Terug
Gepubliceerd op 26/10/2020

2020_CBS_08737 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103873. Ringlaan 117. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08737 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103873. Ringlaan 117. District Merksem - Goedkeuring 2020_CBS_08737 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103873. Ringlaan 117. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020103873

Gegevens van de aanvrager:

BVBA ANKAR met als adres Azalealaan 22 te 2970 Schilde

Ligging van het project:

Ringlaan 117 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41 sectie B nr. 343V2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van kantoorruimte naar 3 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/02/2010: vergunning (20096163) voor het verbouwen van een appartement tot kantoor;

-          08/10/1992: vergunning (1974#8928) voor het bouwen van 19 woongelegenheden en een winkel.

Vergunde/geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder plat dak met op het gelijkvloers een kantoorruimte met een netto-vloeroppervlakte van circa 172 m²;

-          verdieping 1 bestaat uit 1 drie-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 97 m² en 1 twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 87 m²;

-          verdieping 2 bestaat uit 1 drie-slaapkamer-appartement met een netto vloeroppervlakte van circa 97 m² en 1 twee-slaapkamer-appartement met een netto vloeroppervlakte van circa 87 m²;

-          achteraan 5 garageboxen, aansluitend op de tuinen van de gelijkvloerse verdieping.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand, uitgezonderd het feit dat de linker wooneenheid op de eerste verdieping werd omgevormd tot kantoorruimte en dat op het gelijkvloers rechts achteraan een veranda werd bijgebouwd.

Gewenste toestand

-          conform vergunde toestand, uitgezonderd het feit dat er op het gelijkvloers 2 twee-slaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 85 m² en circa 87 m² worden voorzien in plaats van het kantoorgedeelte, dat de wooneenheid op +1 in vergunde toestand wordt hersteld, dat vermelde veranda wordt afgebroken en dat van 1 van de achteraan gelegen garageboxen een gemeenschappelijke fietsen- en afvalberging wordt gemaakt.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en omvormen van de kantoorruimtes op het gelijkvloers tot 2 afzonderlijke appartementen;

-          herstellen van de oorspronkelijke toestand van de kantoorruimte op de eerste verdieping naar 1 appartement;

-          slopen van een niet-vergunde veranda op het gelijkvloers;

-          omvormen van een garage naar een gemeenschappelijke fietsen- en afvalberging.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

2 september 2020

14 september 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

2 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

2 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

2 september 2020

14 september 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

2 september 2020

15 september 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 26 – Afvalverzameling

de gemeenschappelijke ruimte voor afvalverzameling is niet afgescheiden van de fietsenstalplaatsen;

  • Artikel 28 – Minimale oppervlakte buitenruimte

het appartement op de eerste verdieping heeft geen buitenruimte van minimaal 4 m².

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 26 – Afvalverzameling

de gemeenschappelijke ruimte voor afvalverzameling is niet afgescheiden van de fietsenstalplaatsen. Er zal in voorwaarden opgelegd worden de fietsenstalling en de gemeenschappelijke ruimte voor afvalverzameling van elkaar te scheiden.

  • Artikel 28 – Minimale oppervlakte buitenruimte

het appartement op de eerste verdieping heeft geen buitenruimte van minimaal 4 m².

Aangezien dit onderdeel van de aanvraag het herstel van een kantoor naar de vergunde toestand, een woning, betreft, is deze afwijking aanvaardbaar.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het omvormen van een kantoorruimte op het gelijkvloers naar 2 tweeslaapkamer-appartementen en het herstellen van de functie van drieslaapkamer-appartement op de eerste verdieping, conform de vergunde toestand. De stadsdienst business en innovatie heeft wat de voorgestelde werken en functiewijziging betreft, geen bezwaar.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume. Het creëren van twee bijkomende woongelegenheden is ruimtelijk aanvaardbaar. Het overschrijdt de draagkracht van het pand en de omgeving niet.

Verder wordt een niet vergunde veranda verwijderd, die in de bestaande toestand op het gelijkvloers aanwezig is. Het herstel naar de laatst vergunde toestand heeft een positief effect op de infiltratie van regenwater in de bodem en het (opnieuw) voorzien van een kwalitatieve tuinzone.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het aangevraagde betreft geen voorgevelwijzigingen. Aan de achtergevel wordt op het gelijkvloers van het rechterappartement zwarte vlakke beplating als gevelbekleding geplaatst. In de motivatienota  horende bij de aanvraag wordt verduidelijkt uit welk materiaal deze beplating bestaat. De materialen van de nieuwe gevels moeten duurzaam zijn en in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. De voorgestelde panelen kunnen aldus beoordeeld worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft omvormen van kantoorruimte naar 2 appartementen

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging.

Het kantoor op het gelijkvloers wordt opgedeeld in 2 appartementen. Volgens de laats vergunde toestand zijn er op de bovenliggende verdiepingen 4 appartementen. Deze blijven behouden.

 

Er komen dus 2 wooneenheden bij.

 

2 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,35: 2 x 1,35 = 2,70 -> 3.

 

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 4 (3 + 1).

 

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 2 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 0 = 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

 

Er zijn in de vergunde toestand 5 garageboxen en er zijn 4 appartementen en 1 kantoor van 175m2. Voor de 4 appartementen zijn er dus 4 garages en voor het kantoor is er een bestaande parkeerbehoefte van 3. Er is nog 1 garage over voor het kantoor en 2 plaatsen staan dus nu op straat.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 2 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 2 bijkomende appartementen moeten er 6 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          2 appartementen met 2 slaapkamers = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6

Er wordt een garagebox omgebouwd naar fietsenberging. Er kunnen 6 fietsen gestald worden. De afstand tussen 2 fietsstalplaatsen moet minimum 40cm bedragen, dat is hier niet het geval. Echter is er voldoende plaats om aan gestelde eis te voldoen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de omgevormde garagebox dient zo ingericht te worden dat de afvalberging minimaal 4 m² groot is en afgezonderd ten opzichte van de fietsenstalling – bovendien dient deze laatste ingericht te worden zodat tussen de individuele fietsen minimaal 40 cm beschikbaar is;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 augustus 2020

Volledig en ontvankelijk

2 september 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

16 september 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 november 2020

Verslag GOA

12 oktober 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de omgevormde garagebox dient zo ingericht te worden dat de afvalberging minimaal 4 m² groot is en afgezonderd ten opzichte van de fietsenstalling – bovendien dient deze laatste ingericht te worden zodat tussen de individuele fietsen minimaal 40 cm beschikbaar is;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.