Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019129237 |
Gegevens van de aanvrager: |
Myriam Heuvelman namens Antwerpen met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Peter Benoitlaan 31 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nr. 271K |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van een repititielokaal (dagrecreatie) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Huidige toestand
- repetitielokaal (dagrecreatie);
- pand in open bebouwing met één bouwlaag onder plat dak;
- voetafdruk 16,00 m op 22,00 m;
- maximale bouwhoogte 4,35 m;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- conform huidige toestand (regularisatie).
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de bestaande toestand (functie, volume, gevelafwerking);
- doorvoeren van niet constructieve werken in kader van de hemelwaterverordening en de verordening toegankelijkheid:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
7 februari 2020 |
9 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
7 februari 2020 |
3 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
7 februari 2020 |
18 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
7 februari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
7 februari 2020 |
24 februari 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
7 februari 2020 |
12 februari 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ visit Antwerpen |
7 februari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
7 februari 2020 |
25 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
7 februari 2020 |
26 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor recreatie-art. 5.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Toegankelijkheid
De aanvraag wijkt af van artikel 19 en 28 van de verordening toegankelijkheid. Aan de inkom wordt een nieuwe helling voorzien met een hellingspercentage van 14%. De hellingspercentage kan maximaal 8,3% bedragen. Bijkomend moet de toog in de repetitiezaal over een verlaagd gedeelte beschikken. Deze worden als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag bevat een regularisatie van een repetitielokaal gelegen aan de Peter Benoitlaan te Deurne. Het gebouw werd volgens de aanvrager vermoedelijk rond 1979 gebouwd, echter is er geen aantoonbaar bewijs om als geacht vergund beschouwd te kunnen worden.
Het gebouw is eigendom van de Stad Antwerpen en zal in concessie worden toegewezen aan verschillende vrijetijdsverenigingen zoals een zangkoor, theatergezelschap en een muziekharmonie.
Het perceel is gelegen binnen de perimeter van het goedgekeurde ruimtelijk uitvoeringsplan Ruggeveld-Silsburg in de bestemmingszone RC1 (Recreatie en cultuur). Binnen deze bestemmingszone zijn de volgende functies toegelaten als hoofdbestemming: voorzieningen gericht op dagrecreatie, zoals sporten of spelen in open lucht, verenigingsleven, hondenclubs, jeugdverenigingen, hobbylandbouw. De voorgestelde functie is in overeenstemming met de toegelaten hoofdbestemmingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het gebouw wordt gebruikt door lokale verenigingen als repetitielokaal. Er worden geen optredens, voorstellingen of feestjes gepland. Aangezien het lokaal gericht is op gebruik door de buurt, moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er wordt 1 parkeerplaats voor mindervaliden ingericht op eigen terrein.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
|
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gebouw heeft een afmeting van 22 m x 16 m. Het volume bestaat uit 1 bouwlaag onder een plat dak met een maximale bouwhoogte van circa 4,35 m. Een gedeelte van het gebouw is voorzien van een verlaagd deel met een bouwhoogte van 2,69 m.
Het gebouw is ingeplant tussen twee gebouwen, waar zich eveneens een aantal verenigingslokalen en een sportclub situeren. Het gebouw is opgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder artikel 1.2.1 ‘Bestaande functie zonder woonfunctie’. De inplanting van het gebouw is conform de inplanting in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het gebouw is inpasbaar in de omgeving, bijgevolg is de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
Het gebouw is een massieve constructie afgewerkt met donkerrode baksteen. Het buitenschrijnwerk is voorzien in donkerbruin aluminium. De afwerking is niet storend voor de omgeving, bijgevolg is de afwerking stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat een ruimte waar geluid en muziek geproduceerd wordt. In dat kader werd de aanvraag ter advies voorgelegd aan de stedelijke milieudienst. De dienst verleent een voorwaardelijk gunstig advies:
“De lijst van IIOA’s, opgenomen in VLAREM II, omvat met rubriek 32 een rubriek die de verschillende ontspanningsinrichtingen en schietstanden indeelt. Specifiek rubriek 32.1 maar ook 32.2 omvatten inrichtingen met muziekactiviteiten die op basis van het geproduceerde geluidsvolume nog onderverdeeld worden in subrubrieken.
