Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020002138 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Diederik Vernimmen met als adres Pater De Dekenstraat 30 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Rosier 18 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 4sectie D nr. 2076E |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed (103414) Schilt van Keulen, Roode Lelie en De Kinderdansch.
Vergunde/vergund geachte toestand
- samenstel van drie traditionele breedhuizen genaamd "Schilt van Keulen", "Roode Lelie" en "De Kinderdansch";
- eengezinswoning bestaande uit een voor- en achterhuis, met tussenliggende koer en achterliggende tuin.
Huidige toestand
- meergezinswoning met 3 appartementen bestaande uit 2 bouwlagen onder twee parallelle zadel- en schilddaken;
- bebouwing tot op 32,87 meter met 1 patio tussenin en klein tuintje achterin;
- patio bestaande uit 2 verharde koertjes met muur ertussen;
- achterbouw bestaande uit 2 bouwlagen onder schilddak.
Gewenste toestand
- gerestaureerde eengezinswoning.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
6 februari 2020 |
17 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
6 februari 2020 |
11 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aangevraagde werken betreffen de renovatie van een historisch pand en hebben geen impact op de functionele inpasbaarheid.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een samenstel van drie traditionele breedhuizen genaamd "Schilt van Keulen", "Roode Lelie" en "De Kinderdansch", te dateren in de eerste helft van de 17de eeuw en in de 18de eeuw omgebouwd tot één geheel.
Het gebouw heeft een grote historische waarde. Het geldt als een voorbeeld van een in de kern 17de-eeuws pand, dat teruggaat op een 14de- of 15de-eeuws gebouw (kruisribgewelven in de kelders), dat later omgebouwd werd tot een 18de-eeuws stadspaleis. Door verbouwingen in de 19de eeuw is deze context voor een stuk verloren gegaan en in de leesbaarheid van het 18de-eeuwse gebouw aangetast, hoewel het koetshuis als dusdanig nog wel herkenbaar is.
Gezien de ligging van het pand in een gebied met culturele, historische en / of esthetische waarde en de opname ervan in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, moet de impact van de wijzigingen op de erfgoedwaarde beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop.
De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig. Het advies laat zich als volgt samenvatten:
“De voorgestelde ingrepen op de gelijkvloerse verdieping werden niet afgestemd op de waardenstelling die in het CHE-rapport werd voorzien.
Als voorwaarde zal worden opgelegd om de muur tussen de gang en fietsenberging die in het rapport als wand met hoge erfgoedwaarde wordt ingekleurd, te behouden is. Er dient een andere oplossing gevonden te worden om de fietsenstalling toegankelijk te maken. Er kan een beperkte opening in de wand gemaakt worden. Dit heeft als logisch gevolg dat ook de muur met hele hoge erfgoedwaarde (oorspronkelijke achtergevel, nu penant in gang) moet bewaard blijven. Dit heeft geen consequenties naar gebruik van de gang.
Voor het opmaken van de opening naar de koer dient er eerst onderzoek te gebeuren, op basis van plaatselijk afkappen van de bepleistering kan onderzocht worden of hier effectief een opening naar de gang voorzien was. Indien later ingevuld met metselwerk, vormt dit een motivatie om hier opnieuw een opening te voorzien.
Ter hoogte van de gang naar de achterbouw op de eerste verdieping werd het vloermateriaal over de muur heen voorzien op plan waardoor het lijkt alsof dit stuk wand verdwijnt. Er wordt uitgegaan van een tekenfout en dus behoud van het deel gearceerde muur.”
De voorwaarden in dit advies worden mee opgenomen in de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet aan de actuele eisen inzake hinderaspecten en woonkwaliteit.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. behoud van de muur tussen de gang en de fietsenberging op de gelijkvloerse verdieping;
2. afkappen van de bepleistering ter hoogte van de verdiepte gevel in de koer om te zien of dit een oorspronkelijke opening was tussen gang en koer – indien dit zo is kan er een opening gemaakt worden;
3. behoud van de achtergevel van het gelijkvloers ter hoogte van de gang naar het achterhuis;
4. behoud van de muur ter hoogte van de gang van de eerste verdieping naar het achterhuis;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
9 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
6 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 april 2020 |
Verslag GOA |
16 maart 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. behoud van de muur tussen de gang en de fietsenberging op de gelijkvloerse verdieping;
2. afkappen van de bepleistering ter hoogte van de verdiepte gevel in de koer om te zien of dit een oorspronkelijke opening was tussen gang en koer – indien dit zo is kan er een opening gemaakt worden;
3. behoud van de achtergevel van het gelijkvloers ter hoogte van de gang naar het achterhuis;
4. behoud van de muur ter hoogte van de gang van de eerste verdieping naar het achterhuis;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.