Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Aangezien verkavelingen niet voorkomen op de Vlaamse of provinciale lijst, is het college bevoegd voor de vergunning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Fluvius System Operator |
15 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Fluvius System Operator |
27 januari 2020 |
12 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
15 oktober 2019 |
21 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
27 januari 2020 |
6 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
15 oktober 2019 |
15 oktober 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
27 januari 2020 |
27 januari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Relatie van het verkavelingsplan met het masterplan
De aanvraag is gelegen binnen de contouren van het plangebied van het masterplan Stuivenberg (CBS 03/07/2009) dat werd uitgewerkt in kader van de vernieuwing van alle gebouwen in de wijk. Het masterplan formuleert extra randvoorwaarden die opgenomen werden in de projectdefinitie van de architectuurwedstrijd om zo tot een beter ruimtelijk ingebedde wijk te komen. De ruimtelijke opbouw van de wijk kwam de leefbaarheidsproblemen niet ten goede. Er was een grote versnippering van de publieke ruimte waardoor deze weinig controleerbaar was, werd toegeëigend door hangjongeren en een gevoel van onveiligheid met zich meebracht. De aanvraag maakt deel uit van de deelzone tuinwijk uit het masterplan waar een overmaatse publieke ruimte wordt gedetecteerd tussen en achter de woningen. Deze ruimte moet herverdeeld worden en toegevoegd worden aan de individuele kavels. Centraal in de wijk wordt een centrale publieke ruimte gelegen. Verder zijn een groene voortuinstrook met levendige hagen en groene doorzichten (maximaal 7 geschakelde woningen) belangrijke randvoorwaarden. De vernieuwing van de sociale woningen is intussen uitgevoerd. De aanvraag zorgt ervoor dat er bebouwingsmogelijkheden worden gecreëerd op het laatste stukje onbestemde en decentrale publieke ruimte. De aanvraag is in overeenstemming met de principes van het masterplan.
Er blijft echter een klein stukje restperceel over in het binnengebied, achter de tuin van de aanpalende woning. Het dient verduidelijkt te worden wat er met dit restperceel zal gebeuren.
Functionele inpasbaarheid
De beoogde functie ‘wonen’ is inpasbaar in de omgeving. Enkel een eengezinswoning wordt toegelaten als hoofdbestemming. De wijk waarbinnen de verkavelingsaanvraag gelegen is, wordt gekenmerkt door woningen. Omdat bij zorgwonen het aantal inwoners slechts tijdelijk verhoogt en het aantal wooneenheden ongewijzigd blijft, wordt ook dat toegestaan.
In de strook voor binnenplaatsen en tuinen mogen bijgebouwen met een functie die aansluit bij de hoofdfunctie van het hoofdvolume worden opgericht zoals een tuinberging en een fietsberging.
De toegelaten functies zijn in overeenstemming met de bestemming als woongebied van het perceel.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag omvat slechts 1 nieuw lot waarop enkel functies zijn toegelaten die weinig verkeer met zich meebrengen. Parkeren is mogelijk op eigen terrein.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De typologie van de tuinwijk betreft groepen van rijwoningen met groene voortuinstroken die op bepaalde plekken worden onderbroken door onbebouwde groene stroken. Hierdoor wordt het tuinwijkkarakter onderstreept. Het merendeel van de woningen in de tuinwijk zijn sociale huurwoningen maar enkele woningen zijn in privaat bezit gekomen. Deze woningen werden niet meegenomen in het vernieuwingsproject. De woning die paalt aan het perceel uit de aanvraag is één van deze private woningen. In 1982 werd bij deze woning een garage vergund en opgericht op de perceelsgrens, achteruitgeschoven ten opzichte van het hoofdvolume. Garages zijn eerder atypisch voor de wijk, maar aangezien de aanpalende woning een garage heeft, wordt de inplanting gekopieerd. De gekozen inplanting van de bebouwing kan bijgevolg gunstig beoordeeld worden. Er wordt echter niet opgelegd dat de garages moeten gekoppeld worden, integendeel, de voorschriften laten de bouw van een garage in de zijtuinstrook toe. Deze inplanting is niet verenigbaar met de geest van de tuinwijk waarbij groene, onbebouwde zijtuinstroken kenmerkend zijn.
