Terug
Gepubliceerd op 26/10/2020

2020_CBS_08726 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020005127. Harmoniestraat 68. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08726 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020005127. Harmoniestraat 68. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08726 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020005127. Harmoniestraat 68. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020005127

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

MONICA vzw,  Harmoniestraat 68 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Harmoniestraat 68 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1595L2

Inrichtingsnummer:

20191121-0048 (AZ Monica, campus Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

afbreken van klooster, bouwen nieuwe vleugel aan ziekenhuis AZ Monica en de uitbreiding van transformatoren en koelinstallaties

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/02/2005: vergunning (197#20040259) voor het slopen van de bestaande bebouwing en uitbreiden bestaande kliniek en ondergrondse parking;

-          10/10/1969: vergunning (18#52440) voor een klooster.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          ziekenhuis met kapel en cafetaria;

-          variërend aantal bouwlagen onder plat dak;

-          bakstenen gevel in verschillende kleuren.

Huidige toestand

-          ziekenhuis met kapel en cafetaria;

-          variërend aantal bouwlagen onder plat dak;

-          bakstenen gevel in verschillende kleuren;

-          vaststelling (ID: 6851) van Eeuwfeestkliniek  als bouwkundig erfgoed.

Gewenste toestand

-          vernieuwde ziekenhuisvleugel op terrein van oude vleugel met ondergrondse parking, operatieruimtes, cafetaria en aula;

-          1 ondergrondse en 4 bovengrondse bouwlaag onder plat dak;

-          gevelbekleding in hout met buitenschrijnwerk in witkleurig aluminium;

-          heringericht, groen binnengebied en groendaken.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen:

  • bestaand klooster met kapel;
  • cafetaria personeel;
  • verharding;
  • fietsenstalling;

-          vellen van bomen;

-          volumeuitbreiding:

  • nieuwe vleugel aan ziekenhuis met ondergrondse parking, cafetaria en operatiekwartier;
  • nieuwe verharding;
  • verplaatsen fietsenstalling.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 6 april 2006 werd aan het AZ Monica door de deputatie een vergunning verleend om het ziekenhuis verder te exploiteren, te veranderen door toevoeging, uit te breiden en te wijzigen (MLAV1/05-454). Nadien werd er aan een deel van de campus een andere invulling gegeven en een wijziging en uitbreiding doorgevoerd (MLAV1/09-277). Tenslotte werd er nog akte genomen van een mededeling kleine verandering (MLVER/2016-0143). De basisvergunning is geldig tot 6 april 2026.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de afbraak van een klooster met kapel en aanhorige gebouwen en de bouw van een nieuwe vleugel met ondergrondse parking.

 

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.1.1.2.b

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

220 kVA verplaatsing

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA (van 630 naar 800 kVA)

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+159,32 kW

17.1.2.1.2

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.500 liter verplaatsing medische gassen

17.1.2.2.1

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

3.000 liter verplaatsing zuurstoftank

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.127 kg verplaatsing dieseltank

43.1.2.b

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c).

-50 KW

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

5 mei 2020

23 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

5 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

5 mei 2020

7 mei 2020

Geen bezwaar

 











Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

4 mei 2020

13 mei 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

5 mei 2020

8 mei 2020

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

5 mei 2020

8 mei 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

5 mei 2020

5 mei 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

5 mei 2020

10 mei 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

5 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

5 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

verblijfsruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m. 
Een deel van de onthaalzone en cafetaria hebben een vrije hoogte van 2,30 m; De gelijkvloerse burelen hebben een vrije hoogte van minimum 2,30 m. De gang die het nieuwe gebouw verbindt met het bestaande, heeft op het laagste punt een vrije hoogte van 2,30 m. De aula op de eerste verdieping heeft een vrije hoogte van 2,40 m. De ondergrondse parking heeft een hoogte van 2,10 m;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: 

elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. De opening dient direct uit te monden in de open lucht. 
Dit is niet het geval voor onder andere de kantoren, dokters- en koffieruimte op de 2de verdieping;

  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:

horeca-inrichtingen en andere bedrijven en instellingen waar voedsel wordt verwerkt en/of waar warme maaltijden ter plekke worden geconsumeerd, zijn verplicht hun afvalwater via vetafscheiders te lozen. 

Het afvalwater van de cafetaria wordt niet afgevoerd via een vetscheider.

