Terug
Gepubliceerd op 23/03/2020

2020_CBS_02549 - Omgevingsvergunning - OMV_2019164102. Alfons Schneiderlaan 31. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02549 - Omgevingsvergunning - OMV_2019164102. Alfons Schneiderlaan 31. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_02549 - Omgevingsvergunning - OMV_2019164102. Alfons Schneiderlaan 31. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019164102

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Nancy De Saeger met als adres Alfons Schneiderlaan 31 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Alfons Schneiderlaan 31 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30sectie A nr. 465B2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van achterbouw met verhoogd terras en het regulariseren van uitbreiding 2de verdieping

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          06/02/1957: vergunning (627#17547) bouwen woonhuis.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          eengezinswoning (bel-etage) bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak.

 

Huidige toestand

 

-          eengezinswoning (bel-etage) bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          achterbouw op de 2de verdieping onder een plat dak;

-          achterbouw op de 1ste verdieping onder een hellend dak;

-          luifel op het gelijkvloers.

 

Gewenste toestand

 

-          eengezinswoning (bel-etage) bestaande uit 3 bouwlagen onder een plat dak;

-          achterbouw op de 2de verdieping onder een plat dak;

-          achterbouw op de 1ste verdieping onder een plat dak met aansluitend een open terras;

-          overdekt terras op het gelijkvloers.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          het uitbreiden van de achterbouw met verhoogd terras op de eerste verdieping;

-          het regulariseren van de uitbreiding op de tweede verdieping;

-          het afbreken van bestaande luifel op het gelijkvloers.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

het inpandig terras op de 1ste verdieping heeft een vrije hoogte van 2,59 meter i.p.v. 2,60 meter;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

de keuken op de 1ste verdieping heeft geen directe toegang tot licht en luchttoevoer;

  • artikel 27 Open ruimte:
    de voortuin werd volledig verhard;
    • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

er is een zichtscherm geplaatst op de perceelsgrens, deze dient uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal;

het gedeelte van de scheidingsmuur heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

 
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag beoogt slechts verbouwingen aan een bestaande eengezinswoning met behoud van de bestemming in kwestie waardoor in betreffend woongebied de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag omvat het uitbreiden van een eengezinswoning met een toevoeging op de 1ste en 2de verdieping. Op de 1ste verdieping wordt de bouwdiepte vermeerderd door een terras toe te voegen. Daardoor komt de totale bouwdiepte op de 1ste verdieping op 15 m. Deze bouwdiepte overschrijdt de toegelaten maximale bouwdiepte niet en blijft achter of komt gelijk met de bestaande bouwdieptes van de aanliggende woningen. Op de tweede verdieping vraagt de aanvrager een regularisatie aan om de bestaande bouwdiepte uit te breiden met een bureau. Deze uitbreiding is in harmonie met het referentiebeeld en bijgevolg aanvaardbaar. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden ingestemd met het bouwvolume zoals voorgesteld.

 

Op basis van de foto’s en het inplantingsplan in het dossier wordt vastgesteld dat de voortuin volledig verhard is waardoor er onder andere geparkeerd wordt voor de voordeur.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het volledig verharden van de voortuin niet wenselijk. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten, … en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. De voortuin dient terug gebracht te worden zoals opgetekend in de laatst vergunde toestand (dd. 06/02/1957) waarbij enkel de strikt noodzakelijke toegangen zijn verhard (toegang naar garage en voortuin) en de overige ruimte groen zijn ingericht.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel wordt niet gewijzigd. Het straatbeeld wordt niet aangetast. Het terras achteraan zal volledig voorzien worden in hout. De veranda op de 1ste verdieping wordt voorzien in aluminium. Deze materialen zijn neutraal en worden op visueel vlak niet als storend ervaren.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het inpandige terras op de 1ste verdieping heeft een vrije hoogte van slechts 2,59 m, waardoor de aanvraag strijdig is met de bouwcode. Echter gaat het hier om een zeer beperkte afwijking van slechts 0,01 m in een ruimte die meer dan voldoende voorzien wordt van natuurlijk daglicht door de grote aanliggende raampartijen in de achtergevel.