De kracht van de tuinwijk ligt in het collectieve karakter van de bebouwing. De eenheid van de eenvoudige architectuur brengt rust in het beeld en verlegt de aandacht naar de beleving van het groen. De vernieuwde tuinwijk is opgebouwd uit één basiswoning die in varianten werd toegepast. In de Dokter Jennerstraat heeft deze basiswoning aan de voorzijde een verlaagde gootlijn aan de achterkant 2 bouwlagen. Het dak is hellend en bevat een dakkapel aan de voorgevel. De voorschriften uit de verkavelingsaanvraag met betrekking tot het volume, de nokhoogte, de kroonlijsthoogte en de dakhelling zijn afgestemd op de bestaande bouwvolumes van deze tuinwijk. De aanvraag is in harmonie met het referentiebeeld van de wijk en dus verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels van de woningen in de tuinwijk zijn opgetrokken uit metselwerk met gecombineerd met bouwdelen van prefab-sierbeton. De daken zijn bedekt met vlakke, rode, keramische pannen. De voorgestelde materialen uit de verkavelingsaanvraag sluiten aan qua materiaalgebruik ten opzichte van de vernieuwde woningen uit de tuinwijk.
Aanvullende bemerkingen
Er werd voorwaardelijk gunstig advies verleend door Proximus, wat integraal wordt gekoppeld als voorwaarden van vergunning.
Er werd voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst groen, waarbij de voorwaarden mee worden overgenomen als voorwaarden van vergunning.
De voorschriften worden aangevuld met de bepaling dat een zuiverheidsstrook van maximaal 1 meter breed langsheen het gebouw is toegelaten in de zijtuinstrook.
Advies aan het college
Aan het college wordt voorgesteld om de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde voorwaarden
Voorwaarden met betrekking op de boomstructuren:
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling e.d.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
18 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
11 oktober 2019 |
Start 1e openbaar onderzoek |
22 oktober 2019 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
20 november 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
23 januari 2020 |
Start 2e openbaar onderzoek |
4 februari 2020 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
4 maart 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
24 maart 2020 |
Verslag GOA |
13 maart 2020 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen. Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden. De aanvaarde wijzingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22/10/2019 |
20/11/2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
04/02/2020 |
04/03/2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019112413 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Wouter Gehre met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2000 Antwerpen |
Eigenaars: |
CVBA WOONHAVEN ANTWERPEN met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Dokter Jennerstraat 25 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38 sectie B nr. 712A15 |
Vergunningsplichten: |
verkavelen van gronden |
Voorwerp van de aanvraag: |
afsplitsen van 1 lot voor woningbouw |
Omschrijving aanvraag
Relevante voorgeschiedenis
Huidige toestand
De verkaveling ligt in de Dokter Jennerstraat aan de rand van het centrum van Hoboken. De aanvraag is gelegen in een woonwijk die tussen 1945 en 1958 als stedenbouwkundig geheel werd ontworpen en gebouwd in de geest van de tuinwijken. Sinds 2009 werden de woningen in deze wijk gefaseerd hernieuwd en werd de overmaatse decentrale publieke ruimte toegevoegd aan de individuele kavels als extra tuinzone volgens de principes van het masterplan ‘Stuivenberg’. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft vormt één van de laatste stukjes van de decentrale publieke ruimte. Het te verkavelen terrein heeft een oppervlakte van ongeveer 375 m².
Een gedeelte, met een oppervlakte van 313 m², zal worden afgesplitst in functie van bebouwing. Het grenst aan de noordkant aan de woning op Dokter Jennerstraat 23, aan de oostkant aan de tuinen van de woningen op het Majoor Malfaitplein, aan de zuidkant aan de tuinen van de woningen op Rector Vermeylenlaan 17-23 en aan de westkant aan de Dokter Jennerstraat. Het te verkavelen deel is begroeid met jonge boompjes en struiken. Er zijn geen markante hoogteverschillen. De aanvraag is niet duidelijk wat zal gebeuren met het deel van het perceel waarvoor geen verkavelingsvoorschriften worden uitgewerkt.
De hele wijk wordt gekenmerkt door woningen met een gelijkaardige opbouw en afwerking. Woningen van het type gesloten en halfopen bebouwing wisselen elkaar af. De woningen in de Dokter Jennerstraat zijn aan de voorgevel opgebouwd uit een gelijkvloerse verdieping in rode gevelsteen en een hellend dak.
De Dokter Jennerstraat is een gemeenteweg met een rijweg in asfalt, goten in beton en een onverharde berm. Volgens de bijgevoegde motivatienota is de straat voorzien van een rioleringssysteem, elektriciteitsleidingen, waterleidingen, aardgas, telefoon en TV-distributie.
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden goed te keuren en aan de aanvrager de goedkeuring af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Voorwaarden met betrekking op de boomstructuren:
Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling e.d.
Het college beslist de bijgevoegde plannen goed te keuren.