 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een uitbreiding van het bestaande ziekenhuisfunctie waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet de sloop van de huidige bebouwing in het binnengebied, ten behoeve van een vervangende nieuwbouw van vier bouwlagen in de vorm van een halve cirkel. De nieuwe bebouwing sluit aan op het hoofdgebouw langs de Harmoniestraat en volgt hierbij ook de vloerpassen van het bestaande hoofdgebouw. De derde bouwlaag kraagt uit en wordt ondersteund door schuine penanten die landen op het maaiveld en op het gelijkvloers de contour vormen van het nieuwe onthaal en de cafetaria. De vierde bouwlaag is een beperkte teruggetrokken, technische verdieping.
 

De geplande uitbreidingswerken sluiten harmonieus aan op het bestaande gebouw en passen zich in, in het binnengebied. Het volume is niet storend voor de omgeving. Er kan gesteld worden dat de werken in overeenstemming zijn met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het gebouw is uitgewerkt met een dubbelhoge, transparante plint in glas met daarboven een uitkragende verdieping in houten lattenwerk. Op de platte daken wordt een groendak voorzien. Het paviljoen vormt een harmonieus volume in hout wat een verbetering zal betekenen inzake de beeldkwaliteit van het binnengebied. De keuze voor de natuurlijke materialen verzacht de schaal van het volume en sluit aan bij het groene karakter van het binnengebied, zoals het zal worden heraangelegd. 


Het project werd voorgelegd aan de welstandscommissie op 11 oktober 2019 en werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd. Het ingediend ontwerp komt tegemoet aan de geformuleerde aandachtspunten.

 

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (7.750 m²) en ingreep in de bodem boven 1.000 m² (gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. 

 

De archeologienota werd ingediend waarvan door het agentschap Onroerend Erfgoed op 26 december 2019 akte werd genomen. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen verder onderzoek (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/13268). De nieuwbouw zal vermoedelijk echter een zone van circa 700 m² ongeroerde grond verstoren. Gezien de landschappelijke archeologisch interessante ligging, legt de dienst archeologie extra voorwaarden op. 

De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde hiervan steeds komen inschatten. 

Dit wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vrije hoogte van een deel van de gelijkvloerse onthaalfunctie en cafetaria, de gelijkvloerse burelen, de aula op de eerste verdieping  en de gang die op het gelijkvloers de verbinding vormt met het bestaande gebouw beperkt zich tot minder dan 2,60 m. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. 

Het gaat hier echter om een beperkt deel van de onthaalfunctie waarbij ter compensatie het voorste publieke gedeelte is uitgevoerd als een dubbelhoge ruimte met uitzonderlijk grote glaspartijen. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de bestaande vloerpassen van het hoofdgebouw waar op aangesloten moest worden. Vanuit de specifieke noden van de hospitaalfunctie waarbij het transport van bedden vlot en veilig dient te verlopen, is het gebruik van hellende vlakken hierbij niet aangeraden. Op basis van bovenstaande argumentatie kan een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
 

De kantoren, de doktersruimten en de koffieruimte op de tweede verdieping hebben geen te openen gevel- of dakdelen ter ventilatie van de ruimte en zijn zo niet in overeenstemming met artikel 24 van de bouwcode. Gezien de hygiënische, technische en veiligheidsvoorschriften die voortkomen uit de complexe programmavereisten van een operatiekwartier, kan hier uitzonderlijk een afwijking op worden toegestaan binnen het kader van artikel 3 van de bouwcode. Andere wetgeving en richtlijnen die van toepassing zijn op voorliggend programma, vormen voldoende garantie dat de ruimten voldoende geventileerd zullen worden.

 

Het afvalwater van de cafetaria wordt niet afgevoerd via een vetscheider. Artikel 44 van de bouwcode stelt dat horeca-inrichtingen en andere bedrijven en instellingen waar voedsel wordt verwerkt en/of waar warme maaltijden ter plekke worden geconsumeerd, zijn verplicht zijn hun afvalwater via vetafscheiders te lozen. In voorwaarde wordt opgenomen het afvalwater te lozen conform artikel 44.

 

De stedelijke dienst mobiliteit stelt in haar advies dat de inkomzone herbekeken dient te worden zodat er geen conflicten kunnen ontstaan tussen voetgangers, fietsers en het verkeer naar de parkings. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Omdat er drie grote bomen gerooid worden, is advies gevraagd aan de stedelijk dienst stadsbeheer/groen en begraafplaatsen:

"Door het vellen van drie bomen gaat er een groot groenvolume verloren in dit binnen gebied. 

