Terug
Gepubliceerd op 26/10/2020

2020_CBS_08744 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103707. Louizastraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08744 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103707. Louizastraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08744 - Omgevingsvergunning - OMV_2020103707. Louizastraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020103707

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Dynamica Real Estate met als contactadres Frans Van Hombeeckplein 33 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Louizastraat 31 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 4 sectie D nr. 1913B5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          30/07/1942: vergunning (18#15926) voor binnenveranderingen;

-          10/05/1924: vergunning (1924#18160) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw met 3 bouwlagen en schilddak;
  • aanbouw met 2 à 3 bouwlagen onder platte daken;
  • volledig bebouwd hoekperceel;

-          gevelafwerking:

  • hoofdgebouw in gevelpleister met wit houten buitenschrijnwerk;
  • aanbouw in rode baksteen met wit houten buitenschrijnwerk;
  • plint in blauwe steen.

Huidige toestand

-          in overeenstemming met vergunde / vergund geachte toestand, met uitzondering van zijgevel hoofdgebouw dat is afgewerkt met gevelpleister en houten gevelplanken.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met 3 heringerichte woongelegenheden:

  • gelijkvloers: 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van ca. 63 m²;
  • 1ste verdieping: 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van ca. 59 m² en een buitenruimte van ca. 8 m²;
  • 2de en 3de verdieping: 1 eenslaapkamerduplexappartement met een netto vloeroppervlakte van ca. 75 m² en een buitenruimte van ca. 15 m²;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw met 3 bouwlagen en schilddak;
  • aanbouw met 2 à 3 bouwlagen onder platte daken;
  • volledig bebouwd hoekperceel;
  • buitenruimtes bij bovenste woongelegenheden;

-          gevelafwerking:

  • witte gevelpleister met bruin houten buitenschrijnwerk;
  • gevel zijde Brabantstraat opengewerkt;
  • plint in blauwe steen.

Inhoud van de aanvraag

-          sloop en herbouw van vloerplaten van aanbouw;

-          interne structurele werken;

-          herindelen van woongelegenheden;

-          wijzigen van de gevels.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

4 september 2020

 16 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

4 september 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

4 september 2020

11 september 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

4 september 2020

9 september 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

4 september 2020

13 oktober 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

4 september 2020

10 september 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren
    de scheidingsmuur van het nieuwe hoogste plat dak van de aanbouw heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
  • artikel 41: Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel
    de nieuwe aansluitingspunten van het rioolstelsel beschikken niet over een toezichtsmogelijkheid;
  • artikel 43: Septische putten
    de meergezinswoning heeft een gebruikersequivalent van 6, de septische put heeft een inhoud van 2.000 l in plaats van een minimale inhoud van 2.300 l.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft een grondige verbouwing en uitbreiding van het volume van een meergezinswoning met drie geacht vergunde wooneenheden. Na de verbouwingswerken blijft de woonfunctie en het aantal woningen ongewijzigd. De aanvraag blijft functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwvolume van het hoekgebouw blijft nagenoeg ongewijzigd.

Het bestaande bijgebouw links naast het hoekpand in de Brabantstraat wordt met uitzondering van enkele binnenmuren en de buitenmuren quasi volledig gesloopt. De aanvraag voorziet na deze gedeeltelijke sloop een vernieuwd bijgebouw van twee bouwlagen met een terugspringende derde bouwlaag met vooraan een dakterras.

 

De voorgestelde verbouwings- en uitbreidingswerken aan het volume zorgen voor een zuiverder en leesbaarder volume langs alle zijden van het gebouw. Het nieuwe volume past zich in binnen bestaande scheidingsmuren en de voorgestelde werken hebben geen nadelige invloed voor de naastliggende panden. De aangevraagde werken zijn in overeenstemming met de kenmerkende configuraties in de omgeving en de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De werken zijn gesitueerd in een zone die volgens het ruimtelijke uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde.

De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie in dergelijk gebied dient onderworpen te worden aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Daarom werd aan de stedelijke dienst monumentenzorg advies gevraagd. Zij stellen het volgende:

 

“Het pand situeert zich binnen het typerende 19de-eeuwse stadsweefsel. De straat werd aangelegd in 1847 net binnen de vesten, die in het derde kwart van de negentiende eeuw werden omgevormd tot boulevard. Het pand op nummer 31 behoort tot de oorspronkelijke bebouwing en maakte samen met het nummer 33 deel uit van een geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen op de hoek van Louizastraat en Brabantstraat, te dateren in het begin van de jaren 1850.  Hoewel de geveldecoratie in Louis Philippestijl is verdwenen op nummer 31, behoudt het qua indeling en typologie beeldondersteunende kwaliteiten binnen het straatbeeld.

