Terug
Gepubliceerd op 23/03/2020

2020_CBS_02569 - Omgevingsvergunning - OMV_2019091802. Schepersveldlei 54. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02569 - Omgevingsvergunning - OMV_2019091802. Schepersveldlei 54. District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_02569 - Omgevingsvergunning - OMV_2019091802. Schepersveldlei 54. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019091802

Gegevens van de aanvrager:

Dave en Femke De Ridder - Smits met als adres Schepersveldlei 54 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Schepersveldlei 54 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 33sectie H nr. 539D7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          16/01/1978: vergunning (803#4808) voor het bouwen van een garage;

-          21/11/1979: vergunning (803#4657) voor het bouwen van een eengezinswoning met garage.

Vergunde en huidige toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in halfopen bebouwing.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing met een gelijkvloerse uitbreiding, 2 dakkapellen en een tuinhuis.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen van een eengezinswoning waarbij er een gelijkvloerse, getrapte, uitbreiding wordt voorzien met een maximale bouwdiepte van 15 m;

-          in het dak wordt voor- en achteraan een dakkapel geplaatst;

-          achterin de tuin wordt een tuinberging met luifel voorzien, tegen de rechter perceelsgrens;

-          er worden een hemelwaterput en een infiltratievoorziening geplaatst.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan  Mariaburg.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning (197726) op volgende punten:

-          Artikel 1.05 – Algemeen geldende voorschriften: 1° Dakvensters: het plaatsen van dakvensters is slechts toegelaten wanneer de dakhelling 40° overschrijdt. Dit dak helt slechts 33°;

-          Artikel 2.01 (5°) – Welstand van de gebouwen: voor gevels zichtbaar vanaf de openbare weg is enkel een afwerking met gevelsteen toegelaten. Een deel van de uitbreiding, afgewerkt met thermowood, is zichtbaar vanaf de openbare weg;

-          Artikel 2.02 – Strook voor binnenplaatsen en tuinen: de voorziene tuinberging houdt een afstand van slechts 1 m van de linker perceelgrens in plaats van de minimaal vereiste 3 m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende  punten:

  • Artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuren van het nieuwe platte dak van de uitbreiding bezitten een opstand van slechts 15 cm ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
  • Artikel 35 – Afvoerkanalen en uitlaten van gassen: de schouw links van de dakkapel vooraan wordt niet geplaatst conform artikel 35 van de bouwcode.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

OF

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont een aantal afwijkingen ten aanzien van de geldende voorschriften, waarbij voor sommige daarvan in de eindbeoordeling voorwaarden kunnen worden opgenomen om de aanvraag alsnog te laten voldoen aan de artikels in kwestie.

In bepaalde gevallen is dat echter niet zo, zoals bijvoorbeeld inzake bouwvolume. Zo is er in principe vooraan een dakvlakvenster toegelaten; de constructie, die zorgt voor een groter gebruiksgenot in de woning, zorgt echter niet voor enige nadelige impact voor de buurpercelen en er zijn in dit deel van het straatbeeld reeds gelijkaardige dakkapellen aanwezig, buiten de geldende verkaveling maar voldoende nabij, waardoor zonder meer kan gesteld worden dat de dakkapel in zijn hoedanigheid ruimtelijk aanvaardbaar is.

Voor het bijgebouw achteraan geldt een plaatsing ofwel op de perceelsgrens ofwel op minimaal 3 m afstand ervan. Naar de linkerperceelsgrens wordt hier slechts een afstand van 1 m gehanteerd maar de inpassing van het bijgebouw is, zelfs op deze manier, niet nadelig voor de aanpalende percelen, dit ook gelet op de beperkte hoogte ervan. Bovendien kan niet van een grotere invloed gesproken worden dan wanneer het bijgebouw zou worden opgetrokken pal op de perceelsgrens. Er wordt dan ook geoordeeld dat vermelde afwijking ruimtelijk aanvaardbaar is en dat beide afwijkingen als dusdanig kunnen bekrachtigd worden.