In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat de repetitieruimte in concessie zal gegeven worden aan onder andere een zangkoor, een theatergezelschap en een muziekharmonie. Deze organisaties produceren wel muziek maar over het algemeen geen elektronisch versterkte muziek. Bovendien zijn repetitieruimtes per definitie niet ingedeeld voor muziekactiviteiten want niet publiek toegankelijk.
Op één van de plannen in het aanvraagdossier wordt echter een zaal met een publiek toegankelijke oppervlakte van 283 m² ingetekend. Er wordt eveneens vermeld dat het maximaal aantal toegelaten personen 190 is. Bijgevolg is er toch reden om te veronderstellen dat er een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van toepassing zou kunnen zijn bij deze omgevingsvergunningsaanvraag.
Indien in deze repetitieruimte niet alleen repetities plaatsvinden maar ook publiek toegankelijke voorstellingen gegeven worden of andere activiteiten waarbij publiek aanwezig is (bijvoorbeeld feesten, tentoonstellingen, sport, …), is rubriek 32.2.2 van toepassing. Indien muziek elektronisch versterkt wordt – eveneens in aanwezigheid van publiek – is ook mogelijks rubriek 32.1.1 van toepassing.”
Het gebouw wordt hoofdzakelijk in gebruik genomen als repetitieruimte door lokale verenigingen. Er worden geen optredens, voorstellingen of feestjes gepland. In geval toch occasioneel een evenement plaats zou vinden, dient de aanvrager zich in regel te stellen met een Omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. In de repetitiezaal worden onvoldoende grote gevelopeningen voorzien voor de toevoer van licht en lucht. Gezien de voorgestelde functies (theater en muziek) en de invloed van lichtinval op de lichteffecten in dergelijke ruimtes, kan een afwijking worden toegestaan van dit artikel.
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode. Het gebouw wordt niet voorzien van een groendak. In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat omwille van het garanderen van de stabiliteit van de bestaande dakconstructie, het niet mogelijk is om het bestaande dak bijkomend te voorzien van de draaglast van een groendak. Gelet op het feit dat compenserende maatregelen gerealiseerd worden voor het opvangen van hemelwater, zoals het voorzien van een regenwaterput en infiltratiebekken met buffervolume, kan eveneens een afwijking worden toegestaan van dit artikel.
Op het funderingsplan wordt een septische put weergegeven. De dimensionering van de septische put is echter onduidelijk. Als voorwaarde wordt opgelegd een septische put te voorzien conform de vereiste inhoud volgens artikel 43 van de bouwcode.
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. een septische put voorzien conform de vereiste inhoud volgens artikel 43 van de bouwcode;
2. de hellingsgraad van de nieuwe helling ter hoogte van de inkom te beperken tot 8,3%;
3. de toog in de repetitiezaal te voorzien van een verlaagd gedeelte;
4. Indien niet alleen repetities plaatsvinden maar ook publiek toegankelijke voorstellingen gegeven worden of andere activiteiten waarbij publiek aanwezig is (bijvoorbeeld feesten, tentoonstellingen, sport, …), is rubriek 32.2.2 van toepassing. Indien muziek elektronisch versterkt wordt – eveneens in aanwezigheid van publiek – is mogelijks ook rubriek 32.1.1 van toepassing en moet een Omgevingsvergunning bekomen worden voor de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten;
5. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
6. het bijgevoegd hydraulisch en technisch advies strikt na te leven;
7. het advies van ASTRID-veiligheidscommissie strikt na te leven.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
23 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
7 april 2020 |
Verslag GOA |
16 maart 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. een septische put voorzien conform de vereiste inhoud volgens artikel 43 van de bouwcode;
2. de hellingsgraad van de nieuwe helling ter hoogte van de inkom te beperken tot 8,3%;
3. de toog in de repetitiezaal te voorzien van een verlaagd gedeelte;
4. Indien niet alleen repetities plaatsvinden maar ook publiek toegankelijke voorstellingen gegeven worden of andere activiteiten waarbij publiek aanwezig is (bijvoorbeeld feesten, tentoonstellingen, sport, …), is rubriek 32.2.2 van toepassing. Indien muziek elektronisch versterkt wordt – eveneens in aanwezigheid van publiek – is mogelijks ook rubriek 32.1.1 van toepassing en moet een Omgevingsvergunning bekomen worden voor de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten;
5. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
6. het bijgevoegd hydraulisch en technisch advies strikt na te leven;
7. het advies van ASTRID-veiligheidscommissie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.