidsniveaus Lden van minder dan 55dB(A). Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect geluidshinder.
Openbaar domein
Het openbaar domein dient gewijzigd te worden ter hoogte van de nieuwe inritten. De opstaande boordsteen zal omgevormd worden naar een afgeschuinde boordsteen om een goede toegankelijkheid te garanderen. De bouwheer dient hiervoor contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud.
Ter hoogte van de brandweertoegangen merken we op dat de bochtstraal voor de brandweer over de parkeerstrook en het voetpad gaat. Dat de bochtstraal over het voetpad gaat is geen ideale situatie maar kan gezien de breedte van de straat niet anders. Dit impliceert ook dat er parkeerplaatsen op het openbaar domein zullen verdwijnen. In het bouwaanvraagdossier werd vermeld dat het district hiervan reeds op de hoogte is. Er dienen duidelijke afmetingen doorgegeven te worden aan de dienst Beheer en Onderhoud die de afbakening van de parkeerstrook zullen uitvoeren.
Ter hoogte van de ingang van de school in de Everaertstraat dient het openbaar domein aangepast te worden naar die van een schoolomgeving. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de consulent publiek domein van het district Antwerpen die een tekenopdracht voor de dienst Stadsontwikkeling – Ontwerp en Uitvoering zal opstarten.
Integrale toegankelijkheid
Over heel het project werden slechts twee liften voorzien. Het is niet duidelijk of deze voldoende zullen zijn in kader van het gebruik en de bijbehorende circulatie van het scholencomplex. Hierbij wordt bijvoorbeeld verwezen naar de toegankelijkheid van de sporthal buiten de schooluren, en de verbinding tussen de Everaertsstraat 97-99 en de achterliggende bebouwing.
In voorwaarde wordt opgelegd dat de sporthal ten aller tijden integraal toegankelijk dient te zijn door een lift.
Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De gebouwen worden verbouwd tot een lagere school en ruimtes voor jeugdverenigingen Chiro en Kras Noord. In de laatst vergunde toestand is er een school met 12 klassen. Deze nieuwe school zal ook bestaan uit 12 klassen. Er is dus geen uitbreiding van de school. Voor de jeugdverenigingen moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Zij richten zich op de jongeren uit de buurt. De werkelijke parkeerbehoefte is 0
|
De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10.
Voor het CLB op het naburige perceel (20171375) is de parkeerbehoefte bepaald op 29 parkeerplaatsen. Er werden 19 plaatsen ondergronds voorzien, en 10 tijdelijke op het gelijkvloers. Deze 10 plaatsen moesten worden opgenomen in het project van de school. De bestaande parkeerkelder wordt daarom maximaal uitgebreid met acht plaatsen. De overige 2 parkeerplaatsen worden voorzien in de binnenstraat langs het CLB. Indien gewenst kunnen de jeugdverenigingen hiervan gebruik maken buiten kantooruren. Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor een lagere school moeten 9 fietsenstallingen per klas voorzien worden. 12 x 8 = 108
In de nieuwe kelder van blok B is er ruimte voor 108 fietsen. Buiten schooluren kan de fietsenberging ook gebruikt worden door de jeugdverenigingen en externe bezoekers. De fietsenberging is intern bereikbaar vanuit de school. Vanaf het speelplein geeft een buitentrap met twee fietsgoten toegang tot de ondergrondse fietsenberging.
Ter hoogte van de inkom voor de jeugdverenigingen wordt een bijkomende bovengrondse fietsenberging voorzien. Deze zullen worden gebruikt door de jeugdverenigingen en door het CLB. Voor het CLB worden hier ook 10 oplaadpunten voorzien voor elektrische fietsen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De site voor de gemeenschapsvoorziening voorziet CLB-kantoren, een lagere school en de jeugdverenigingen Chiro en Kras Noord en ligt besloten tussen de Everaertsstraat en de Biekorfstraat. Het complex heeft 2 toegangen aan de Everaertsstraat ter hoogte van huisnummers 69 en 97-99 en een toegang aan de Biekorfstraat 102.
De omgevingsvergunningsaanvraag omvat 2 inrichtingen: de CLB-kantoren aan de Everaertsstraat 69 en een schoolcomplex met gemeenschapsvoorziening aan de Everaertsstraat 97-99. Beide inrichtingen bevatten enkel meldingsplichtige activiteiten.
De exploitant vraagt de melding MV2017/746 voor de CLB-kantoren stop te zetten aangezien deze nu geïntegreerd worden in de omgevingsvergunningsaanvraag. Naar aanleiding van de bijzondere voorwaarde die aan deze melding was toegevoegd (aanleveren van de meetverslagen van de stookinstallaties) werd de vraag opnieuw aan de exploitant gesteld. De keuringsattesten van de stookinstallaties werden bezorgd. Het totale nominale vermogen bedraagt 434 kW.