De drie heraangeplante bomen zijn in huidig ontwerp te dicht bij elkaar, één boom zou je kunnen verhuizen naar de technische ruimte en de bestaande tuinmuur. Ter hoogte van de nieuwe bomen is ook een RWA ingetekend, leidingen onder bomen zijn te vermijden. 

 

De halfverharding aan de fietsenstalling verkiezen we porfier in plaats van dolomiet aangezien profier een recuperatiemateriaal is dat minder onderhoud vergt aangezien hier minder onkruid op groeit. Zeker bij fietsenstallingen is onkruid wieden bemoeilijkt door de eeuwige aanwezigheid van fietsen.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. In voorwaarde wordt opgelegd dat de gevelde bomen lokaal terug aangeplant worden met een boomsoort klasse 1A.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het slopen van een bestaand deel van het ziekenhuis (klooster) en het bouwen van een nieuwe vleugel van het ziekenhuis AZ Monica. Er komen geen patiëntenkamers bij en ook het aantal personeelsleden zal niet verhogen. Het gaat louter om het vernieuwen van bestaande functies zoals een operatiekwartier en onthaalruimte. Er zijn dus geen wijzigingen in het mobiliteitsprofiel.

 

De plannen voorzien in totaal 132 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er zijn in het totaal 132 parkeerplaatsen voorzien, dat zijn er 17 meer dan in de bestaande toestand.

Er wordt een nieuwe ondergrondse parking voorzien met 23 parkeerplaatsen. De in- en uitrit liggen naast de bestaande inrit van de parking. Het zou beter zijn geweest om te onderzoeken of de bestaande inrit niet kan gebruikt worden voor de nieuwe parking. Nu gaat het er heel veel ruimte verloren voor de verkeersstromen van en naar de parking.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 132.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er worden 24 extra fietsstalplaatsen voorzien. In het totaal zijn er 91 fietsstalplaatsen. Dit aantal wordt voldoende geacht.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het AZ Monica is gelegen ter hoogte van de Harmoniestraat, de Valkenburgstraat en de Schulstraat in het zuiden van district Antwerpen. Ter hoogte van het projectgebied zullen er verschillende gebouwen afgebroken worden waaronder het klooster en kapel, de cafetaria en aanhorige gebouwen. In het binnengebied zal een nieuwe vleugel opgericht worden met een ondergrondse parking. 

Overeenkomstig Vlarem II hoofdstuk 6.12 dient de uitvoerder van de sloopwerken de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken. Er werd een sloop- en asbestinventaris aan het dossier toegevoegd. De aanbevelingen vermeld in de inventaris dienen door de uitvoerder van de sloopwerken gevolgd te worden.

Vanuit milieutechnisch oogpunt zijn de veranderingen eerder beperkt. Er zal een uitbreiding zijn van het vermogen van de transformatoren (+ 340 kVA) en van de koelinstallaties (+ 159,32 kW). Twee kleine stookinstallaties van elk 25 kW worden uit dienst genomen. Tenslotte gaat men de medische gassen (zuurstof, lachgas en CO2), de zuurstoftank, de dieseltank, twee compressoren en het noodstroomaggregaat verplaatsen. 

De medische gassen en de zuurstoftank zullen geplaatst worden tussen de in- en uitrit van leverende vrachtwagens. Aangezien dit in eerste instantie een ongelukkige locatie lijkt, werd er door de exploitant bijkomende informatie aangeleverd die de situatie verduidelijkt. Zo zal de hele installatie in een afgesloten gebouw opgesteld worden met openingen bovenaan voor verluchting. Aanrijding wordt verhinderd door de stoepboord en een metalen aanrijbeveiliging. 

De dieseltank wordt verplaatst naar de laad- en loszone. Het is uit het dossier niet op te maken of de tank beschermd is tegen aanrijding.

Het noodstroomaggregaat en compressoren worden verplaatst naar een buitenruimte op het dak in een geïsoleerde losse opstelling (container). Aangezien volgens de exploitant de noodgroep slechts 15 minuten per maand zal draaien om de werking te testen, kan de geluidshinder als beperkt beschouwd worden.

Er wordt een technische verdieping voorzien met geluidswerende wanden. Uit bijkomende informatie is duidelijk dat niet alle geluidsproducerende installaties binnen deze ruimte kunnen geplaatst worden. De overige installaties zullen buiten geïnstalleerd worden in een hoefijzervormige constructie met geluidswerende wanden.