 

Men wenst de achterbouw te wijzigen en de gevels open te maken langs de zijde van de Brabantstraat. De stedelijke dienst monumentenzorg heeft hierbij geen bezwaar.

 

Als het echt niet mogelijk is om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning, adviseert de stedelijke dienst monumentenzorg om het schrijnwerk te vervangen naar oorspronkelijk model, voor wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking: guillotineramen of pseudo-guillotineramen op de gelijkvloerse verdieping en T-ramen naar 19de-eeuws model op de beide verdiepingen.”

 

Dit advies wordt vanuit ruimtelijk oogpunt bijgetreden.

De aanvraag heeft een positieve invloed op de beeldkwaliteit in de straat. De gevel aan de Brabantstraat wordt opengewerkt en voorzien van een verticale gevelgeleding. Het nieuwe bijgebouw is op het gelijkvloers ook voorzien van een verticale geleding met op de eerste verdieping een inpandig terras, met daarbovenop een teruggetrokken daklaag met terras aan de straatzijde.

De voorgestelde gevelcompositie is rustig en gestructureerd en sluit aan bij de aanwezige verticale geleding aan de Louizastraat en Brabantstraat. De materialen zijn sober en inpasbaar in een stedelijke omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorgestelde wijzigingen leveren een levendige straatgevel op langs de Brabantstraat wat wordt geapprecieerd. Dit heeft zowel een positieve invloed op het contact tussen de leefruimtes en het publiek domein als op de lichttoetreding naar de wooneenheden.

 

De woonkwaliteit van de drie geacht vergunde wooneenheden neemt beduidend toe na de uitgevoerde werken. Per verdieping is één wooneenheid voorzien. Het bovenste appartement is een duplexwoning waarbij de slaapkamer onder de daklaag is voorzien. De wooneenheden op de eerste en tweede verdieping zijn voorzien van een buitenruimte. De algemene woonkwaliteit in het woongebouw neemt toe.

 

Wel wordt er vastgesteld dat de aanvraag afwijkt van artikels 34, 41 en 43 van de bouwcode. Zo wordt opgemerkt dat de aanvraag geen opstand van minimaal 30 centimeter voorziet ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Daarnaast wordt opgemerkt dat de voorziene septische put slechts een gebruiksequivalent van 2000 liter in plaats van de vereiste minimale inhoud van 2300 liter. Tot slot dienen de nieuwe aansluitingspunten van het rioolstelsel over een toezichtmogelijkheid beschikken, conform artikel 41 van de bouwcode.

Als voorwaarde van vergunning wordt opgenomen dat de aanvraag zich met deze artikels in regel moet stellen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      een toezichtmogelijkheid voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode;

4.      de septische put uitvoeren, conform artikel 43 van de bouwcode;

5.      als het niet mogelijk is om in de gevel langs de Louizastraat dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning, dient het schrijnwerk vervangen te worden naar oorspronkelijk model voor wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking: guillotineramen of pseudo-guillotineramen op de gelijkvloerse verdieping en T-ramen naar 19de-eeuws model op de bovenliggende verdiepingen;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert om, als het niet mogelijk zou zijn om in de gevel langs de Louizastraat dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning, het schrijnwerk te vervangen naar oorspronkelijk model wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking: guillotineramen of pseudo-guillotineramen op de gelijkvloerse verdieping en T-ramen naar de 19de eeuws model op de bovenliggende verdiepingen. De gemeentelijke omgevingsambtenaar baseert zich hiervoor op het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg.

Met onderhavige vergunningsaanvraag wil men het huidige wit houten buitenschrijnwerk volledig vervangen door bruin houten buitenschrijnwerk, met behoud van de bestaande openingen.

Het college is van mening dat in dit geval, het gekozen bruin houten buitenschrijnwerk in combinatie met de witte gevelbepleistering de beeldondersteunende kwaliteiten binnen het straatbeeld behoudt. Door te opteren voor bruin houten buitenschrijnwerk sluit de nieuwe gevel aan bij de reeds aanwezige gevels in de straat. In die zin zal de vijfde voorwaarde dan ook worden geschrapt.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 augustus 2020

Volledig en ontvankelijk

4 september 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 november 2020

Verslag GOA

16 oktober 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      een toezichtmogelijkheid voorzien, conform artikel 41 van de bouwcode;

4.      de septische put uitvoeren, conform artikel 43 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.