Bijkomend hanteert de uitbreiding van de woning vooraan een materiaalafwerking in houtmateriaal, ook voor het hogere deel ervan, dat dus vanop straat zichtbaar is; alle vanop het openbaar domein zichtbare gevels dienen principieel te worden uitgevoerd in baksteen. Gelet echter op de zeer beperkte verhoging van dit gebouwdeel, de zeer beperkte zichtbaarheid van aan de straat en de visueel correcte inpassing van vermeld materiaal, wordt geoordeeld dat vermelde afwijking aanvaardbaar is en bijgevolg eveneens dermate kan bekrachtigd worden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter verbouwings- en uitbreidingswerken en het optrekken van een bijgebouw aan en bij een vergunde eengezinswoning. Gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling en het geldende Ruimtelijk Uitvoeringsplan is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De nieuwe volumetrie, van zowel de woning als van het bijgebouw, is grotendeels eensluidend met de bepalingen van de geldende verkaveling, uitgezonderd enerzijds de dakkapel aan de voorzijde en anderzijds de zijdelingse afstand van het bijgebouw tot aan de linker perceelsgrens.

Er is normaal gezien aan de voorzijde geen dakkapel toegelaten maar het element in kwestie is zeker geen ongewenste uitbreiding van de interne gebruiksruimte van de woning en zorgt bijgevolg voor een groter gebruiksgenot, zonder nadelige impact op de aanpalende percelen te creëren. Bijkomend zijn er in dezelfde gebouwenrij reeds gelijkaardige dakkapellen aanwezig, weliswaar buiten de huidige verkaveling maar op een voldoende beperkte afstand, waardoor voldoende sprake is van een precedent en kan gesteld worden dat de dakkapel in zijn hoedanigheid ruimtelijk aanvaardbaar is.

Voor het bijgebouw geldt dat ofwel op de perceelsgrens dient gebouwd te worden ofwel op minimaal 3 m er vandaan. Hier wordt naar één perceelsgrens toe een afstand van 1 m gehanteerd. De inpassing van het bijgebouw is echter, ook op slechts 1 m afstand, niet nadelig voor de aanpalende percelen, dit ook gelet op de beperkte hoogte ervan; deze laatste is trouwens geheel in overeenstemming met de geldende voorschriften dienaangaande. Bovendien kan niet van een grotere invloed gesproken worden dan wanneer het bijgebouw zou worden opgetrokken op de perceelsgrens. Er wordt dan ook geoordeeld dat vermelde afwijking ruimtelijk aanvaardbaar is.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gebruikte materialen zijn hoofdzakelijk in overeenstemming met de geldende voorschriften van de verkaveling, uitgezonderd de afwerking met houtmateriaal aan de voorzijde van het verhoogde deel van de gelijkvloerse uitbreiding; dit aangezien dit deel zichtbaar is vanop de straat en hier principieel baksteen dient gebruikt te worden.

Aangezien de verhoging zeer gering is qua maatvoering, in feite nauwelijks zichtbaar vanop het openbaar domein en het materiaal visueel aanvaardbaar is in zijn gebouwde context, wordt geoordeeld dat vermelde afwijking aanvaardbaar is. Het advies voor dit deelaspect is gunstig.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het bijgebouw in zijn geheel 35 cm lager uit te voeren dan voorzien op de plannen, zodat de scheidsmuur voldoet aan de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling;

2.      een strook van 30 cm, ten opzichte van de perceelsgrens, van het dak van het bijgebouw te bekleden met een materiaal dat beschikt over een brandweerstand van minimaal 1 uur;

3.      het afvoerkanaal aan de voorgevel van de woning, aan de linkerzijde, uit te voeren conform artikel 35 van de Antwerpse bouwcode;

4.      de verharding in de tuinzone te beperken zoals aangegeven op het inplantingsplan, namelijk slechts ter hoogte van het bijgebouw en ter hoogte van het terras achter de woning, en de bestaande verharding in de tuinzone (die slechts zichtbaar is op de foto’s bij de bezwaarschriften) in zijn geheel te verwijderen;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 december 2019

Volledig- en ontvankelijk

17 december 2019

Start openbaar onderzoek

26 december 2019

Einde openbaar onderzoek

24 januari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 maart 2020

Verslag GOA

13 maart 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

26 december 2019

24 januari 2020

2

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden binnen de looptijd van het openbaar onderzoek 3 bezwaarschriften ingediend, waarvan 1 digitaal, die zich als volgt laten samenvatten:

1.      Niet rechtsgeldige aanvraag: de aanvraag bevat niet het door de aanpalende buur vereiste akkoord om een muur op te trekken op de perceelsgrens.

Beoordeling:

De van kracht zijnde verkaveling vereist vermeld akkoord niet, noch is dit nodig vanuit de vigerende wetgeving inzake ruimtelijke ordening. Het is de verantwoordelijkheid van de vergunningverlenende overheid hierover te oordelen, in het kader van de goede ruimtelijke ordening, en er wordt vastgesteld dat de muur in kwestie geheel overeenstemmend de voorschriften dienaangaande van de geldende verkaveling wordt opgetrokken; de enige uitzondering is de hoogte van de scheidsmuur, die 35 cm hoger wordt voorzien dan wat wordt toegelaten. Er zal dan ook in de voorwaarden worden opgenomen het geheel met 35 cm te verlagen.