We willen de exploitant erop wijzen dat er te allen tijde moet voldaan worden aan de voorwaarden beschreven in Vlarem II hoofdstuk 4.5 en dit zowel voor de technische installaties als voor het laden en lossen.

 

Advies van het college

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen met als eindtermijn 6 april 2026. 

 

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde voorwaarden kan op stedenbouwkundig vlak een gunstig advies verleend worden.  

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      indoordekking voorzien wordt in zowel het nieuwe bouwvolume als in de ondergrondse parking;

3.      De inkomzone dient zo georganiseerd te worden dat er geen conflicten kunnen ontstaan tussen voetgangers, fietsers en het verkeer naar de parkings;

4.      het lozen van afvalwater dient te gebeuren conform artikel 44 van de bouwcode;

5.      de halfverharding aan de fietsenstalling in porfier aan te leggen in plaats van dolomiet;

6.      de gevelde bomen lokaal terug aan te planten met een boomsoort klasse 1A;

7.      de bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

8.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

9.      de bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering;

10.  de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.1.1.2.b

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

220 kVA verplaatsing

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA (van 630 naar 800 kVA)

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+159,32 kW

17.1.2.1.2

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.500 liter verplaatsing medische gassen

17.1.2.2.1

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen tot 3.000 liter;

3.000 liter verplaatsing zuurstoftank

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2.127 kg verplaatsing dieseltank

43.1.2.b

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c).

-50 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

5 maart 2020

Start 1e openbaar onderzoek

16 maart 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

24 maart 2020

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

28 augustus 2020 

Start laatste openbaar onderzoek

23 september 2020

Einde laatste openbaar onderzoek

22 oktober 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

29 oktober 2020

 

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.

Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden. De wijzingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16 maart 2020

24 maart 2020*

0

0

0

0

6 mei 2020

4 juni 2020

2

0

0

5

23 september 2020

22 oktober 2020

0

0

0

1

 

* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.

 

Bespreking van de bezwaren

 

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

Er werden 8 bezwaarschriften ingediend. Deze worden hieronder samengevat en besproken.

 

1.      Geluidsoverlast technische installaties: het bezwaar dat de technische installaties die voorzien worden op het dak van de nieuwbouw voor geluidsoverlast zullen zorgen.
Beoordeling: Volgens Vlarem II hoofdstuk 4.5 is de exploitant wettelijk verplicht om de nodige maatregelen te nemen om geluidsproductie aan de bron en geluidsoverdracht naar de omgeving te beperken. Verschillende van deze maatregelen worden in de aanvraag omschreven (geluidswerende wanden, plaatsing in containers of afgesloten ruimtes,…).
Het bezwaar is ongegrond.

2.      Geluidsoverlast publieke functies: Het bezwaar dat de publieke functies, voorzien in het binnengebied van het bouwblok, voor geluidsoverlast gaan zorgen.

Beoordeling: Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige en milieutechnische beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.

3.      Geluidsoverlast laad- en loszone: Het bezwaar dat de voorziene laad- en loszone dicht bij de perceelsgrens ligt en hierdoor voor geluidsoverlast zal zorgen.
Beoordeling: Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt. Dergelijke geluidsoverlast betreft echter geen stedenbouwkundig aspect. De milieutechnische impact is gering. Het bezwaar is ongegrond.

4.      Afbreuk aan erfgoedwaarde door sloop kapel: Het bezwaar dat de sloop van de kapel en het klooster afbreuk doet aan de erfgoedwaarde van het gebouw dat werd opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed.
Beoordeling: In de beschrijving van het bouwkundig element ‘Eeuwfeestkliniek,’ opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed, wordt slechts het in 1928 opgerichte gebouw door Alfried Lefever aangehaald. De andere delen van het gebouwencomplex hebben geen erfgoedwaarde wat maakt dat er geen reden is tot het weigeren van de sloop van deze gebouwen. Het bezwaar is ongegrond;

5.      Inrichting parkeerplaatsen; Het bezwaar dat de parking niet voldoet aan de regelgeving zoals opgenomen in de bouwcode betreffende het aantal parkeerplaatsen en de inrichting van de parkeerplaatsen.
Beoordeling: In het kader van de vergunningaanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst mobiliteit. De inrichting van de parkeerplaatsen werd afgetoetst door deze dienst en gunstig geadviseerd. De nieuwbouw voorziet geen bijkomende patiëntenkamers en de geplande werken zullen niet leiden tot een verhoging van het aantal personeelsleden. Bijgevolg is er geen wijziging in de parkeerbehoefte. Desondanks worden er bijkomende parkeerplaatsen voorzien. De bijkomende parkeerplaatsen zorgen ervoor dat de parkeerdruk op de omgeving zal verlagen. Wat gunstig wordt beoordeeld. Het bezwaar is ongegrond.