Voor de CLB-kantoren zijn volgende indelingsplichtige activiteiten van toepassing: lozing huishoudelijk afvalwater, transformatoren, accumulatoren, airco, opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen en een stookinstallatie.
Voor het schoolcomplex zijn dan weer volgende indelingsplichtige activiteiten van toepassing: lozing huishoudelijk afvalwater, een hoogspanningscabine en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.
De bestaande ondergrondse parking zal uitgebreid worden waardoor een bronbemaling hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk zal zijn. Hoewel dit geen onderdeel uitmaakt van de aanvraag wordt de aandacht van de initiatiefnemer er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).
Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).
De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van de stad Antwerpen om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.
In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.
De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4m –mv).
Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer dient contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen en onderstaande aanpassingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken
- het openbaar domein dient gewijzigd te worden ter hoogte van de nieuwe inritten. De opstaande boordsteen zal omgevormd worden naar een afgeschuinde boordsteen om een goede toegankelijkheid te garanderen;
- ter hoogte van de brandweertoegangen dienen duidelijke afmetingen doorgegeven te worden aan de dienst Beheer en Onderhoud die de afbakening van de parkeerstroken zullen uitvoeren;
- het publieke domein aan de ingang van de school dient omgevormd te worden naar die van een schoolomgeving. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de consulent openbaar domein van het district Antwerpen bij aanvang van de werken.
3. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
- de bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een proefputtenonderzoek (eventueel aangevuld met een proefsleuvenonderzoek) uit, voorafgaand aan de eigenlijke uitgravingen (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11514);
- de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
4. de sporthal dient ten aller tijden integraal toegankelijk te zijn door een lift conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
5. de trappen behorende tot de klaslokalen (Everaertsstraat 102-104) en de sportzaal (kelderverdieping) moeten beschikken over een minimale breedte van 1,25 meter (1,00 meter na afwerking) conform artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Bovendien dient een trapleuning voorzien bij de trap welke de ondergrondse fietsenberging en de speelplaats verbindt;
6. er dient een vrije en vlakke draairuimte voorzien te worden voor de verbindingsdeur tussen kelder en fietsenberging (zijde helling) conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;
7. alle deuren welke uitgeven op lokaal B02.09 dienen te beschikken over een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 0,45 meter (0,50 meter na afwerking) naast de krukzijde van de deur (zijde interieur) conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
8. er dienen aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen voorzien te worden conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid;
9. de aangepaste toiletten op de benedenverdieping (binnengebied, rechterzijde) en deze op de eerste verdieping (zijde lokaal B02.09) dienen te beschikken over een minimale afmeting van 1,70 op 2,25 meter conform artikel 29/2 van de verordening toegankelijkheid;
10. de twee doucheruimtes in de kelder moeten ieders beschikken over minstens één douche die voldoet aan de bepalingen van artikel 12, 30, tweede en derde alinea, artikel 31, inzonderheid 1° en 3° en artikel 31/1 van de verordening toegankelijkheid;
11. de insprong ter hoogte van de Everaertsstraat 97-99 moet ’s avonds verlicht worden conform artikel 14 van de bouwcode;
12. de afvoer van de septische putten en de aansluiting op de riolering dient conform artikel 40 en 41 van de bouwcode voorzien te worden;
13. ASTRID-indoorradiodekking te voorzien in het gebouw zoals vermeld in het advies van FOD Binnenlandse Zaken, ASTRID-veiligheidscommissie.
Advies over ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om akte te nemen van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Geadviseerde rubrieken
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertsstraat 97-99 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250,00 kVA |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
100,00 kg |
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertsstraat 69 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
2x 500,00 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
11,10 kW |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
133,00 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
150,00 kg |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
434,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
15 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
24 december 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
22 januari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 maart 2020 |
Verslag GOA |
9 maart 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
24 december 2019 |
22 januari 2020 |
2 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Recht van doorrit: bezwaarindiener meldt dat in hun aankoopakte een “recht van doorrit” is voorzien ten voordele van het onroerend goed, waar ten tijde van het vestigen van deze erfdienstbaarheid een magazijn was. Het zijn deze magazijnen die het autonoom stedelijk onderwijs Antwerpen wenst te gebruiken als parkeergelegenheid, terwijl het recht van doorrit uiteraard enkel en alleen gevestigd was opdat het recht van doorrit zou kunnen worden gebruikt door de eigenaar van een magazijn, en helemaal niet door iemand die deze ruimte gebruikt als parkeergelegenheid.
Beoordeling:
De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond het recht van doorrit betreft een burgerrechtelijke aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Privacy, inkijk tuin: bezwaarindiener meldt dat gezien de gevels van het gebouw van 3 bouwlagen in binnengebied grenst aan bezwaarindieners tuin er inkijk gegenereerd wordt.