Het bezwaar is deels gegrond.

2.      Onlogische inplanting:het bijgebouw in kwestie zou beter tegen de bestaande scheidsmuur op de linker perceelsgrens worden opgetrokken.

Beoordeling:

De voorschriften van de verkaveling voorzien niet in het verplicht tegen een bestaande scheidsmuur aanbouwen doch laten binnen bepaalde grenzen een zekere marge toe qua inplanting. Het huidige voorstel voldoet aan de geldende voorschriften waardoor de voorziene volumetrie ruimtelijk aanvaardbaar is.

Het bezwaar is ongegrond.

3.      Parkeren in de tuinzone:de luifel van het bijgebouw zal zonder meer als stalplaats voor een kampeerwagen dienst doen.

Beoordeling

Los van het feit dat in principe geen tuinzone wordt opgegeven om louter in te parkeren, dient de vergunningverlenende overheid een oordeel te formuleren op basis van de aangeleverde informatie en mag niet uitgaan van mogelijke hypotheses; de aangevraagde bestemming van het bijgebouw is aanvaardbaar binnen de bepalingen van zowel de verkaveling als die van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan.

Het bezwaar is ongegrond.

4.      Wegname zonlicht en uitzicht: de bestaande garage wordt uitgebreid tot 2 m voorbij de garage van het buurpand en dit tot een hoogte van 3,30 m, hetgeen tot een onaanvaardbare vermindering van uitzicht en lichtinval zal leiden.

Beoordeling:

De geplande uitbreiding van de woning valt geheel binnen de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling (die bovendien ook geldig zijn voor het aanpalende perceel) waardoor juridische zekerheid bestaat aangaande het feit dat vermelde uitbreiding zich conformeert aan de geldende bouwmogelijkheden.

Het bezwaar is ongegrond.

5.      Teveel aan verharding:in de tuinzone zou bijkomende verharding voorzien worden, daar waar nu reeds een groot deel van de achtertuin verhard werd.

Beoordeling

De vergunningverlenende overheid dient het dossier te beoordelen op basis van de aangeleverde informatie en deze vermelden beperkte verhardingen, louter ter hoogte van het bijgebouw en van het terras en betreffende voldoet aan de gestelde bepalingen (namelijk: maximaal 1/3de van de gehele tuinoppervlakte = 250 / 3 = ± 83 m². Uit de aangeleverde foto’s bij de bezwaren is zichtbaar dat een groot deel van de huidige achtertuin reeds verhard is – uit de tekeningen van de aanvraag wordt verondersteld dat betreffende verharding zal worden verwijderd (dit kan als extra expliciete voorwaarde worden opgenomen in de voorwaarden van de eindbeoordeling, zonder dat er echter sprake is van een afwijking).

Het bezwaar is ongegrond.

6.      Ontbreken erfdienstbaarheid:de aanvrager gebruikt zonder beperking het aanpalende perceel om overheen te rijden naar zijn tuin, met zowel kampeerwagen als rollend materieel, terwijl er geen sprake is van een erfdienstbaarheid.

Beoordeling:

Los van het feit dat principieel geen vergunning wordt verleend voor het parkeren in de tuinzone, is dit aspect in wezen een burgerrechtelijke aangelegenheid, dewelke niet onderhevig is aan een ruimtelijke of stedenbouwkundige beoordeling; zij kan dan ook geen onderdeel uitmaken van deze procedure.

Het bezwaar is ongegrond.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het bijgebouw in zijn geheel 35 cm lager uit te voeren dan voorzien op de plannen, zodat de scheidsmuur voldoet aan de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling;

2.      een strook van 30 cm, ten opzichte van de perceelsgrens, van het dak van het bijgebouw te bekleden met een materiaal dat beschikt over een brandweerstand van minimaal 1 uur;

3.      het afvoerkanaal aan de voorgevel van de woning, aan de linkerzijde, uit te voeren conform artikel 35 van de Antwerpse bouwcode;

4.      de verharding in de tuinzone te beperken zoals aangegeven op het inplantingsplan, namelijk slechts ter hoogte van het bijgebouw en ter hoogte van het terras achter de woning, en de bestaande verharding in de tuinzone (die slechts zichtbaar is op de foto’s bij de bezwaarschriften) in zijn geheel te verwijderen;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.