6.      Inname open ruimte: Het bezwaar dat de aanvraag strijdig is met artikel 27 van de bouwcode door het bebouwen van meer dan 20% van het totale perceel.
Beoordeling: De aanvraag werd tijdens de procedure afgetoetst aan de geldende regelgeving. De aanvraag voorziet ruimschoots in de 20% open ruimte en is bijgevolg in overeenstemming met artikel 27 van de bouwcode. Het bezwaar is ongegrond.

7.      Kappen van bomen: Het bezwaar dat bomen gekapt worden wat niet in overeenstemming is met artikel 17 van de bouwcode.
Beoordeling: De aanvraag voorziet in het kappen van drie bomen. Ter compensatie worden drie nieuwe bomen aangeplant conform artikel 17 van de bouwcode. Het bezwaar is ongegrond.

8.      Procedurefout gemeenteraad: Het bezwaar dat de aanvraag had moeten voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Beoordeling: De aanvraag raakt niet aan het openbaar domein. De wegenissen die voorzien worden in het kader van deze aanvraag worden voorzien op publiek domein en moeten bijgevolg niet voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Het bezwaar is ongegrond.

9.      Ontbreken MER-screeningsnota: Het bezwaar dat een MER-screeningsnota ontbreekt in het aanvraagdossier waardoor de aanvraag niet volledig is en een correcte beoordeling niet mogelijk is door de vergunningsverlenende instanties.

Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden de administratieve diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. De verwachte milieu-effecten voor een project van deze omvang zijn beperkt en worden voldoende beschreven in de toegevoegde beschrijvende nota. Het bezwaar is ongegrond.

10.  Schending van de privacy: Het bezwaar tegen verlies van privacy door inkijk in de verblijfsruimten aan de achterzijde van de woning van de bezwaarindiener.

Beoordeling: Gelet op de grote afstand tussen de gevels van het project en de achtergevel van het hoofdvolume van de bezwaarindiener, kan deze stelling niet worden bijgetreden. Bovendien bevinden zich op de verdiepingen van het nieuwe volume geen verblijfsruimtes. Er kan bijgevolg bezwaarlijk gesteld worden dat de privacy dermate geschonden wordt dat de woonkwaliteit in het gedrang komt. Het bezwaar is ongegrond.

11.  Verlies van zonlichttoetreding: Het bezwaar tegen het verlies van zonlichttoetreding door de inplanting van het nieuwe volume.

Beoordeling: De kroonlijsthoogte van het nieuwe volume is lager dan deze van het gebouw dat gesloopt wordt. De terugliggende technische verdieping overschrijdt de hoogte van de huidige bebouwing maar wordt op voldoende afstand van de kroonlijst geplaatst waardoor deze geen negatief effect zal hebben op de zonlichttoetreding. Er kan bijgevolg bezwaarlijk geoordeeld worden dat er sprake is van een beperking inzake zonlichttoetreding die de woonkwaliteit in het gedrang zal brengen. Het bezwaar is ongegrond.

12.  Verlies van uitzicht: Het bezwaar tegen het verlies van uitzicht door de inplanting van het nieuwe bouwvolume.

Beoordeling: Uiteraard zal het uitzicht voor de omwonenden wijzigen, de daklaag (besproken hier bovenstaand onder ‘verlies van zonlichttoetreding’) brengt echter hierdoor de woonkwaliteit niet in het gedrang. Het bezwaar is ongegrond.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      indoordekking voorzien wordt in zowel het nieuwe bouwvolume als in de ondergrondse parking;

3.      De inkomzone dient zo georganiseerd te worden dat er geen conflicten kunnen ontstaan tussen voetgangers, fietsers en het verkeer naar de parkings;

4.      het lozen van afvalwater dient te gebeuren conform artikel 44 van de bouwcode;

5.      de halfverharding aan de fietsenstalling in porfier aan te leggen in plaats van dolomiet;

6.      de gevelde bomen lokaal terug aan te planten met een boomsoort klasse 1A;

7.      de bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

8.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

9.      de bouwheer nodigt de dienst archeologie uit voor een startvergadering;

10.  de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
Stadsontwikkeling/vergunningen het advies college te bezorgen aan de instantie die dit gevraagd heeft.


Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.