 

De keuken op de 1ste verdieping heeft geen directe toegang tot daglicht en luchttoevoer waardoor deze strijdig is met artikel 24 van de bouwcode. Inzake de luchttoevoer is de keuken gelegen aan een schuifraam dat wijds open gaat en een veranda met dubbele deur met aanliggend het terras. Door deze twee deuren open te zetten kan er voldoende luchttoevoer worden gerealiseerd in deze keuken en achterliggende ruimtes. Hoewel strijdig met het artikel is er in de voorliggende aanvraag geen sprake van onvoldoende luchttoevoer in de keuken. Echter is er wel een probleem inzake lichtinval. Voldoende lichtinval in de keuken en achterliggende ruimtes kan wel worden gerealiseerd door het dak van de veranda in glas (of een ander doorzichtig materiaal dat voldoende licht doorlaat) uit te voeren. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Het bovenste platte dak van het pand wordt niet voorzien van een opstand van minimaal 0,30 m waardoor de (brand)veiligheid in het gedrang komt. Echter gaat het hier om een bestaande en een deels te regulariseren toestand. Het opleggen van een minimale opstand van 0,30 m zou resulteren in de afbraak van het bestaande dak om het zo te verlagen tot de gewenste hoogte. Deze werken staan niet in verhouding met de beoogde werken in de voorliggende aanvraag. Echter kan niet worden afgeweken van de (brand)veiligheid, omdat het hier gaat om de veiligheid van de gebruikers en omwonenden. Deze opstand is echter niet vereist indien aan volgende voorwaarde voldaan is. De dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Verder werd een zichtscherm geplaatst ter hoogte van het terras op de 1ste verdieping om zo rechtstreekse zichten te vermijden tegenover de rechterbuur. Dit zichtscherm werd geplaatst op de perceelsgrens. In principe is het zichtscherm strijdig met artikel 34 van de bouwcode omdat het niet uitgevoerd wordt in een massief ongeperforeerd materiaal. In voorwaarden wordt opgenomen om het zichtscherm te voorzien op het eigen perceel en niet te plaatsen op het perceel van de rechterbuur of op de perceelsgrens. Het gaat hier echter om een zichtscherm dat enkel dient om het zicht af te schermen van mogelijke inkijk, waardoor kan worden afgeweken van dit artikel.

 

Inzake privacy zijn er echter wel nog zijdelingse zichten mogelijk vanop het terras op de 1ste verdieping. Dit zowel naar de linker- als rechterbuur. Bijgevolg wordt opgelegd om aan weerzijden van het terras een muurtje of zichtscherm te voorzien van minstens 1,90 m hoog en 0,60 m breed, dat op het eigen perceel voorzien wordt en gemeten vanaf de scheidingsmuur met de buur. Deze zichtschermen dienen dwars op de scheidingsmuur geplaatst te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het dak van de veranda achteraan op de 1ste verdieping voorzien van doorzichtig glas;

2.      het zichtscherm op de 1ste verdieping tegenover de rechterbuur voorzien op het eigen perceel en niet te plaatsen op het perceel van de rechterbuur of op de perceelsgrens;

3.      het terras voorzien van twee zichtschermen van minstens 1,90 m hoog en 0,60 m breed en dit zowel aan de linker- als rechterzijde van het terras;

4.      de dakbekleding van het bovenste dak valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

5.      de voortuin terugbrengen zoals opgetekend in de laatst vergunde toestand (dd. 06/02/1957) en conform artikel 27 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 december 2019

Volledig- en ontvankelijk

27 januari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 maart 2020

Verslag GOA

13 maart 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het dak van de veranda achteraan op de 1ste verdieping voorzien van doorzichtig glas;

2.      het zichtscherm op de 1ste verdieping tegenover de rechterbuur voorzien op het eigen perceel en niet te plaatsen op het perceel van de rechterbuur of op de perceelsgrens;

3.      het terras voorzien van twee zichtschermen van minstens 1,90 m hoog en 0,60 m breed en dit zowel aan de linker- als rechterzijde van het terras;

4.      de dakbekleding van het bovenste dak valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

5.      de voortuin terugbrengen zoals opgetekend in de laatst vergunde toestand (dd. 06/02/1957) en conform artikel 27 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.