Beoordeling:
De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond privacy zijn terecht. Omwille hiervan wordt in het ontwerp rekening gehouden met de relatie tot de aangrenzende percelen.
De klaslokalen in blok F worden ondergebracht langs de noordgevel op het gelijkvloers en de eerste verdieping. De bestaande openingen in de scheidingsmuren liggen op het gelijkvloers op een hoogte van 2,20 meter boven de vloer.
Hierdoor is er geen inkijk naar de buren toe mogelijk vanuit de klaslokalen. De ramen kunnen open gezet worden, maar dit is niet noodzakelijk voor de ventilatie van de ruimtes. In de klaslokalen op de eerste verdieping liggen de bestaande openingen in de scheidingsmuren op een hoogte van 1,0 meter. Ten behoeve van het schoonmaken worden ook hier te openen maar afsluitbare ramen voorzien. De directe inkijk vanuit de school naar de aanpalende tuinen wordt ontmoedigd door de vaste inrichting. Tevens wordt er voor het schrijnwerk op ooghoogte structuurglas voorzien.
De dubbelhoge serre aan de zuidzijde en de transparante relatie tussen de verschillende ruimten voelen de klaslokalen ondanks de ruimtelijke beperkingen van de site en het beperkte uitzicht licht en ruim aan. De serre zorgt ervoor dat in de open werkruimten ramen en deuren geopend kunnen worden zonder het gevaar van brandoverslag, overlast en inkijk naar de buren. Op de zolderverdieping liggen de ramen laag in de zijgevels. Om de privacy van de buren te waarborgen worden deze ramen voorzien van een folie of structuur. Voor onderhoud en schoonmaken zijn deze ramen naar binnen toe te openen.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer dient contact op te nemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen en onderstaande aanpassingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken
- het openbaar domein dient gewijzigd te worden ter hoogte van de nieuwe inritten. De opstaande boordsteen zal omgevormd worden naar een afgeschuinde boordsteen om een goede toegankelijkheid te garanderen;
- ter hoogte van de brandweertoegangen dienen duidelijke afmetingen doorgegeven te worden aan de dienst Beheer en Onderhoud die de afbakening van de parkeerstroken zullen uitvoeren;
- het publieke domein aan de ingang van de school dient omgevormd te worden naar die van een schoolomgeving. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de consulent openbaar domein van het district Antwerpen bij aanvang van de werken.
3. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
- de bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een proefputtenonderzoek (eventueel aangevuld met een proefsleuvenonderzoek) uit, voorafgaand aan de eigenlijke uitgravingen (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11514);
- de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
- de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
4. de sporthal dient ten aller tijden integraal toegankelijk te zijn door een lift conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
5. de trappen behorende tot de klaslokalen (Everaertsstraat 102-104) en de sportzaal (kelderverdieping) moeten beschikken over een minimale breedte van 1,25 meter (1,00 meter na afwerking) conform artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Bovendien dient een trapleuning voorzien bij de trap welke de ondergrondse fietsenberging en de speelplaats verbindt;
6. er dient een vrije en vlakke draairuimte voorzien te worden voor de verbindingsdeur tussen kelder en fietsenberging (zijde helling) conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;
7. alle deuren welke uitgeven op lokaal B02.09 dienen te beschikken over een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 0,45 meter (0,50 meter na afwerking) naast de krukzijde van de deur (zijde interieur) conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
8. er dienen aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen voorzien te worden conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid;
9. de aangepaste toiletten op de benedenverdieping (binnengebied, rechterzijde) en deze op de eerste verdieping (zijde lokaal B02.09) dienen te beschikken over een minimale afmeting van 1,70 op 2,25 meter conform artikel 29/2 van de verordening toegankelijkheid;
10. de twee doucheruimtes in de kelder moeten ieders beschikken over minstens één douche die voldoet aan de bepalingen van artikel 12, 30, tweede en derde alinea, artikel 31, inzonderheid 1° en 3° en artikel 31/1 van de verordening toegankelijkheid;
11. de insprong ter hoogte van de Everaertsstraat 97-99 moet ’s avonds verlicht worden conform artikel 14 van de bouwcode;
12. de afvoer van de septische putten en de aansluiting op de riolering dient conform artikel 40 en 41 van de bouwcode voorzien te worden;
13. ASTRID-indoorradiodekking te voorzien in het gebouw zoals vermeld in het advies van FOD Binnenlandse Zaken, ASTRID-veiligheidscommissie.
Brandweervoorwaarden
de voorwaarden uit het brandweerverslag met referentie BW/FPA/2020/G.02109.A6.0004 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertsstraat 97-99 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 250,00 kVA |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
100,00 kg |
Voor de inrichting gelegen aan de Everaertsstraat 69 te 2060 Antwerpen:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
600,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
2x 500,00 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
11,10 kW |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
133,00 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
150,00 kg |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
434,00 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 20 maart 2020 voor onbepaalde duur.